Vorige week publiceerden we hier deel X van de correspondentie Gerrist-Brands, Brands-Gerrist. En vandaag deel XI:
Dag Wim,
zelf verbaas ik me altijd over anarchisten die uitroepen dat ze anarchisten zijn, omdat ze dan toch ergens onderdeel van een systeem zijn en weinig individualistisch. Volgens mij heb je de natuur van je opa behoorlijk geërfd, of niet? Ik zat ooit op een middelbare school die vanuit het anarchisme is ontstaan. Een school met een filosofie die ik teruglas in het boek ‘Het geminachte kind’ van Guus Kuijer. Ken je dat boek?
Momenteel werk ik aan veel, ik heb me vastgelegd aan een aantal projecten. Niet dat dat met opzet is gebeurd, meer terloops en met veel toeval. Ik belandde met twee vriendinnen in het café, waar we praatten over kunst en literatuur, en onze generatie. We zijn alledrie schrijver en beeldend kunstenaar. Geboren rond het jaar 1980. De overeenkomsten tussen ons zijn er gewoon, en de energie en het plezier tussen ons is aanstekelijk. Op de een of andere manier gaat dit volkomen vanzelf.
We werken momenteel aan een serie ‘hardop denken‘, waarbij we werken met nabeelden. We leggen een nabeeld vast naar aanleiding van iets wat we hebben bezocht, gezien, ons is opgevallen. Welk medium we gebruiken voor de uitvoering maakt niet uit. Het hardop denken over wat we hebben gezien vinden we interessant.
Ik had ooit een mooi gesprek met Gerard Stigter over het begin van hun groep Barbarber, en hoe hij dat beleefde. Hoeveel plezier dat gaf. Hij zag de tentoonstelling over Dada in het Stedelijk, waar hij helemaal wild van werd, en aan de slag ging. Ik had precies eenzelfde ervaring in het stedelijk, met een overzichtstentoonstelling van de Conceptuele kunst in Belgie en Nederland. Het bevrijdende; zo kan het dus ook! Ik had geen idee, kwam niet uit een gezin waar dit soort zaken werd bekeken. Met knikkende knieën, alsof ik zojuist een bloedmooie man had gezien waar ik op slag verliefd op werd en die naar mij knipoogde, liep ik door het museum. Nog steeds denk ik elke dag: vooruit. Ik heb geen tijd te verliezen. Werken. Maken.
Over terloops opvoeden gesproken (mooie term), aangezien ik zelf straks moeder word en jij vader bent, hoe doe jij dat, opvoeden?
Hartelijke groet,
Annemieke
————-
de lezers van dit blog hebben het niet gemerkt, jij wel: ik heb lang gewacht met antwoorden. Het is ook de meest lastige vraag die je me kunt stellen: hoe doe je dat opvoeden?
Laat ik om te beginnen zeggen dat mijn kinderen, een zoon en een dochter, van me houden en ook niet op de bank van de psychiater hoeven.
Ik ben trouwens trots op ze: ze slaan met een groot gemak wegen in die ik op hun leeftijd niet eens kende.
Maar hoe zijn ze zo gekomen?
Door onze opvoeding, door hun eigen karakters?
Ik ben nauwelijks opgevoed. Dat wil zeggen: ik heb wel geleerd dat ik me netjes moet gedragen en andere mensen zoveel mogelijk dien te helpen maar om nu te zeggen dat mijn ouders het volgens de regels van een handboek deden – nee.
Ze hoorden zelf in een handboek.
Misschien durf ik de opvoeding van mijn kinderen wel een geslaagde te noemen omdat mijn vrouw en ik altijd een groot vertrouwen hebben gehad in de goede afloop. Vooral als het op school even tegenzat.
En ik ontdekte vooral tijdens hun puberteit dat hun gedrag ook als het destructief leek helemaal niet destructief was. Pubers bouwen graag op, helaas ziet het er vaak uit als afbreken.
Ik herkende dat omdat in mijn jeugd de omstanders al snel dachten dat ik de boel in de brand wilde steken. Wat je dan op een bepaald moment ook maar gaat doen, omdat ze dat tenslotte van je verwachten.
Ben je al humeurig door de zwangerschap, of juist niet. Probeer er eens een gedicht over te schrijven,
vrgr
Wim
————
Annemieke Gerrist (1980) is dichter en beeldend kunstenaar. Wim Brands (1959) is dichter en radio- en televisiemaker bij de VPRO. De jongste Tirade-publicatie van Gerrist vind je in Tirade 454, die van Brands in Tirade 455.
In voorbereiding: Gerrist-Brands, Brands-Gerrist, deel XII.
Auteursportretten: Twitterprofielfoto’s.