Aan het lijstje van rijke weldoeners die kunst beschikbaar maken voor het volk voeg ik er zes toe: in Parijs zag ik de Collection Pinault, een prachtig op de kunst die het toont toegesneden oude graanbeurs die een formidabele collectie herbergt die zo schitterend samenvalt met zijn omgeving dat je er niet weg te slaan bent. Je ademt vrijer in een goed gebouw. In Duitsland net over de grens vind je er twee naast elkaar: het Insel Hombroich, een schitterend verwilderd park met wonderlijke bomen als de Anna Paulowna boom en de moerascypres waar in een tiental paviljoens prachtige werken bijeen zijn gebracht van heel wisselende afkomst, van Rembrandt tot Oceanische kunst. Je ademt nog beter in een goed park. Een kwartiertje onder vermoeid namiddaglicht over nazomers stoppelvelden sjokken daarvandaan de Langen Foundation, waar in en door Tadao Ando gebouwd museum een overzichtstentoonstelling over Daniel Spoerri te zien was.
Want het schone is niets
dan het juist nog door ons te verdragen begin der verschrikking,
en wij bewonderen het zo omdat het, onaangedaan, versmaadt
ons te vernietigen.
Het zal het ‘schuldig landschap’ waarover we liepen zijn geweest die deze associatie losbikte. De vierde is die waarop dit Rilke citaat uit de eerste Elegie van Duino (vert. W.J.M. Bronzwaer) ook zo op van toepassing lijkt te zijn, het is een boek: Brieven aan Camondo van Edmund de Waal, die in een helaas wat precieus en met teveel ontzag geformuleerde hoeveelheid brieven aan de naamgever van het museum in Parijs dat Camono ter ere van zijn vader en zoon oprichtte de lezer meeneemt naar de kunst en de rijkdom maar vooral ook de verschrikkingen in het leven van deze joodse familie.
Verzamelen. En dan tonen. Walter Benjamin wordt geciteerd in dit boek: ‘Het plezier van de verzamelaar, het plezier van de eenling: alleen zijn met de dingen. Is dat niet het geluksgevoel waarmee onze herinneringen zijn overgoten? Dat we daarbinnen alleen zijn met bepaalde dingen, die ons in hun stilte omringen, en dat dan zelfs de mensen die zeer aanwezig zijn in onze gedachten, deelnemen aan die onwrikbare, gezamenlijke stilte van de dingen. De verzamelaar brengt zijn lot tot stilstand. En dat betekent dat hij in de wereld van de herinnering verdwijnt. […]
En dat houdt sterk verband met de volgende verzameling die op zijn beurt een heel rijk boek vormt: Levensvormen van Lex ter Braak, zojuist verschenen, een verzameling verhalen en kunstwerken in een bezield verband bijeengebracht die je in de gelegenheid stellen – als elk van deze verzamelingen – alleen te zijn met de dingen en deel te nemen aan de gezamenlijke onwrikbare stilte ervan.