- Twee brieven aan de redacteur van ‘Le Censeur’ Paul-Louis Courier
- Rembrandt als genie door J.A. Emmens
- Twee gedichten van Jan van Nijlen
- Een partijtje door H.B. Schneiders
- Aan Amsterdam
- Demonteren en steriliseren door D. Hillenius
- Tsjechow als briefschrijver door C. Bittremieux
- Bij de binnenplaat van N. Wijnberg
- Mattheus Verdaasdonk
- De vermoorde onschuld door J. Eijkelboom
- Dit boekje behoort aan A.P. Tsjechow. S. Petersburg, Kleine Italiaanse straat 18, p.a. Soeworin.
- De madrigaal-comedie
- Edgar Tytgat
- Boeken
- Dostojewski's De Jongeling
- Aforismen van Lichtenberg
- Vaders laatste jaar
- Symposion in Berlijn
- De gevaarlijke vierde weg
- Tien dagen in Caïro
- Wat zijn sowjets?
[p. 64]
De man die tot onze ontzetting
godverdomme! riep onder de preek
en ‘t middenschip onder tumult verliet,
is naar thans vaststaat ingesloten
op vordering van negen echtgenoten.
Hij stak het kerkplein over in de zon.
Een vrachtwagen van ongeveer drie ton
– en dit bewijst de voorbedachte raad –
wachtte hem op bij ‘t hek, de motor draaiend;
een sedert lang gezocht individu
zat aan het stuur en het portier stond open.
Toen is hij de terrassen langs gereden;
het was nog vroeg, er was weinig publiek,
wat ongetwijfeld een geluk mag heten.
Hij smeet een rode hier, een blonde daar,
doch overwegend zwartogige vrouwen
op de open laadbak van de vrachtauto,
en knipte van de een de enkels uit,
de lippen van een ander, o f de nagels,
om gek van hoogmoed als hij altijd was
een vrouw naar eigen inzicht saam te stellen.
Knap speurderswerk van ‘t bureau Leidseplein
bracht deze zaak binnen een dag ten einde.
De huiszoeking die bij hem werd verricht
wees uit hoe sluw hij was te werk gegaan.
Hij was geraffineerd in zijn verdichtsels:
hij at hetzelfde brood als u en ik,
hij had een schemerlamp en een dressoir,
een klok, en twee van Goghs uit een bazaar,
en zelfs gebruikte hij dezelfde postzegels.
Hij onderscheidde zich in niets van ieder ander.
Tenminste ogenschijnlijk, want
men vond, verborgen op zijn zolder,
een koffer vol kolder:
een regenboog uit achttienhonderddrie,
een windvlaag in de pauselijke kleuren,
een half gedraaide loer,
een vaas met weduwen,
een kassa vol barnstenen meisjes-navels.
Wat had hij nog een onheil kunnen stichten!
Nu zit hij vast; hij kan niets meer uitrichten.
De orgelman strooit kruimeltjes muziek
over de tafeltjes van het terras.
De vogels vreten niet. Hun ziel verdraagt
de gloed des tijds dank zij een zonnebril.
Een blaffende bouvier met witte halsband
– een soort pastoor die voor de dieren preekt –
vergeet zin tekst en paart. Ik drink mijn glas leeg
en wenk de ober, een magere merel
met een bedroefde vlinder op zijn keel.
Zijn linkerpoot in witte doek gespalkt
hinkt hij nabij, en wijzend op mijn glas,
zegt hij, onhoorbaar haast: ‘ik heb geen wijn meer,
wij kampen al heel lang met een tekort.
De aanvoer is al weken uitgebleven.
Nog niets vermoedend dachten wij aanvanklijk
dat men door werkstaking of anderszins
in ‘t buitenland ‘t contract niet na kon komen.
Maar ‘t blijkt dat aan de grens elk leven ophoudt.
In heel de branche heerst ontsteltenis;
geen mens die zich bekommert om ons lot.
Men tracht nog wel de aandacht af te leiden
en geeft van wat er is nog mondjesmaat,
maar op de duur wordt het geheim publiek.’
Hij wordt geroepen, en hij wendt zich af.
Vanuit mijn stoel zie ik hoe hij betogend,
glimlachend, telkens weer om uitstel vraagt.
Een kalkoen achter mij roddelt spaghetti
die ik weer uitbraak met kokhalzend oor,
en ‘t onweer dat geduldig als een jager
al uren op de loer lag, schiet zijn blikken
windbuks leeg in de bomen. Het stortregent.
De vogels vluchten snaatrend in paniek,
hun natte vlerken slepen over ‘t asfalt.
Ik blijf alleen. De regen lest mijn dorst.
Wingardium leviosa
Op een feestje vroeg ik op zeker moment aan mijn gesprekspartner of hij een lezer was. Hij zei van niet. Maar vroeger had hij wel veel gelezen, haastte hij zich te zeggen. Ergens op de middelbare school was het misgegaan. De grijze jager had hij verslonden. Thuis had hij de hele serie staan. Ik ook – ik...
Lees verderEn als de wereld zou vergaan
En als de wereld zou vergaan, zomaar opeens en alles op ‘t land zakt weg, zomaar ineens, zouden we het dan ook weten op dit zeilschip? Zo zonder computer, tv, telefoon, zouden we het weten? Vliegen de vissen dan door, over zee, zo gewoon? In de tropen zitten we, het is niet onopgemerkt gebleven. De...
Lees verderGebroken verzen; kromme naalden
Ik schrijf niet graag over mezelf en nog minder over mijn leven, want ik vind dat allemaal maar weinig interessant. Dat is: ik vind mezelf en mijn leven maar een saaie zielige bedoeling. Mijn leven lang (wat voor velen nog kort is, maar aangezien ik niet anders ken, voor mij toch echt wel heel erg...
Lees verder
Blog archief