[p. 93]
Wiel Kusters
Leguaan
Een ouwe zak, de leguaan.
Geen haren, wel een kam.
Een hoes van stof, maar zonder rits.
Een lange beurs, maar zonder naad.
Complicatie: kop en poten.
Teveel. Die hadden nog ontbroken.
Ontwikkeling? Krijgt hij het spits?
Langzaam ademen. Liggen. Staan.
Zijn poten trekt hij in, zijn ogen zijn al binnen.
Nu is hij rond, nu houdt hij op met likken.
Een stoffen bal. Is hij het die daar ligt
in de late kinderkamer, bij het raam?