Ed Leeflang
Onmogelijke jaren
Over de actualiteit van Nijhoff
‘Wat is dat nou, de actualiteit van een dichter?’, vraagt mijn gastvrouw. ‘Dat interesseert een poëzielezer toch niet?’ En met een gerust hart begin ik haar mijn A4-tje voor te lezen.
Een gedicht als ‘Het veer’ is wat mij betreft even actueel als de brieflezende vrouw van Vermeer. Toen ik dat eenmaal vond, probeerde ik mezelf uit te leggen waarom. Het heeft met de helderheid van de voorstelling te maken, met Hollandse atmosfeer. De belangrijkste overeenkomst moet wel zijn dat gedicht en schilderij zoveel meer oproepen dan zichzelf, dat ze onbegrepen sensaties wekken, dat het minnende in je zich roert, elke keer als je leest of kijkt. Zo innig jegens het lichaamen het aardse was Nijhoff maar zelden.
*
Nieuwe Gedichten en Voor dag en dauw zijn mij het liefste. Die poëzie tekent tot in veelzeggende details een vooroorlogs Nederland. De veerpont is ‘bepakt met passagiers, vee, wagens, fietsen en auto’s soms’. Dat soms is het soms van mijn kindertijd. Net als het koperen naambord, door de werkvrouw smetteloos gepoetst, het wonder van richtingaanwijzers aan een autoped, een stille, lege straat vol ongeleefd leven en onbestemd onheil. De bewoners van die straat zijn dood. Nieuwe kwellen zich met soortgelijk falen. En het is al beschreven.
*
Met de evangeliserende Nijhoff weet ik geen raad, met het hoge gedachtengoed van A. Roland Holst ook niet. Er bestaat misschien wel verkondigende poëzie die blijvend bevalt; er willen me geen voorbeelden te binnen schieten.
*
In die late gedichten vind je de fiets, de poetsmand, de zakdoek, de fluitketel, de peer van een lamp, de tekentafel, serpentines. Blijkbaar wilde iemand het weer eens hebben over huur betalende burgers in plaats van over zoekers, zwervers, verworpenen der aarde, gedoemde dichters. Die gewone attributen suggereren aandacht voor het alledaagse leven en het menselijk bedrijf. Die is er ook. Bij Nijhoff blijft dat bedrijf vooral ondoorgrondelijk. Op de klemmende vragen in het bestaan is geen antwoord. Dat is zijn moderniteit in een periode dat er nog volop grote en afdoende lijkende antwoorden voorhanden waren.
*
Bezie je Nieuwe Gedichten als maaksel, dan raak je niet uitgekeken op technisch raffinement dat zich niet opdringt, op het spreektalige naturel, op de vitaliteit van gangbaar, ongewichtig en verstaanbaar Nederlands. Vergelijk je dat met de meeste poëzie van na de oorlog, dan is Nijhoff amper actueel. En nog steeds voorbeeldig.
Ed Leeflang