Elisabeth van Nimwegen
Vrudduvudde
I want you to know that my feelings are true, I really love you, you’re my best friend.
queen
Daphne, Minke, Barbara, Cin en Mariëtte: de beste vriendinnen uit mijn leven in chronologische volgorde. Het feit dat het er vijf zijn, lijkt af te doen aan het predicaat beste, maar zie ze als vijf estafettelopers die elk op hun beurt het stokje van meest bijzondere vriendschap hebben doorgegeven.
In de tijd dat Minke voor een langere periode in Griekenland woonde, kwam ze een keer bij me op bezoek met haar twee kinderen. Toen ik de deur open zwaaide schrok ik van de vreemde die voor mijn neus stond: een bijna wit geblondeerde, zwaar opgemaakte vrouw met een bruin, diep decolleté, waar twee gouden kettinkjes op rustten met een kruisje eraan. Door een dikke laag gezichtspoeder en lipgloss heen brak haar lach door, en meteen vielen we elkaar opgelucht en vertrouwd in de armen. Drie jaar hadden we elkaar niet gezien. In die ene seconde van vervreemding zag ik mijn lieve vriendin even zoals ik haar zou zien wanneer we elkaar niet zouden kennen. Wanneer we niet tussen ons negende en vijftiende levensjaar onafscheidelijk samen de wereld hadden ontdekt en veroverd, hoe verschillend we ook toen al waren. Het beeld van haar, waar ik van schrok, was niet alleen een vervelende uitkomst voor haar, de beoordeelde, maar nog veel meer voor mij, de beoordelaar. Het was namelijk een onsympathiek oordeel van een snob, zelf met pseudo-artistieke Noordermarktkleding aan, die de vrouw tegenover zich, sneller dan ze doorhad, indeelde in een SBS6-categorie. Gelukkig vulde het plaatje zich meteen met herkenning en blijdschap die de schrik, en mijn schaamte daarover, in een klap wegvaagde. Eén seconde tussen afkeuring en liefde.
Als ik een woordontwerper zou zijn zou ik voor vriendschap een woord zoeken dat ‘naar je toe halen’ betekent. Familie staat al dichtbij door de bloedband, liefdesrelaties door de seksualiteit, maar vrienden zijn eigenlijk vreemden die je
om een of andere reden naar je toe hebt gehaald. Omdat de ander je fascineerde, aanvulde, inspireerde, omdat je je op onverklaarbare wijze meteen op je gemak voelde bij de ander of tot elkaar veroordeeld was door omstandigheden.
Bestaat er eigenlijk een equivalent van de coup de foudre voor vrienden? Un coup d’amitié? De eerste keer dat ik mijn vriendin Cin zag, in de aula van de toneelacademie, was ik compleet gefascineerd door die jonge vrouw in haar hemelsblauwe jurk met de grote bos rode krullen. Ik wist meteen dat ik bij haar wilde zijn, dat ik haar vriendin wilde worden. Ze had een artistieke charme waar ik als Brabants groentje alleen maar van kon dromen. Gelukkig bleken we in dezelfde klas ingedeeld te zijn. Haar heb ik langzaam naar me toegehaald, bijna verleid, maar dan op vriendschapsniveau. Ik wist dat ik zo op het eerste gezicht geen indruk op haar had gemaakt met mijn gebrek aan stijl en mijn introversie. Maar langzaam maar zeker heb ik mijn geest als een landkaart voor haar open gevouwen en groeide ons contact uit tot de meest intieme, intense totaalvriendschap die ik heb gekend. Een vriendschap in de geest van Montaigne, die in een van zijn zeer persoonlijke essays, ‘Over vriendschap’, de symbiotische vriendschap tussen hem en zijn vriend La Boétie heeft beschreven: twee zielen die wel één leken. Cin en ik deelden alles: onze levens, onze diepste gevoelens, geheimen, gedachten, onze spullen, soms zelfs onze vriendjes: alles.
Bestaat er eigenlijk een equivalent van de coup de foudre voor vrienden? Un coup d’amitié?
Onmogelijk, volgens Montaigne. In hetzelfde essay stelt hij zonder omhaal dat vrouwen niet op dezelfde diepe manier in een vriendschap met elkaar verbonden kunnen zijn als mannen. Hij schrijft hierover: ‘Bovendien missen vrouwen eerlijk gezegd doorgaans het vermogen tot zo’n vertrouwelijke gedachtewisseling, die de voedster is van deze heilige bond; en het lijkt wel of zij mentaal niet opgewassen zijn tegen de beklemming en de dwang van zo’n duurzame verbintenis.’
In eerste instantie maakte deze passage me woest: patriarchale onzin en een grove onderschatting van de verregaande, ook lichamelijke intimiteit die vrouwen met elkaar delen. Juist omdat vrouwen meer verbaal zijn ingesteld en een grotere behoefte hebben dingen met elkaar te bepraten, wordt er veel en tot in detail met elkaar gedeeld. Mijn vriend praat naar eigen zeggen nooit over ons seksleven met zijn beste vrienden, terwijl dat onder vrouwen heel normaal is. Films, boeken, ruzies, gesprekken bij de therapeut: alles wordt besproken.
En toch, ergens voel ik dat mannenvriendschappen, vooral op hogere leeftijd, duurzamer zijn, met minder verloop, hoe graag ik ook het tegendeel zou wil-
len beweren. Maar dat heeft niet te maken met het feit dat vrouwen mentaal niet opgewassen zouden zijn tegen wat Montaigne ‘de beklemming van vriendschap’ noemt. Vrouwen blinken uit in vriendschap in een andere levensfase. Als je de beste vriendschappen bekijkt van meisjes tot een jaar of vijfentwintig dan zijn die beklemmender en veeleisender dan een jongen van die leeftijd ooit van een vriend zal verdragen. De behoefte aan contact tussen beste vriendinnen kan ziekelijke vormen aannemen. Hadden Minke en ik elkaar uit school al de hele middag gezien, ‘s avonds moest er weer gebeld worden en over van alles gepraat, tot mijn vader na meerdere waarschuwingen de stekker uit de huistelefoon trok. Waarna ik op hoge poten naar mijn kamer verdween om op briefpapier verder te gaan met ons gesprek, alleen dan in monoloogvorm.
Jongemeisjesvriendschappen hebben iets obsessiefs. Eigenlijk zijn het een soort mini-huwelijken waarin jaloezie, trouw en overgave uitgetest en geoefend worden. Geoefend voor wat? Voor later, als de inmiddels tot vrouw uitgegroeide jongedame een vaste relatie met een man (of vrouw) aangaat, die de beste vriendin van haar exclusieve troon stoot. Dit klinkt als een constatering uit een handboek voor vrouwen uit de jaren vijftig, maar het is wat ik zelf ervaar en ook om me heen zie. De meeste vrouwenvriendschappen sneuvelen niet uit desinteresse of bijvoorbeeld beroeps- en levensveranderingen maar door de concurrentie van levenspartners.
Met mijn derde beste vriendin Barbara heb ik door India gereisd na mijn middelbare school. Acht maanden lang waren we dag en nacht bij elkaar en kenden we niet alleen alle intimiteiten van elkaars gewoonten en lichaam, maar ook de uithoeken van elkaars geest. Eenmaal terug in Nederland ging zij medicijnen studeren en ik ging naar de toneelacademie, maar de liefde voor elkaar hield stand. Totdat ik een tegelzetter aan de haak sloeg en zij een chirurg, en we na drie mislukte pogingen om onze nieuwe werelden te combineren, steeds minder afspraken. Het dieptepunt was het moment dat ze me niet had uitgenodigd voor haar verjaardag omdat, zo zei ze, ‘jij al die kakkers toch niet zou trekken’. Een vriendelijke manier om te zeggen dat ik met mijn alternatieve stijl en theatrale gedoe niet meer in haar leven paste.
Juist omdat vrouwen zich vollediger hechten dan mannen, klappen die vriendschappen harder. Als vrienden ruzie hebben ontlopen ze elkaar een tijd om vervolgens samen een biertje drinken en er weinig woorden meer aan vuil te maken. Bij vriendinnen moet alles helemaal doorgesproken worden, wederzijdse schuld bekend worden, en betekent een grote ruzie óf een intensivering van de band óf het einde. Vrouwen zijn in vriendschappen sprinters en mannen marathonlopers. Daarom zeggen vrouwen vaker en dramatischer hun vriendschappen op.
Vrouwen zijn in vriendschappen sprinters en mannen marathonlopers
Woorden als vriendschapsverdriet of vriendschapsrouw bestaan niet. Er is geen equivalent van liefdesverdriet voor het gevoel van verlies dat gepaard kan gaan met het verbreken van een vriendschap. Hoewel het beëindigen ervan heel pijnlijk kan zijn. Dat betekent dat de liefdesrelatie als een hechter en belangrijker verbond wordt gezien. Ook in de kunst staat het thema vriendschap niet op het voortoneel. Het is zo’n beetje het stiefzusje van de grote thema’s liefde, dood en vergankelijkheid. Terwijl vriendschap op een bepaalde manier onvoorwaardelijker is dan een liefdesband. Mijn favoriete dichteres Wisława Szymborska zegt hierover in haar biografie ‘Prullaria, dromen en vrienden’: ‘Voor alles waardeer ik vriendschap. Het is een van de sterkste en mooiste gevoelens. Natuurlijk, zal iemand zeggen, maar de liefde dan? Zeker, maar vriendschap heeft meer te bieden. (…) De charme van de liefde berust gedeeltelijk ook op een zekere vorm van voortdurende bedreiging. Vriendschap daarentegen verschaft volgens mij een groter gevoel van veiligheid.’
Dat gevoel van veiligheid herken ik. Voor mij is vriendschap een fantastische neurosekiller. Hoe hechter de band, hoe minder ik me van mezelf bewust ben tijdens het contact. Opdringerige bijgedachtes over hoe ik overkom op de ander verdwijnen, en ik ben niet meer voortdurend bezig om de reactie van de ander, verbaal en non-verbaal, te interpreteren: bij goede vrienden sta je in zijn vrij.
Mijn vriend accepteert tot op bepaalde hoogte ook hoe ik ben, maar waar voor mijn vrienden mijn mindere kanten eerder een curiositeit van mijn persoon zijn, is mijn partner degene die ermee moet leven. Vrienden hebben niet dezelfde dagelijkse nabijheid als partners. Ik weet niet van mijn huidige beste vriendin, Mariëtte, wat ze op haar brood smeert ‘s ochtends, welk merk tandenpasta ze gebruikt en of ze een buik-of een rugslaper is. Maar ik ben goed op de hoogte van de status quo van haar geest. Vrienden kunnen meteen tot de essentie komen over hoe het met ze gaat, ze hoeven niet eerst de kinderen te eten te geven of boodschappen te doen of een rekening te betalen. Er is geen banaliteitsruis. Op de vraag hoe het met me gaat kan ik meteen van wal steken en tot de essentie komen. Als ik op dit moment zou komen te overlijden, dan zou mijn beste vriendin een accurater beeld kunnen geven van mijn innerlijke thema’s en worstelingen dan mijn vriend.
Precies dat maakt het verliezen van een beste vriend ook zo heftig, zelfs als de vriendschap uit eigen wil is beëindigd. Niet alleen het aangename gezelschap valt weg, maar ook het beeld dat diegene zich in de loop van de jaren van jou heeft gevormd. Iemand loopt met een stukje van jouw identiteit, zorgvuldig gestold
in zijn hoofd, je leven uit. Je moet jezelf opnieuw definiëren. Rouw over het verlies van vriendschap heeft minder extreme uitschieters dan liefdesverdriet, het is meer een onderhuids smeulen. Maar het gevoel van onmacht, het verdriet, en het verlies van het door Szymborska aangeduide gevoel van veiligheid, kan je net zo goed lange tijd van je stuk brengen. Terwijl liefdesverdriet erkend wordt en kan rekenen op een ‘we-slepen-je-er-wel-doorheen-offensief’ door je omgeving, is er voor vriendschapsrouw geen sociale etiquette. Je hebt het erover, misschien zelfs meerdere keren, om vervolgens snel over te gaan tot de orde van de dag.
Op het moment dat ik mijn grote liefde ontmoette en plotsklaps zwanger raakte, bereidde Cin zich voor op een reis naar India, op zoek naar verlichting onder begeleiding van een vedantische leraar. Het einde van onze vriendschap doemde op: terwijl ik met luiers in de weer was en aardser werd dan ooit, hield zich zij steeds meer bezig met meditatie en bewustwording. We hebben nog gezocht naar nieuwe vormen voor onze vriendschap. Omdat ze niet meer naar de stad, de kroeg of de film wilde, maakten we lange socratische boswandelingen, met mijn zoontje in een draagzak, waarbij we eindeloos praatten, vooral over bewustzijn en onze perceptie van de werkelijkheid. De laatste keer dat ik haar sprak was door de telefoon. Ze stond op het punt om haar leraar achterna te reizen naar India. Ze deelde mee dat het haar speet dat we deze weg niet samen konden bewandelen maar dat ze me alleen nog maar kon ontmoeten als ik me niet meer zo identificeerde met de vorm waarin ik nu leefde, die van een pril gezin. We hebben elkaar na dat telefoontje nooit meer gezien. Af en toe smeult het nog, een zacht gloeien in de onderbuik, als iets mij herinnert aan onze tijd samen.
Het verdriet dat gepaard gaat met het verliezen van een dierbare vriend of vriendin sluimert in ons zonder bestaansrecht. Ik zou het graag in een woord willen vangen, want wat een naam heeft, bestaat: vriendschapsrouw, vriendenverdriet of voor mijn part vruddevudde. Bij dezen.