Over dit hoofdstuk/artikel

H.A. Gomperts

over Gerard Reve


1.
Fokke Sierksma, Absolutie van een konijn; W.H. Nagel, Haal een tang voor Narcissus. Podium IV/6 (maart 1948), blz. 317-331; 337-342.
2.
Parisana en andere gedichten van Lord Byron (1838); Kopijeerlust des dagelijkschen levens, I. Camera obscura (1841). E.J. Potgieter, Kritische studi?n, eerste deel, Haarlem 1876, blz. 230-242; 351-367. Vgl. Jacob Smit, E.J. Potgieter, Den Haag 1950, blz. 122, 128, 130-131.
3.
J. de Graaf, Le R?veil litt?raire en Hollande et le naturalisme fran?ais, Amsterdam/Parijs 1938, blz. 6, 11, 12. Ten Brink herziet later zijn mening over Madame Bovary (vgl. Gustave Flaubert 1901).
4.
De avonden. Een winterverhaal, Amsterdam 19594, blz. 141, 157, 190.
5.
idem, blz. 118.
6.
idem, blz. 193, 198-99, 200.
7.
Nader tot U, Amsterdam 1966, blz. 142.
8.
Rudy Kousbroek, Dankwoord, in Anathema’s 3, Amsterdam 1971, blz. 34.
9.
Op weg naar het einde, Amsterdam 1963, blz. 48-49.