Sanneke van Hassel
Como
Godzijdank, we zitten bij de nooduitgang. Ik laat Jakie op de grond zakken en plof uitgeput neer. Tom was hem al rond zeven uur gesmeerd. ‘Campagneontbijt,’ zei hij. ‘De running mate wordt bekend gemaakt.’
Jongen, zoek het maar uit! Ik pakte m’n koffers, schreef een kort briefje: Ben naar Como, Grand Hotel Liberty, Ciao! Wat zal hij op zijn neus kijken. Die sukkel denkt vast dat Como een gehucht in Iowa is. Dat je ook over de oceaan heen kunt vliegen is nooit bij hem opgekomen.
Jakie steekt zijn hoofd onder mijn stoel en doet een greep naar m’n tas. Ik pak hem af en haal mijn toilettas eruit. Even een kleine check, wat poeder op neus en wangen. Jakie graait naar de lippenstift.
‘Nee Jakie!’ Ik trek de rits dicht en prop de tas onder de stoel. ‘Hier.’ Ik geef hem de kaart met veiligheidsinstructies. Hij zwaait ermee langs de krullen van de grote neger voor ons, raakt de brede schouders.
‘Nee Jakie, dat doet au!’
Ik zet de ventilator open, een stoot koude lucht komt op ons af. Misschien had ik beter alleen weg kunnen gaan. ‘Lieve Tom, kun jij alsjeblieft de komende vier dagen voor Jakie zorgen? Liefs, Catherine P.S. De crèche begint om acht uur.’
Mijn maag knort, ik pak de kauwgom uit mijn tas. Eten is in Italië erg belangrijk, pizza, olijfolie, vetten en koolhydraten. Als ik maar voldoende water drink, dat geeft ook een vol gevoel, en mijn beano’s op tijd slik.
Een hoogblonde stewardess grijnst vervaarlijk naar Jakie die het deksel van het asbakje op en neer laat stuiteren. Italianen zijn dol op kinderen. Tenminste, zo was het toen pappie mij meenam naar Como. Ik herinner me obers die grapjes met me uithaalden. ‘Kijk pappie, die pinguïn komt ons pakken!’ Ik rende tussen de fonteinen door, langs rijen hortensia’s, blauwe sponzen die in mijn gezicht kriebelden.
Pappie zei dat je in de Alpen de beste lucht hebt. Iedere ochtend ging hij op het balkon staan en ademde tien keer diep in en uit. ‘Reinigt je hersens,’ zei hij.
De stewardess demonstreert hoe het zuurstofmasker werkt. Jakie gilt er doorheen. Eerst zet je bij jezelf het masker op, en dan pas bij je kind.
Terwijl we opstijgen klem ik Jakie dicht tegen me aan. Thuis neem ik hem soms in bed, als Tom er niet is. ‘Onhygiënisch,’ vindt hij. Zelf wast hij altijd zijn handen voor hij iets met hem gaat doen.
Jakie werd geboren op Super Tuesday, hij lag nog niet ingepakt en wel in mijn armen, of Tom moest alweer weg, bij Barney’s uitslagen kijken. De volgende ochtend op het bezoekuur zegt ‘ie: ‘Ik heb een geweldig idee. Laten we hem Jacob Hussein noemen.’ Een week eerder had ik gezegd dat Jacob Barack echt geen optie was.
‘Een moslimnaam, Jezus Christus, hoe verzin je het!’ riep ik. Mijn borsten deden zeer, ik was aan het klooien met de fles. De week erop nam Tom vrij, en in plaats van met zijn pasgeboren zoontje op de bank te zitten organiseerde hij een verkiezingsparade in het winkelcentrum.
Jakie ligt warm en zwaar tegen me aan, zijn blik op oneindig. In de verte nadert de trolley met eten. Als er maar niet teveel zoet bij zit. Ik ben in staat mijn dieet te volgen, prevel ik. Alles wat ik doe is een succes.
De Beano’s – Take right before your first bite – ik neem er twee en wacht. Jakie rammelt met het potje. Ik heb hem nooit borstvoeding gegeven. De dokter zei dat ik dan niet meer mocht diëten. Spijt heb ik niet. Mijn borsten zijn toch al te klein. ‘My little pancakes,’ noemde Tom ze vroeger en dan nam hij ze in zijn handen en duwde zachtjes, en nu ga ik ze opeten zei hij en dan beet hij en likte de tepels. Maar dat was voor Obama. Nu maakt hij zich alleen nog maar zorgen of het ijsje dat het dochtertje van Obama op de vakantiefoto’s eet niet te groot is. Want het zou kunnen lijken alsof hij zijn kinderen verwent en hoe moet het dan aflopen met een land vol kinderen?
‘Je kunt niet alleen voor iemand anders leven,’ schreeuwde ik naar Tom toen hij vorige week dinsdag om drie uur ‘s nachts thuis kwam. Hij had een discussie gehad met een Republikeinse serveerster, zei hij, het was niet makkelijk geweest maar nu was ze helemaal om. Met grote ogen staarde hij mij aan. ‘Wil je dan echt niet dat het beter gaat met dit land?’
De volgende avond heb ik het ticket geboekt. Wat is mijn diepste wens? Ik deed mijn ogen dicht. Mijn vader schaterde luid, dat had ik nog nooit gezien. Vijf was ik en sprong op zijn schoot. Een ober bracht een glas citroensap, een karaf water en twee zakjes suiker. Echte citroenlimonade! Ik realiseerde me dat dat precies was waar ik behoefte aan had, dingen die echt waren. Dus ik belde mammie: ‘Hoe heette ook weer dat hotel waar ik met pappie naartoe ging? Het was aan het Comomeer.’
‘Je vader sliep elke nacht in een hotel, schat. Ik zou het echt niet weten.’
Nadat ik Jakie van de crèche had opgehaald ben ik bij haar in het tehuis langs gegaan. Ze schrok zich rot, zo vaak komen we niet. Ik zette Jakie op haar schoot en heb plakboeken bekeken. En ja hoor, op een foto vond ik het. Grand Hotel Tremezzo. De entree met vlaggen van alle Europese landen. Ik keek op internet en het is nog steeds allemaal echt Liberty, met marmer en spiegels, een spa, een fitnessruimte.
Wat is het goed een doel te hebben! En dan bedoel ik niet die klotebaan bij Mayer, die kan me geen zak schelen. Ik heb ze gebeld, zei dat ik op doktersadvies een lang weekend weg ging, revalideren. Daarna heb ik Nessie een bericht gestuurd, mijn enige echte vriendin. ‘Wow, Lake Como, dat is waar George Clooney een villa heeft,’ zei ze.
Ik voer Jakie het sponsachtige cakeje, hazelnootvulling, daarna schraap ik de saus van de kip en eet met kleine hapjes. Met elke hap die ik neem genees ik mezelf.
Na het eten, leun ik achterover en aai Jaky over de zachte blonde piekhaartjes, die heeft ie van Tom. Van dat slappe haar waar je niks mee kunt beginnen. Zou Tom nu bij Barney’s de uitslagen bekijken?
Jakie is in slaap gevallen. Uit mijn tas pak ik het boek dat ik op het vliegveld heb gekocht, het is van dr Frank Luntz. Vorige week was hij bij Fox News. Words That Work, heet het, daaronder: It’s Not What You Say, It’s What People Hear.
Zodra woorden je mond verlaten, zijn ze niet meer van jou zegt Luntz in de inleiding. Vlug ga ik door het eerste hoofdstuk, waarin hij tien regels voor effectieve communicatie presenteert. Een paar jaar geleden heb ik een cursus snellezen gevolgd. Tom leest nooit, bij alles wat langer duurt dan een oneliner verslapt zijn aandacht. Misschien moet ik kortere zinnen maken als ik tegen hem praat.
De rest van het boek gaat over taalgebruik van politici. Het was Luntz die bedacht ‘klimaatverandering’ te zeggen in plaats van ‘opwarming van de aarde’, ‘financiële zekerheid’ in plaats van ‘financiële vrijheid’. Hoofdstuk 6 heet Personal Services for Personal Scenario’s. Luntz advies bij echtelijke ruzies: ‘Bloemen lossen alles op.’ Zelfs de rozen die Tom over had van de parade, doneerde hij aan de kerk.
Wat kan Luntz voor ons betekenen? Als ik tegen Tom zeg ‘Ik pik het niet langer,’ is dat te negatief. Beter zou zijn: ‘Deze relatie kan zoveel beter.’ Of nee, ‘Laten we de volgende stap maken. Samen.’
Jakie draait op mijn schoot. God laat hem nog heel even slapen. Ik heb
een beetje honger, maar in mijn tas zitten drie dieetrepen. In Como zal ik elke dag hardlopen, drie rondjes rond het meer.
Jakie opent zijn ogen. Slaperig kijkt hij om zich heen, trekt zich aan mijn revers overeind en haalt uit naar Luntz. Geloofwaardig blijven, dat was er ook een. Ik trek het boek uit zijn handen en blader snel naar het beginhoofdstuk, we zijn bij regel vier: herhaling. Jakie strekt zijn armen naar het boek. ‘Nee,’ zeg ik weer. Luid jammerend zakt hij op mijn schoot.
Tijd voor regel vijf: Bied iets nieuws aan: ‘Kijk eens Jakie: een beker!’ Ik druk het plastic in elkaar, geluid en textuur zijn van groot belang, regel zes. Jakie kraait van plezier. Hij pakt het bekertje en knijpt erin. ‘Goed zo,’ zeg ik, volgens regel zeven moet je mensen in hun strevingen bevestigen.
‘Wat een mooie beker.’ Glunderend houdt Jakie hem als een toeter voor zijn mond. (Acht: Visualiseer!)
Stel een vraag. ‘Zullen we nu een boekje lezen?’ Ik pak het magazine van de luchtvaartmaatschappij (regel tien: bied context) en zet mijn stoel in de ligstand. Als ik mijn hoofd optil kan ik net zien hoe Jakie het blad aan stukken scheurt. Veel rustiger, ik voel me al veel rustiger.