Sinds een paar jaar mag ik alleen maar spullen kopen die heel lang meegaan. Dit is, naast het voornemen om maximaal twee kinderen op de wereld te zetten, mijn kleine bijdrage aan een vorm van toekomst voor ons allemaal. Ik slaap er niet beter door, maar voel me wel vaak superieur.
Gisteren fietste ik langs de Action op de Kinkerstraat en wist me ver verheven boven het volk dat er met overvolle tassen naar buiten kwam.
Ik parkeerde mijn fiets bij de meesterslijper en kocht er een gietijzeren theepot die Nadims kleinkinderen nog zullen gebruiken om elkaar de hersens mee in te slaan. Het was een goede aanschaf, en al zal ik er de rest van de maand geen thee meer door kunnen kopen: het gaat juist om de lange termijn, om leven naar wat duurzaam is, niet naar wat je vandaag nog graag wilt hebben.
Mijn besluit om alleen maar goed gemaakte dingen te kopen nam ik in Suriname, waar op elke straathoek een Chinese winkel zit die uitsluitend rejects van de Action voert. In Paramaribo kwam ik er ook achter dat er zoiets als een plastic kaasrasp bestaat; zulke na kort gebruik gebroken, gescheurde of gebarsten spullen vind je in alle greppels van de stad, op braakliggende terreinen en drijvend in de Surinamerivier.
Dat we teveel consumeren is één ding, maar wat me gek kan maken is dat we shit produceren waarvan we wéten dat het onmiddellijk stuk zal gaan.
Mijn theorie over hoe zoiets als de Action kan bestaan: mensen ervaren koopkracht omdat ze er veel kunnen aanschaffen. Kennelijk is dat vaak belangrijker dan of de dingen die ze kopen echte waarde hebben, i.e. dat producten kunnen wat hun naam suggereert (zo zou een kaasrasp ten minste tien jaar bestand moeten zijn tegen elke vorm van kaas).
Wie dat soort spullen koopt gelooft niet in morgen. Niet echt. Ik heb op deze plek al eerder gepleit voor een keurmerk voor producten die doen wat we van ze mogen verwachten.
Planned obsolescence zou strafbaar moeten worden gesteld en klanten van de Action moeten weten dat ze geplayd worden.
Jesse. Nogmaals. Bel me. Je hebt me nodig.
* Het slapende hondje op de foto komt niet in dit verhaal voor en heeft niets met de Action te maken. Je zou je wel kunnen indenken hoe blij hij – gezien zijn geringe koopkracht – met de Action zou zijn.
____________________________________________________________________
Gilles van der Loo (Breda, 1973) was redacteur van Tirade. Sinds 2010 publiceerde hij online en in diverse bladen. Hij schreef de verhalenbundel Hier sneeuwt het nooit en de roman Het laatste kind. In 2016 verscheen zijn sterk autobiografische roman Het jasje van Luis Martín.