- H.H. ter Balkt
- Benno Barnard Brussel, 1976-1984
- J. Bernlef
- Huub Beurskens
- Steeds zilter waait dun ratelend metaal
- Elisabeth Eybers
- Eva Gerlach Man op de muur met vuurpijl
- Peter Ghyssaert
- Elma van Haren
- Judith Herzberg Het wachten op de halte
- Marieke Jonkman
- De glazenwasser
- Rutger Kopland
- Gerrit Kouwenaar
- Jan Kuijper Albumblad voor T. van Deel
- Jan Kuijper Nijhoff, ik, Appel, Isoude en ik
- Ed Leeflang
- Leonard Nolens
- Tonnus Oosterhoff
- Kees Ouwens
- Martin Reints
- Leo Vroman
- Elly de Waard
- Rogi Wieg
- Ad Zuiderent
[p. 310]
Geslaagde spronge wat my pen soms maak
kan ‘k slegs met moeite tuisbring of vermom
asof ek doelbewus die kluts bewaak;
nouliks van die geboortesskrik bekom,
moet ek ontreddering blindelings vertrou
om hier en daar ‘n oop seer aan te raak,
per toeval iets herkenbaar te ontvou.
[p. 311]
Asimmetrie, wat ek hartstogtelik haat,
skilder sy uithangbord op my gelaat.
Goed, dink ek dan as ek die spieëlskrif lees,
sonder die gangbare reëlmatigheid
so broodnodig vir welgevalligheid
mag ek voortaan hopelik ‘n grapjas wees.
Die oninnemende, bisarre taak,
gedwonge afsweer van konformiteit,
beloof behalwe ontsteltenis ook vermaak
en kykers tot toegeeflikheid bereid.
[p. 312]
Mylpaal gehaal, wat onvermydelik blyk
tensy jy dit vroegtydig kon ontwyk
deur alles wat daar in en om jou is
met skoonskipywer grondig uit te wis.
Die teësinnige getal probeer
om wat hom opgedring word af te weer
– skynheilige vertoon van waardigheid
plus hoflike, verpligtende jolyt –
en om by vroeër jare aan te sluit
sonder één hol, verwarrende geluid.
Bedagsaam trek jy jou pantoffels aan
om na die badkamer en die kombuis te gaan
waar die aanvanklike dinge voortbestaan
in stille tarting van kortstondigheid.
[p. 313]
Selde, en steeds onverwag,
swel ‘n klanklose kreet in my keel
oor alles vergaan en vergeet
wanneer die ritmiese dag
swig vir onomkeerbare nag
van absoluut niks meer weet.
Omdat menslike waardigheid
my nog altyd smoor soos ‘n kleed
kan ek die dierlike kreet
nie ten gehore bring:
die geluid wat my strot binnedring
flits buite bestek van ore,
geen omstander sal dit noteer
véér die beklinkende keer.
Tot dán geld ek bloot als gebore.
Wingardium leviosa
Op een feestje vroeg ik op zeker moment aan mijn gesprekspartner of hij een lezer was. Hij zei van niet. Maar vroeger had hij wel veel gelezen, haastte hij zich te zeggen. Ergens op de middelbare school was het misgegaan. De grijze jager had hij verslonden. Thuis had hij de hele serie staan. Ik ook – ik...
Lees verderEn als de wereld zou vergaan
En als de wereld zou vergaan, zomaar opeens en alles op ‘t land zakt weg, zomaar ineens, zouden we het dan ook weten op dit zeilschip? Zo zonder computer, tv, telefoon, zouden we het weten? Vliegen de vissen dan door, over zee, zo gewoon? In de tropen zitten we, het is niet onopgemerkt gebleven. De...
Lees verderGebroken verzen; kromme naalden
Ik schrijf niet graag over mezelf en nog minder over mijn leven, want ik vind dat allemaal maar weinig interessant. Dat is: ik vind mezelf en mijn leven maar een saaie zielige bedoeling. Mijn leven lang (wat voor velen nog kort is, maar aangezien ik niet anders ken, voor mij toch echt wel heel erg...
Lees verder
Blog archief