H. van Grevelingen (1910–1947) was het pseudoniem van J.W.C. Verhage. Tijdens zijn korte leven werkte hij als oogarts te Hengelo, daarnaast publiceerde hij twee romans: Het onverbreekbaar zegel (1946) en Spel zonder inzet (1946). Na zijn dood verscheen Stilte om een paleis (1949). Hoewel zijn boeken onder andere door Vestdijk en Greshoff geprezen werden, raakte zijn werk snel vergeten. Van Grevelingen nam actief deel aan het culturele leven in Hengelo, speelde altviool in een strijkkwartet en een pianokwartet en was actief in de regionale Alliance Française. In 1998 verscheen zijn Verzameld werk, met daarin nog ongepubliceerde essays en een onvoltooide novelle.
Verzameld werk
‘Als er gradaties bestaan van vergeten dan is H. van Grevelingen in zijn hoedanigheid van vergeten auteur onovertroffen. Zijn gemiddelde lotgenoot uit de hier bedoelde categorie roept de reactie op: ach ja, natuurlijk, die was er ook nog, vreemd dat geen mens meer aan hem denkt. Maar Van Grevelingen? Zelfs niet-dementen die, gezien hun leeftijd en hun interesses, ooit doordrongen moeten zijn geweest van zijn reputatie, halen doorgaans hun schouders op: Van Grevelingen, zegt u? Nooit van gehoord.’
Zo begint de schrijver-slavist Kees Verheul zijn nawoord bij dit Verzameld werk van H. van Grevelingen (1910-1947), de jong gestorven schrijver van wie in de jaren veertig drie romans verschenen zijn: Het onverbreekbaar zegel (1946), Spel zonder inzet (1946) en Stilte om een paleis (1949). Het eerste en het derde boek werden onder meer door Vestdijk en Greshoff hoog geprezen. Als een grensfiguur kwam Van Grevelingen terecht in de overzichten van de moderne literatuur die in de jaren vijftig verschenen. Dit verhinderde echter niet dat hij al snel vergeten raakte. Zijn boeken verkochten matig en zijn nooit herdrukt, ondanks pogingen van W. van Leeuwen, die Van Grevelingen persoonlijk gekend had, hem in de jaren vijftig en zestig opnieuw onder de aandacht te brengen. Pas nu, door de uitgave van het Verzameld werk, zal duidelijk worden dat Van Grevelingen ten onrechte vergeten is geraakt en dat zijn fijnzinnig proza door de afstandelijke vormgeving en ontroostbare klank ook na vijftig jaar nog ontroert.
In dit Verzameld werk zijn behalve de drie romans, het essay Aldous Huxley, Time must have a stop en een fragment uit de onvoltooide novelle Tussen dag en nacht opgenomen.