En als de wereld zou vergaan, zomaar opeens en alles op het land zakt weg, zomaar ineens, zouden we het dan ook weten op dit zeilschip? Zo zonder computer, tv, telefoon, vliegen de vissen dan door, over zee, zo gewoon?
In de tropen zitten we, het is niet onopgemerkt gebleven. De Kreeftskeerkring zijn we eergisteren gepasseerd, niet dat het zoveel anders was ineens, de vissen vliegen nu, laag over het water scheren ze. Ze lijken nog het meest op zwerkballen uit speelfilms van jaren terug.
Toen ik hier een van de eerste keren in mijn leven zeilde begon de niet zo praatgrage kapitein met wie ik voer opeens te vertellen. Het was een verhaal over zijn eerste oceaanoversteek. Hij liftte zoals zo veel mensen doen met kleine scheepjes mee van de ene kant van de oceaan en weer terug. Hij was op Las Palmas op een Franse catamaran terecht gekomen. Eenmaal een aantal dagen buitengaats besloot hij te gaan douchen en kwam erachter dat er witte wijn uit de douchekop kwam. Ze hadden de watertanks opgevuld met wijn en hadden hem daarover niks verteld. ‘Kon ik dat geloven?’ Zei hij. ‘Ze hadden het water in wijn veranderd en het niet eens aangekondigd! Een optimale oversteek?’ Hij vertelde dat het verschrikkelijk geweest was, tandenpoetsen met witte wijn, ontbijten met witte wijn, middag eten met witte wijn, het hele schip stonk naar witte wijn. Hij wist niet hoe snel hij van het schip af moest komen, eenmaal geland aan de overkant. Toen was het verhaal klaar, met een grijns zweeg hij weer, keek uit over de oceaan. Hij rookte zijn sjekkie en zei drie dagen niets meer, staarde naar de einder.
Het oceaanzwijgen was bij ons nog net niet ingedaald toen we het nieuws hoorde van de nieuwe president. Hij kwam wel met grootse aankondigingen, het water zou wijn worden, een gouden eeuw brak aan. En daarna de zondvloed. We ontvingen het bericht net onder de kust van La Gomera. Dat dit ons dat nu moest overkomen, al zeilend onder de kust van La Gomera.
Acht jaar daarvoor voer ik ook ergens op dezelfde oceaan toen dezelfde president aan de macht kwam. We voeren met veertien treurige Duitsers en een koelkast vol vlees. Het zou mijn langste oversteek ooit worden, in ieder geval qua gevoel. Net voorbij de Kaapverdië, op het punt dat we zo ver waren meegezeild met de tradewinden dat we eigenlijk niet meer terug konden, kwamen we erachter dat onze watermaker geen druk op bouwde. Dat kwam wel zonder aankondiging, we hadden slechts een kleine tank van 2000 liter water, en ik vroeg me af wat beter zou zijn geweest: 2000 liter wijn of 2000 liter water…
Via de Inmarsat verbinding mailden we met de rederij over dat we geen water meer hadden. Toen we contact legden met de wal bedachten we ons dat er ook een nieuwe president moest zijn ergens ver weg in Amerika. De Duitse rederij waarvoor we voeren wilde echter niet meedelen wie de president was en wenste ons veel succes met de watermaker. Of we geen mailtjes meer wilde sturen want die waren in die tijd nog erg kostbaar om te verzenden. We wasten ons met zout water, kookten met zout water, dronken zo weinig mogelijk en waren waarschijnlijk de laatste mensen op de wereld die niet wisten wie de President van Amerika was. Uiteindelijk kwamen we aan in Martinique. De koelkast was nog steeds halfvol vlees en de helft van de bemanning stapte op.
De wereld is inmiddels veranderd, bij Duitse rederijen vaar ik niet meer en via Starlink hebben we nu bijna allemaal internet aan boord en zo lazen we een week geleden onder La Gomera dat herhalingen bestaan. Zo gaat dat ook in met het leven. Na oversteken met wijn zijn er oversteken met water.
En de zon kwam zo mooi op net, blauwe golven breken om ons heen. De noordooster wind duwt ons met alle vierkante zeilen boven ons schip richting Kaapverdië. Vliegende vissen surfen van ons weg en iemand maakt de nieuwe wacht wakker. De kinderen maken cake, ik ruik de geur van koffie en mijn haren zijn zilt van de zee. Het is een rustige oversteek, op water en cake, we hebben er eigenlijk ook geen gouden eeuw of nieuwe beloftes van verre presidenten voor nodig om aan de overkant te komen. Laten we de schermen maar uit laten, cake bakken en de verhalen opschrijven. Soms is het goed je mond te houden op de oceaan voor drie dagen lang. En opeens herinner je weer een verhaal, verteld het aan de bemanning of je schrijf het op. En dat is misschien het enige dat uiteindelijk overblijft, de zee, de vliegende vissen, de wind en de verhalen.