Tirade 436 / 2010
[p. 195]

Medewerkers aan dit nummer

Wiljan van den Akker (1954) is decaan Geesteswetenschappen en faculteitshoogleraar Moderne Poëzie aan de Universiteit Utrecht. Hij schreef veel over poëzie en debuteerde als dichter met de bundel De Afstand, waarvoor hij de C. Budding’ Prijs kreeg. Samen met Esther Jansma gaf hij in 2006 een vertaling uit van het werk van Mark Strand onder de titel Gedichten eten.
Mischa Andriessen (1970) is schrijver, dichter en vertaler. Hij publiceert geregeld over jazz en beeldende kunst, en vertaalde Amerikaanse poëzie voor Bunker Hill. Werk van zijn hand verscheen in verschillende boeken en literaire tijdschriften. Zijn debuutbundel Uitzien met D, die in 2009 verscheen bij uitgeverij De Bezige Bij, werd bekroond met de C. Buddingh’-prijs 2009.
Jurre van den Berg (1986) is dichter. Hij debuteerde in 2009 met de bundel Binnenvaart bij Uitgeverij Passage.
Philo Bregstein (1932) is schrijver en cineast. Hij debuteerde in 1965 in Tirade met fragmenten uit zijn eerste roman Om de tijd te doden (Sijthoff, 1967).
Bianca Boer (1976) is schrijver en dichter. Zij debuteerde in mei 2007 met de verhalenbundel Troost en de geur van koffie (Uitgeverij L.J. Veen). Dit jaar verscheen haar poëziedebuut Vliegen en andere vogels.
Pim te Bokkel (1983) is dichter. Hij debuteerde in 2007 bij uitgeverij Nieuw Amsterdam met de bundel Wie trekt de regen aan? die genomineerd werd voor de C. Buddinghprijs. In april 2010 volgde De dingen de dingen de dans en de dingen.
[p. 196]
Tsead Bruinja (1974) is dichter en organisator. Hij schrijft Friestalige en Nederlandstalige poëzie. Zijn bundel Dat het zo hoorde (2003) werd genomineerd voor de Jo Peters Poëzieprijs. Meest recente bundels zijn De geboorte van het zwarte paard (Cossee, 2008) en Angel (Bornmeer, 2008).
Floor Buschenhenke (1978) is schrijver, dichter, redacteur en schrijfcoach. Werk van haar hand verscheen in diverse literaire tijdschriften. In oktober 2009 verscheen haar debuutbundel Eiland op sterk water bij uitgeverij Atlas.
Willem Claassen (1982) schrijft verhalen en is programmamaker bij Literair Productiehuis Wintertuin. Hij publiceerde eerder in nrc next, Lava en Op Ruwe Planken.
Anneke Claus (1979) is dichter. Haar poëziedebuut bonzai! verscheen in 2005 bij Uitgeverij Passage. In 2006 volgden een serie korte verhalen en een stemmenspel, Kogels zijn woorden/Woorden zijn kogels (Philip Elchers, 2006), waarvoor ze het Belcampo Stipendium ontving. In oktober 2008 volgde de bundel Dat was dat. Van 2009 tot 2011 is Anneke Claus stadsdichter van Groningen.
Ellen Deckwitz (1982) is dichter en schrijfster. Ze studeerde Nederlands in Groningen. Sinds 2000 is Deckwitz vooral actief als performer. Eind 2009 won zij het Nederlands Kampioenschap Poetry Slam. Deckwitz maakt deel uit van de band Asfaltfeeën, een samenwerking met Ingmar Heytze en Spinvis bassist Cor van Ingen. Haar debuutbundel zal begin 2011 verschijnen.
Hans Dekkers (1954) schrijft romans, korte verhalen, gedichten en theaterstukken. Zijn eerste literaire verhaal De zwarte buste van Bach werd in 1992 gepubliceerd in literair tijdschrift De Revisor. Daarna volgden diverse romans, zoals Begrafenis van de sardine, Het vijfde kwartier en Duizend hotels. Begin dit jaar publiceerde de Wereldbliotheek zijn dichtbundel Een uil in de zon. Dekkers maakt ook deel uit van diverse popgroepen, zoals Bazooka en Das Wesen.
Annemarie Estor (1973) debuteerde begin dit jaar bij de Wereldbibliotheek met de bundel Vuurdoorn me. Ze publiceerde eerder poëzie in literaire tijdschriften als Deus ex Machina, Poëziekrant en Gierik/Nieuw Vlaams Tijdschrift.
[p. 197]
Andy Fierens (1976) is een Vlaamse dichter en performer. In 2009 debuteerde hij met Grote smerige vlinder, waarvoor hij onlangs de Herman de Coninck Debuutprijs ontving.
Dennis Gaens (1982) schrijft proza en poëzie. Daarnaast is hij programmamaker bij literair festival De Wintertuin. Onlangs verscheen zijn debuut ik en mijn mensen bij Uitgeverij Van Gennep.
Hélène Gelèns (1967) is schrijver en dichter. Ze studeerde wijsbegeerte in Amsterdam en publiceerde poëzie, kort proza en essays. Haar debuutbundel niet beginnen bij het hoofd (2006, Sandwich-reeks) werd genomineerd voor de Buddingh’-prijs. Haar tweede bundel Zet af en zweef (Uitgeverij Cossee) werd onlangs bekroond met de Jan Campertprijs 2010.
Eva Gerlach (1948) publiceerde sinds 1979 17 bundels gedichten, waaronder drie voor kinderen. Een selectie verscheen in 2010 onder de titel Het gedicht gebeurt nu, 1979-2009.
Wouter Godijn (1955) is schrijver en dichter. Zijn derde bundel De karpers en de krab werd genomineerd voor de vsb-poëzieprijs. Recente titels van zijn hand zijn de dichtbundel Wiegeliederen en blaaskikkermuziek (Uitgeverij Contact, 2010) en de roman Mijn ontmoeting met God en andere avonturen (Uitgeverij Contact, 2010).
Jaap Goedegebuure (1947) doceert Nederlandse literatuur aan de Universiteit Leiden en is criticus voor Trouw en Het Financieele Dagblad. In oktober verscheen van hem bij Vantilt een boek over hedendaagse Nederlandse schrijvers en religie.
Peter de Groot (1973) is dichter, aforist en hoofdredacteur van Krakatau. nl. In 2005 debuteerde hij met de bundel een nieuwe god | de nieuwe regels. Aforismen van De Groot zijn onder andere te lezen op muren van De Rotterdam Port Experience.
Karel ten Haaf (1962) publiceert proza en poëzie. Zijn romandebuut Steppen zonder autoped verscheen in 1999. Daarna volgden de romans Geen zomer meer en Bokkenvla. In 2007 verscheen zijn dichtbundel Meisjespijn. Ten Haaf is bovendien actief als revolutionair socialist. In die hoedanigheid schreef hij het boek Peter Drenth: In de geest van Oktober.
[p. 198]
Quirien van Haelen (1981) is dichter en performer. Hij debuteerde in 2005 met de bundel Testosteron (uitgeverij Liverse) en treedt veelvuldig op.
Krijn Peter Hesselink (1976) begon als dichter met optredens bij poetry slams, wat leidde tot deelname aan het Nederlands Kampioenschap Poetry Slam, dat hij in 2006 won. In 2008 verscheen zijn debuutbundel Als geen ander bij uitgeverij Nieuw Amsterdam, in 2009 gevolgd door Stil alarm.
Lucas Hirsch (1975) is dichter en literair producent. Zijn debuutbundel ‘familie gebiedt’ verscheen in september 2006. In april 2009 verscheen ‘tastzin’. Zijn derde bundel ‘Freak Show’ is in voorbereiding.
Arnold Heumakers (1950) is als literair criticus werkzaam voor nrc Handelsblad. Hij publiceerde diverse essaybundels, onder andere Schoten in de concertzaal (1993), De fatale cirkel (1997) en De schaduw van de Vooruitgang (2003).
Rouke van der Hoek (1952) is dichter. Zijn meest recente bundel Wolventeldag verscheen in 2008 bij uitgeverij Atlas.
Philip Hoorne (1964) is dichter, schrijver en bespreekt poëzie voor het Vlaamse blad Knack en de Poëziekrant en schrijft ook voor Awater. Hij is tevens oprichter van Poëzierapport. Zijn eerste bundel Niets met jou werd genomineerd voor de Vlaamse Debuutprijs en zijn tweede, Inbreng nihil, voor J.C. Bloemprijs. Zijn derde bundel verscheen in 2005 en heet Het ei in mezelf.
Boudewijn van Houten, geboren in 1939, studeerde Nederlands in Utrecht en Rechten in Amsterdam, welke beide studies hij niet afmaakte. In 1970 debuteerde hij bij De Arbeiderspers met de roman Onze hoogmoed. Daarop volgden zo’n vijftien andere boeken, meest autobiografisch van aard, al of niet verkapt. Zijn allereerste literaire artikel ging over Ben Traven en verscheen in Tirade. Later schreef hij veel in Elseviers Magazine en HP/De Tijd.
Sylvia Hubers (1965) is sinds vorig jaar stadsdichter van Haarlem en publiceerde eerder de bundels Men zegt liefde en Terug naar de apotheker. Haar laatste bundel heet Vandaar dit huwelijksleven en verscheen in 2009 bij Prometheus.
[p. 199]
Sasja Janssen (1968) is dichter en schrijver. In 2007 verscheen bij Uitgeverij Querido haar debuut Papaver. In juli 2010 kwam haar tweede dichtbundel uit, Wie wij schuilen.
Petra Else Jekel (1980) debuteerde in 2009 bij Uitgeverij Passage met de dichtbundel Oer. Samen met Daniël Dee was ze huisdichter van de Rijksuniversiteit Groningen. Ze publiceerden de bundels Startschot, De Rode Route en Dubbelblind.
Atte Jongstra (Terwispel, 1956). Schrijver, dichter, criticus, vertaler. Recente titels: De avonturen van Henry 11 Fix (roman, 2007), Klinkende ikken (autobiografie, 2008), De heldeninspecteur (roman, 2009). Jongstra werkt momenteel aan een essayboek over het werk van Multatuli.
Hans Kloos (1960) is een Nederlandse dichter, schrijver en vertaler. In 2010 verscheen van zijn hand Je ziet hier iedereen voorbijkomen – de Westerparkse gedichten.
Peter Knipmeijer (1970) is dichter. In 2010 verscheen zijn debuutbundel Tweelingsterren bij Uitgeverij de Contrabas.
Frederik Lucien De Laere (1971) is dichter. Hij publiceerde de dichtbundels Paniek in het circus, De martelgang en Secuur bij uitgeverij Poëzie Centrum.
Delphine Lecompte’s (1978) debuutbundel De dieren in mij verscheen vorig jaar bij Uitgeverij Contrabas. Lecompte leest Cendrars, luistert naar Nick Cave, en verzamelt geen opgezette vogels meer. Wel is ze nog steeds verliefd op een oude kruisboogschutter.
Peter M. van der Linden (1960) is een dichter die sterk op beeld en klank is gericht. Zijn prikkelende voordrachten bevatten rap-elementen, klank-improvisaties, absurde humor en haarscherpe observaties van vijvers. In 2005 verscheen zijn debuutbundel/cd Ich bin ein star baby, bij uitgeverij Vassallucci. De bundel Zendag.
Erik Lindner (1968) is dichter en poëziecriticus. Hij debuteerde in 1996 met de dichtbundel Tramontane (Perdu). Hij publiceerde vervolgens Tong en trede (De Bezige Bij, 2000) en Tafel (De Bezige Bij, 2004). In 2010 verscheen Terrein (De Bezige Bij).
[p. 200]
Gilles van der Loo (1973) woont in Amsterdam en is schrijver van korte verhalen. Hij debuteerde in Tirade 432 met het verhaal ‘Palermo’.
Margerite Luitwieler (1960) is kunstenaar en dichter. In april 2010 verscheen Op hoge hakken de trap op rennend bij Nijgh & Van Ditmar, een kunstenaarsboek met gedichten en illustraties.
Geerten Meijsing (1950) Hij publiceerde in het begin van zijn carrière samen met Keith J.R. Kanger Snell onder de naam Joyce & Co. Onder de naam Joyce & Co verscheen tussen 1975 en 1986 een drietal werken, die tezamen de ‘Erwin-trillogie’ worden genoemd: Erwin, 5 oktober 1972 (1975), Michael van Mander (1979) en Caecilia (1986).
Hanz Mirck (1970) is schrijver, dichter, docent creatief schrijven en vertaler. Hij debuteerde in 2002 bij uitgeverij Vassallucci met de bundel Het geluk weet niets van mij, die werd genomineerd voor de C’ Buddinghprijs. Zijn tweede bundel Wegsleepregeling van kracht verscheen in 2006 en werd bekroond met de J.C. Bloemprijs. Mirck’s meest recente bundel is Archiefvernietiging (2008, Uitgeverij Prometheus).
Thomas Möhlmann (1975) is dichter, poëziemedewerker van het nlpvf en hoofdredacteur van poëzietijdschrift Awater. Zijn debuutbundel De vloeibare jongen verscheen in 2005 bij uitgeverij Prometheus, in 2009 gevolgd door Kranen open.
Huub Mous (1947) is kunsthistoricus en publicist. Eerder verscheen in De Gids zijn essay ‘Secularisering en geestesziekte’. Zie ook: www.huubmous.nl.
Jeroen Naaktgeboren (1977) schrijft poëzie en performanceteksten. In 2007 werd hij benoemd tot de eerste Hij is de dichter van De Woorddansers, die in 2003 de landelijke finale van Poetry Slam wonnen. In 2007 werd Naaktgeboren benoemd tot eerste stadsdichter van Rotterdam.
Ko Norderisk (1973) is dichter. Hij debuteerde in 2009 met de bundel The Greatest of the Biggest (uitgeverij Nadorst).
[p. 201]
Kasper Peters (1973) is dichter, schrijver, dramaturg en toneelspeler. Zijn poëziedebuut Hellevaartsdagen verscheen in 2004 bij Uitgeverij Passage. Voorjaar 2009 verscheen zijn tweede poëziebundel Kanaalkoorts.
Carel Peeters (1944) is als criticus en essayist verbonden aan Vrij Nederland. In september verscheen zijn nieuwe essaybundel Genieten voor miljoenen. Over populaire cultuur. Op www.republiekderletteren.nl plaatst hij om de paar dagen een nieuwe bijdrage.
Kees Sluys (1949) was lange tijd redacteur van de VPRO Gids. Nu is hij freelance-publicist. In 2008 verscheen zijn boek Snel, Hoog, Ver – Geschiedenis van de tienkamp (Thomas Rap).
F. Starik (1958) is schrijver, dichter, zanger en kunstenaar. In de periode 2010-2012 is hij de vierde stadsdichter van Amsterdam. Recent publiceerde Starik de dichtbundel Victoria, en de roman De gastspeler (beiden bij Uitgeverij Nieuw Amsterdam).
Peter Swanborn (1963) schrijft sinds 1997 over literatuur in de Volkskrant en publiceerde in diverse literaire tijdschriften, zoals De Gids, Poëziekrant, De Zingende Zaag en Passionate. In 2007 verscheen zijn poëziedebuut Bij het zien van zijn lichaam in de Contrabas-reeks. Deze bundel werd genomineerd voor de C. Buddingh’-prijs. In 2009 publiceerde hij de bundels Een koud bad, 24 liederen onder water in de Zeeuwse Slibreeks en Tot ook ik verwaai bij uitgeverij Podium.
Sander Terbruggen (1972) is dichter. Hij publiceerde in verschillende bloemlezingen en literaire tijdschriften. In 2009 verscheen zijn debuutbundel Fantoom (Windroos / Uitgeverij Holland).
Jabik Veenbaas (1959) is dichter, vertaler en publicist. Dit najaar verscheen zijn vertaling Lyrische balladen van Wordsworth en Coleridge bij Uitgeverij Athenaeum-Polak. Bezorgt samen met Marsha Keja een selectie uit de correspondentie van Chris J. van Geel voor Uitgeverij Van Oorschot.
Rien Vroegindeweij (1944) is (toneel)schrijver en dichter. In 2007 won hij de Anna Blaman Prijs voor zijn gehele oeuvre. Zijn meest recente werk, Later wordt alles echter, een keuze uit de gedichten 1973-2009, verscheen in 2009 bij uitgeverij Nieuw Amsterdam.
[p. 202]
Henk van der Waal (1960) is dichter en vertaler. Hij studeerde filosofie aan de Universiteit van Amsterdam en aan de Sorbonne in Parijs. In 1996 ontving hij de C. Buddingh’-prijs voor zijn debuutbundel De windsels van de sfinx. Zijn bundel De aantochtster (2003) werd genomineerd voor de vsb Poëzieprijs. Ook zijn meest recente bundel Zelf worden werd voor de vsb Poëzieprijs genomineerd.
Gerwin van der Werf (1969) is muziekdocent, componist en schrijver. Hij won de Turing Nationale Gedichtenwedstrijd 2009 voor het gedicht Misbruik. Begin dit jaar verscheen zijn debuutroman Gewapende man bij uitgeverij Contact. Tevens speelt Van der Werf in de coverband New Beetles.
Nina Werkman (1947) begon als dichteres in het Nedersaksisch, plattdüts en Gronings. Haar Nederlandse debuut, Antidata, verscheen in 2009 in de Windroosreeks van Uitgeverij Holland. Die bundel werd genomineerd voor de C. Buddingh’-prijs.