[p. 365]
Februari
De woonbootjes aan de kade
liggen in de zon, de elzekatjes
doen het goed in de kamer en
ook de laatste sneeuw verdwijnt
Wat zal ik mij zoeken in deze nieuwe
lente, wie zal mijn liefste zijn?
ik hield mijn liefste deze winter over
als een plantje dat veel zon behoeft
Nu Februari, als ik het tot Maart red
zal zij bloeien met de appelbloesem
ik zal haar vragen van wie houd je
en zij zal onveranderd zeggen: van jou
Wat doet men met een zo grote liefde
verleden jaar Augustus was zij als een ree
dat sprongsgewijs veranderde in mijn geliefde
ik neem haar deze zomer weer naar buiten mee
C. Winkler