Medewerkers aan dit nummer
Maarten Asscher (1957) is schrijver en boekhandelaar te Amsterdam. Zijn laatstverschenen boek is Bekentenissen van een nieuwsgierig mens (2008). |
Marjet Cliteur (1960) studeerde Wijsbegeerte aan de Universiteit van Amsterdam en beeldende kunst aan de Rietveldacademie. Zij volgde lessen aan ‘t Colofon en studeerde af onder begeleiding van Rob Schouten en Martin Reints. Zij publiceerde eerder een serie van vier gedichten in tijdschrift Optima, onder de titel ‘Kopslomp’. |
Edwin Fagel (1973) debuteerde in november 2007 met de bundel Uw afwezigheid. Deze werd bekroond met de Jo Peters Poëzieprijs en genomineerd voor de C. Buddingh’-prijs. Hij is neerlandicus en werkt momenteel als journalist. Daarnaast is hij redacteur van de webzines ‘blue-turns-grey’ en ‘de Recensent’. |
Hans den Hartog Jager (1968) is schrijver en kunstcriticus. Zijn meest recente boeken zijn Haai op sterk water, een bundeling van zijn essays over kunst en Dit is Nederland, een overzicht van de Nederlandse schilderkunst aan de hand van tachtig toonaangevende schilderijen. |
Sanneke van Hassel (1971) debuteerde in 2005 met de verhalenbundel IJsregen. Twee jaar erna volgde de bundel Witte veder. Beide bundels werden meerdere malen genomineerd en Witte veder ontving uiteindelijke de bng Nieuwe Literatuurprijs. In het voorjaar van 2006 verbleef zij drie weken in Sarajevo. Van deze reis deed ze verslag in Snippers Sarajevo, dat gepubliceerd werd in Tirade. |
Ineke Holzhaus (1951) schrijft gedichten, toneelteksten en hoorspelen. In april 2008 verscheen bij uitgeverij Wagner en van Santen: Hond in Pompei. |
Mirjam Lafleur (1952) is celliste en lijstenmaakster. Eerder dit jaar verscheen een verhaal van haar in De Gids. |
Martijn Meijer (1974) is filosoof en freelance journalist. Hij publiceerde twee romans: Arthurs Apocalyps (2005) en Foute man (2008). |
Erik Menkveld (1959) schrijft poëzie en proza. Publicaties: De karpersimulator (1997) Schapen nu! (2001) en Prime Time (2005). In 2007 verscheen zijn boek Met de meeste hoogachting, met brieven/essays bij Van Oorschot. Menkveld is oud-redacteur van Tirade. |
Jan van Mersbergen (1971) debuteerde in 2001 met de roman De grasbijter, die genomineerd werd voor de Debutantenprijs. Vervolgens verschenen de romans De macht over het stuur, De hemelrat, en in 2007 Morgen zijn we in Pamplona. Deze laatste roman werd genomineerd voor de Halewijnprijs en de bng Nieuwe Literatuurprijs, zal in vertaling verschijnen in Frankrijk (Gallimard) en Duitsland (Kunstmann), en inmiddels wordt er gewerkt aan de verfilming (idtv/Motel). |
Manet van Montfrans (1944) doceert Europese literatuurgeschiedenis en Franse letterkunde aan de UvA. Ze promoveerde in 1999 op een proefschrift over vormdwang en autobiografie, getiteld Georges Perec. La Contrainte du réel (Rodopi). In 2003 verscheen van haar bij De Arbeiderspers Georges Perec, een gebruiksaanwijzing. Zij publiceert regelmatig in binnen- en buitenland over hedendaagse Franse literatuur en is redacteur van het tijdschrift Marcel Proust Aujourd’hui (Rodopi). |
Vonne van der Meer (1952) is schrijfster, haar laatste roman Take 7 verscheen in 2007 bij Uitgeverij Contact. |
Roos Ouwehand (1968) is actrice en columniste voor NRC Handelsblad. Na haar studie aan de toneelschool in Amsterdam, werkte ze tien jaar bij Toneelgroep Amsterdam. De afgelopen jaren was ze te zien in Leef!, TBS en als Hannah de Swaan in Keyzer en de Boer Advocaten. In oktober verschijnt Warm Beton en andere verhalen (een verzamelbundel columns) en in februari 2009 Eigenlijk ben ik Spaans, over de acteur Joop Admiraal. |
Lodewijk van Oord (1977) doceert geschiedenis van het Midden-Oosten en conflictstudies aan het United World College in Wales. Gedichten verschenen eerder in De Revisor, proza in De Gids. Hij schrijft regelmatig over het Palestijns-Israëlische conflict. Zijn essay ‘Drijfzand en dronkenschap’ werd genomineerd voor de Banning essayprijs 2008. |
Wouter van Oorschot (1952) is uitgever. |
Ester Naomi Perquin (1980) is dichter en redacteur van Tirade. Zij debuteerde in het voorjaar van 2007 met de bundel Servetten halfstok. Haar nieuwe bundel verschijnt in het voorjaar van 2009 bij Uitgeverij Van Oorschot. |
Ton Rozeman (1968) is schrijver-dichter en pleitbezorger van het korte verhaal. Hij studeerde Nederlands en volgde de vierjarige opleiding aan het Colofon, waar hij sinds enkele jaren zelf doceert. Hij publiceerde twee goed ontvangen verhalenbundels, die werden bekroond met het Charlotte Köhler Stipendium. Onlangs verscheen zijn novelle Nu gaat het gebeuren. Meer informatie op www.tonrozeman.nl |
Tomas Schats (1976) studeerde aan de Academie voor Beeldende Kunst en Vormgeving in Den Bosch. Zijn tekeningen en animaties zijn eenvoudige, lichtvoetige observaties, gemaakt met simpele middelen maar met een grote poëtische zeggingskracht. De werken zijn dicht-op-de-huid, wellicht ook naief, maar niettemin scherp. |
Martin Vesseur werd in 2001 en 2002 uitgeroepen tot Nederlands beste reclameschrijver. Hij schrijft reclamecopy en bedenkt reclamecampagnes te Amsterdam. Vesseur publiceerde eerder in literair tijdschrift De Brakke Hond en in 2007 in Mobius Magazine (usa) het verhaal ‘In Snuff Park’. |
Boris Vriens (1970) studeerde geschiedenis en is huisman in een Brabants dorp. ‘De porseleinzaak’ is zijn debuut. |
Menno Wigman (1966) is dichter en bloemlezer. Zijn bundel Zwart als kaviaar (2001) werd bekroond met de Jan Campert-prijs. In 2006 publiceerde hij Het gesticht, een literair logboek over zijn verblijf als writer in residence in de psychiatrische kliniek van Den Dolder. |
Miek Zwamborn (1974) is schrijver en beeldend kunstenaar. Zij publiceerde Oploper (2000) en Vallend hout (2004) en werkt aan haar derde boek Kladsteen. |