Domper
Het rooms-katolicisme is een religie van complementaire misstanden. Een deel dat geestelijk verwrongen wordt door de sexuele abstinentie, een ander deel dat lichamelijk kapot gaat door de gevolgen der non-abstinentie.
*
Wat is toch het wezen van die wonderen, vroeg ik een rooms-katoliek.
Wel, zei hij, het grote werk van onze lieve heer is eigenlijk wat mislukt. Maar zo nu en dan slaagt er op eens een kleine truc, en daarmee troosten we ons dan weer: de schepping ging mis, radicaal ingrijpen is nauwelijks meer te verwachten – maar we merken zo tenminste dat Hij er nog is.
*
Men moet uit ervaring weten welk een rol de zelfspot in het katolicisme speelt. En daarbij, welk een reden men wel tot die zelfspot heeft, hoe weinig reden zich zelf al te veel au serieux te nemen – hetzij dan en massa, quantitatief. – Men is niet in de laatste plaats katoliek quantitate qua.
*
Het rooms-katolicisme is te beschouwen als een omgekeerde pyramide. Niet: hoeveel engelen kunnen dansen op de punt van een naald, maar: hoe bouwt men een kolos als de kerk op één bijbelcitaat: ‘Gij zit Petrus, de rotsman, en op deze rots zal ik mijn kerk(?) bouwen.’
*
Het rooms-katolicisme: een frappant contrast tussen universalistische pretenties en provinciale praktijken, in het bijzonder in Nederland. De geest van Van Duinkerken, en de handen en voeten van de KVP.
Een soort provinciaal kosmopolitisme – en dat geldt niet alleen voor Nederland, maar bijna in kosmische zin: de Copernicaanse revolutie heeft nog ternauwernood doorgewerkt, het heelal is in de roomse visie een soort verwaarloosde diocees, een stuk missiegebied wellicht bij eventuele ruimtevaart.
E. NAMAN