- K. Michel In het vijfde element
- Vonne van der Meer Het zingen, het water, de peen
- Robert Anker Gevoelige beelden
- L.F. Rosen
- Paul Meeuws Handenarbeid
- Katrien Hirs Maria
- Michaël Spaan ‘Wreed’?
- Marieke Jonkman
- Pieter A. Kuyk Wanda
- Antoine Uitdehaag
- H. Brandt Corstius De knuppel
- Marko Fondse 1945: Charles B. Timmer en Majakovski
- Charles B. Timmer De Sovjetliteratuur en het ideaal der vrijheid
- Willem Jan Otten Vaders van de gedachte Hoorcollege over Arthur Schnitzler
- Herlezen Engeland is gesloten
- Poëziekroniek
[p. 235]
Zo wil ik zingen! Levenslang gewijd
aan lippendienst en akoestiek vergeet
ik liedjes van heldhaftigheid.
Ik heb nu aria’s. H-o-o-o-o
niet van honing maar van holy.
Vrijspraak uit het middenrif, de buik,
de dijen, kuiten, voeten, hier sta ik
en dood met klanken de vriendinnen.
Hun jaloezie kan nooit beminnen.
Geroepen geef ik leegte door:
sneeuwvlokstructuur van de muziek
en stilte van de ongenoemde naam.
[p. 236]
‘T bestaat uit stromen langs de gele
en sneeuwwitte uiterwaarden met de vele
plotselinge vogels in de lucht.
Noem ‘t toch moederlijk. Wat een uitvlucht!
Welke moeder schreeuwt verrader
bij het nest? ‘t Is ook geen vader,
het stroomt langs innerlijke waarden
met roodbont vee en zwarte paarden
in groene velden, geel van de eerste snee.
[p. 237]
Achterover dit hoofd, vrij de keel,
de kin hoog in de lucht, ik hang
nog niet, ik speel maar wat.
Waarom zo bang en zo gespannen,
doodsbang voor de boom die wurgt
en voor de struik die wondt?
Weg van toezicht, uit het gebied
van achterdocht draag ik het uit:
er is voor mij geen therapeut.
Ik kan niet rusten in de onbeheerde
tuinen die ik zelf ontworpen
heb en snijdend onderhoud.
[p. 238]
Wees fier, een trotse meid, het hoofd rechtop,
het paardestaartje verticaal, idem het hart.
Werp Zeeuwse knopjes weg, neem lange hangers,
laarzen, een schotse ruit met breedgesmede speld.
Je heupen staan breeduit, glad, glanzend ben
je zonder franje, zijde streelt de vingertoppen.
Verman je, doe niet zo verwijfd. Je wordt gestraft
met landarbeid, verwijderen van vissekoppen.
Dans als een god voor hemelsbrede spiegels.
[p. 239]
Zo naakt en wijdbeens heb ik nooit gestaan,
met armen in de lucht. Ik durfde niet maar nu.
Geen keten maar een sieraad is mijn hoofdband.
Granaat voelt als graniet. Niemand die mij ziet.
Wat kapot is maak ik heel, ik ben de nieuwe
Florence Nightingale. Borst vooruit, hoofd
en hals rechtop. De arm, gebogen of gestrekt,
werpt levend lamplicht op de dodelijkste bek.
Wingardium leviosa
Op een feestje vroeg ik op zeker moment aan mijn gesprekspartner of hij een lezer was. Hij zei van niet. Maar vroeger had hij wel veel gelezen, haastte hij zich te zeggen. Ergens op de middelbare school was het misgegaan. De grijze jager had hij verslonden. Thuis had hij de hele serie staan. Ik ook – ik...
Lees verderEn als de wereld zou vergaan
En als de wereld zou vergaan, zomaar opeens en alles op ‘t land zakt weg, zomaar ineens, zouden we het dan ook weten op dit zeilschip? Zo zonder computer, tv, telefoon, zouden we het weten? Vliegen de vissen dan door, over zee, zo gewoon? In de tropen zitten we, het is niet onopgemerkt gebleven. De...
Lees verderGebroken verzen; kromme naalden
Ik schrijf niet graag over mezelf en nog minder over mijn leven, want ik vind dat allemaal maar weinig interessant. Dat is: ik vind mezelf en mijn leven maar een saaie zielige bedoeling. Mijn leven lang (wat voor velen nog kort is, maar aangezien ik niet anders ken, voor mij toch echt wel heel erg...
Lees verder
Blog archief