Joost van den Toorn
Reactie op het artikel van Hans van den Bergh, Tirade 435/2010 nr. 4.
Dat mijn beeld ‘de aardappelmannetjes’, een dergelijk heftige reactie veroorzaakte, is misschien wel de kroon op mijn kunstenaarschap. Ik vind het op de chantage met Wilders aan het einde na, ook een moedig artikel en ben het in een aantal opzichten met de schrijver eens. Mijn beeld van de cultuurgeschiedenis, is alleen niet zo nauw academisch, als dat van Hans van den Bergh en omvat naast de algemeen geaccepteerde canon, ook de koekoeksklok, Stonehenge, de dolmen van Carnac, ook voorwerpen uit de stille Zuidzee en maskers van de Eskimo’s. De aardappelmannetjes waren mijn reactie op de bedachte stad Zoetermeer, waar je van woonerven uit de zeventiger jaren, plotseling in de postmoderne jaren negentig terecht komt. Ik wilde met de aardappelmannetjes, de nog verse polder eronder in herinnering brengen. Het is een Tengu beeld. In Japan staan de animistische Tengu-beelden op rotondes en andere plaatsen waar de natuur te rigoureus is weggestopt, om een woonplaats voor de Kami (natuurgeesten) te bieden en zo het kwaad af te wenden. Ik heb het beeld laten inwijden door een Shinto priester. Het is een ontluisterend beeld, van een voor mij brute schoonheid. Eén van mijn beste. De lezer zou de aardappelmannetjes op mijn website zelf kunnen bekijken. Het ontbreken van een afbeelding, stoorde mij bijzonder. Het zijn dan alleen woorden, terwijl mijn wereld die van het beeld is. Ben ik na dit artikel nu de eerste van de nieuwe ‘ontaarde kunstenaars’ en luidt dit het nieuwe politieke klimaat in.
Zie ook www.joostvandentoorn.nl