Atte Jongstra
Voor het eigen oog
1.
Ick laet den spiegelkloot der groote weerelt staen, En zie vooreerst den mensch, de kleene werelt aen.
(Vondel)
2.
Daer blickt hem vlam in d’oogen.
(Vondel)
3.
Zoeter zicht en zag ik – geen!
(Gezelle)
4.
En gelijk de droom van een nachtgezicht is, alzo zal de veelheid aller heidenen zijn.
(Jesaja 29, 7)
5.
Alexander geplagieerd
6.
Met alle groote spiegeldaaden is iets onbillijks gemenght.
(P.C. Hooft)
7.
Elke overeenkomst met de samenspanning die werkelijkheid wordt genoemd berust op werkelijkheid. Anders is er geen sprake van overeenkomst.
(Ludwig ii van Beieren)
8.
Guten Tag, Freunde. Es wird Zeit für mich zu gehen.
(Reinhard Mey)