[p. 140]
Fabel van Lokman
De hond en het haasje
Een Hond zat eens een Haasje op de hielen
en heeft het opgejaagd en afgemat.
Toen hij het eindelijk te grazen had,
begon hij ‘t schaap vakkundig te vernielen.
Maar ‘t bloed dat waar hij beet tevoorschijn sprong
heeft hem verrukt: begerig baadt zijn tong
erin. Het Haasje doodt hem met zijn blikken:
‘Eerst scheur je in razernij mijn vacht kapot,
maar nu dringt pas de pijn door tot op ‘t bot,
nu je mij vriendschap toont met mij te likken.’
Nooit weet je bitterder: mijn leven is mislukt,
dan als je doodsvijand je aan zijn boezem drukt.
vertaald door Leo Ross