H. Brandt Corstius
Alles moet weg
Een vriend van me kwam van vakantie thuis en ontdekte dat een Amsterdamse psychiater, die meende dat hij negentig guldentjes te vorderen had, zijn hele huis inclusief biblio theek had leeggeroofd. Hij voelt zich gekwetst in zijn rechtsgevoel. Denkt u dat mijn vriend naar die rover toegaat en zegt: ‘Doe al het mogelijke om rede en billijkheid in onze rechtsbedeling te herstellen’? Hij zou wel gek zijn. Je kan alleen een beroep doen op iemand in wie je nog een sprankje vertrouwen hebt. Maar mijn vriend heeft geen sprankje vertrouwen in zijn zenuwarts.
Net zo min heb ik enig vertrouwen in het Nederlandse ‘gezag’. (Ik zal dit woord verder zonder aanhalingstekens gebruiken, maar ik bedoel ze er altijd bij.) Daarom heb ik dus niet mee kunnen doen aan de advertentie met de 1150 namen, waarin alle politie-functionarissen, burgemeesters, gemeenteraadsleden, officieren van justitie, rechters, kamerleden, de regering en alle overige gezagsdragers wordt gevraagd: Doe al het mogelijke om rede en billijkheid in onze rechtsbedeling te herstellen.
Het lijkt me verkeerd dat goedwillende bemiddelaars tussen provo’s en justitie om een tafel gaan zitten met kantonrechters. Niet dat zo’n gesprek, en eveneens de advertentie, geen enkel effect zou hebben. De gezagsdragers voelen zich onzeker genoeg om van zoiets te schrikken. Maar elk compromis is in dit geval onverteerbaar. Als een provo alleen omdat hij provo is drie maanden gevangenisstraf krijgt is dat schandalig, maar als door advertenties en gesprekken die straf straks wordt gehalveerd blijft dat net zo schandalig.
Ik besef dat deze hardheid de schijnt wekt dat ik de provo’s als martelaars wil gebruiken, maar ik ben er vóór dat de ondertekenaren van de advertentie, en dan doe ik graag mee,
eens een aangekondigde en vanzelfsprekend verboden optocht houden, b.v. op een zaterdagmiddag van het Centraal-Station naar de Dam. Eens kijken of de politie ons dan massaal arresteert en of de rechtbank ons drie maanden gevangen zet. Ik denk van niet, want de agenten die in een doodstille Utrechtsestraat onder bescherming van karabijnen de deelnemers aan een rustige demonstratie in overvalwagens laadden, weigerden een vriend in te laten stappen. Hij was namelijk netjes gekleed in donker pak en stemmige das. Toen hij erop aandrong zei een agent ‘Nee, meneer, u moeten we niet hebben, loopt u nou maar door’ en toen hij toch naar de overvalwagen liep werd hij met een stok bedreigd.
Elke twijfel over het gehalte van onze gezagsdragers is na 14 juli onmogelijk. Daarom verwelkom ik van harte de relletjes in Amsterdam. Ondanks alle overdrijving, waarbij zelfs het woord ‘Saigon’ werd gehoord, alsof de gebeurtenissen waarover ook ik me opwind ook maar een duizendste percentje zijn van wat in Vietnam gebeurt, zijn er daarbij geen doden gevallen en is de schade zeer beperkt. In elke wereldstad gebeurt zoiets elke week, maar voor Nederland is het inderdaad ongewoon. Ik ben blij dat het gebeurde, omdat nu bij velen de ogen moeten zijn geopend. Toen het abces openging was de infectie voor iedereen duidelijk. De televisie-uitzending van het kamerdebat was onthullend. Het kwaaie gezicht van die VVD-er, Berkhouwer geloof ik, omdat zijn Telegraaf was aangevallen, het applaus van de rechterzijde voor onze socialistische minister van justitie, het stompzinnig gestamel van de minister van binnenlandse zaken. De reactie van het gezag was in alle lagen: ‘Het is onze schuld niet. We sturen meer troepen naar Amsterdam.’ Zo’n démasqué is me wel een paar uit de grond getrokken parkeermeters waard.
Wie trokken die parkeermeters uit de grond? Niet de provo’s en niet de stakende bouwvakarbeiders. Die waren die dinsdagmiddag wel beide op het Daniël Meyerplein. Twee anachronistische groepen vulden dat plein. De ene vijftig jaar achter, arbeiders in de buitenlucht in de meest achtergebleven industrie van ons land, en de andere vijftig jaar vóór, ingesteld op het automatisatie-tijdperk, waarin het niet-producerend bezigzijn de hoogste deugd wordt. Geen wonder
dat die groepen elkaar niet vonden en zo nu en dan slaags raakten, terwijl de marechaussee in het steegje bij het Waterlooplein passief toekeek. Die parkeermeters werden uit de grond getrokken door wat men vroeger schooiers, thans nozems noemt. Van alle kanten is die groep verdoemd. En toch zullen de provo’s (als ik het goed begrijp zijn de echte op de vingers van twee handen te tellend best tot een gelukkig bestaan kunnen komen, en ook de bouwvakarbeiders kunnen, al is het dan 2 % minder, op vakantie gaan. Maar die nozems zullen er blijven zolang de mensonterende toestanden op driekwart van de oppervlakte van de hoofdstad er zijn. Vier agenten op een jongen te zien losrammen is erg. Maar de woontoestanden in Amsterdam, al is het dan altijd zo geweest, zijn minstens even erg. De provo’s en de bouwvakarbeiders vinden bij grote gedeelten van ons volk sympathie, de nozems kennelijk bij niemand. Ik zie nog heel wat parkeermeters uit de grond getrokken worden.
Ons rechtsstelsel is opgezet als een uitgebalanceerd systeem van hiërarchiën om zo goed mogelijk recht te maken. Het is nu ontaard tot een uitgebalanceerd systeem zo goed mogelijk de schuld voor onrecht op een ander te kunnen gooien. Klaag je over de politie, dan moet je bij de burgemeester zijn, maar die verwijst je naar de Tweede Kamer. Daar verwijst men je weer naar de burgemeester. Klaag je over afgeperste verklaringen, dan moet je naar de minister van justitie. Die verstopt zich dan weer achter de onafhankelijke rechter.
De onafhankelijkheid van de Nederlandse rechter is net zo’n sprookje als de onschendbaarheid van de Nederlandse koning. Zolang het zaken betreft die hun eigen standje niet aangaan zijn Nederlandse rechters en koningen, hoe belachelijk ook, onafhankelijk en onschendbaar. Maar o wee als het er maar even op lijkt dat het stelsel, waarin zij zo’n knus plaatsje hebben, bedreigd wordt. Dan wordt er onmiddellijk gelogen, gedreigd, geslagen. Er mag 100 maal in de grondwet staan dat de koning onschendbaar is, als ik zie tot welke mallotige toestanden dat aanleiding geeft, dan lach ik om die onschendbaarheid. Er mag 100 maal in de grondwet staan dat de rechter onafhankelijk is, als ik zie tot welk onrecht dat aanleiding geeft, dan huil ik om die onafhankelijkheid.
Voor een rituele moord heeft een Nederlandse rechter twee-
duizend gulden boete gegeven, omdat de dader in zijn eigen kliek thuishoorde. Voor een rituele demonstratie heeft een Nederlandse rechter drie maanden cel gegeven, omdat de dader zijn gezag aan het wankelen dreigt te brengen. En laat men dan niet beginnen over hoger beroep en dat ik de dossiers niet ken. Al wordt de boete 20.000 gulden en de gevangenisstraf drie dagen, het blijft even belachelijk. In het februarinummer van Hollands Maandblad heb ik drie rechters met name genoemd die hun onafhankelijkheid misbruikten. Uit het feit dat ik nog op vrije voeten ben, leid ik af dat dat juist was.
Als de burgemeester een huilebalk is, de rechters alleen hun standje verdedigen en de minister niet anders weet dan het sturen van meer politie, is er dan voor ons gewone mensen zonder, gezag nog een reden om ons aan de geldende regels te houden? Er is een goede reden: een klap van een wapenstok doet je dagen pijn.
Wie in Washington woont en vindt dat Johnson zijn hond niet bij de oren moet oppakken schrijft dat op een stuk karton, en wandelt op Pennsylvania Avenue voor het huis van Johnson rond om dat iedereen te vertellen. In Amsterdam mag alleen de PSP demonstreren. In de Telegraaf schrijft Prof. Van Bemmelen (en ik heb nog niet gehoord dat hij wegens opruiing in geschrifte gearresteerd is) dat demonstraties ondemocratisch zijn: men moet de parlementaire weg bewandelen. Larie natuurlijk. Parlementaire demokratie is een mooi ding, maar het is meer dan een gebouw in Den Haag en een stemmingsrite elke vier jaren. Om veranderingen in dat parlement te krijgen moet het publiek de mogelijkheid bezitten in te lichten, en ingelicht te worden.
Als de minister van Justitie op 11 maart al weet dat de politie zich op 10 maart uitstekend gedroeg, dan is het logisch dat die politie zich op 19 maart nog eens zo uitstekend gaat gedragen. Als daar dan een filmpje over wordt gemaakt wordt dat verboden. Nu is de minister bereid toe te geven dat de politie wel eens fouten heeft gemaakt, maar dat dat door zijn antwoord van 11 maart kwam beseft hij niet.
Er is een ontwerp voor een nieuwe grondwet gemaakt. Ik heb het gelezen en ik moet zeggen: laten we dan die oude maar houden. Wie een oude rotstoel heeft, die niet lekker
zit, kan die houden, omdat vader hem ook al had. Maar wie een nieuwe stoel koopt die rot zit is onverstandig. Een man die een nieuwe grondwet moet opstellen en daarbij op het idee komt dat er één familie in dit land ‘de koninklijke’ genoemd zal worden, is niet goed bij het hoofd. De beste grondwet lijkt me nog steeds die van Henri Rochefort, die uit twee artikelen bestaat:
artikel 1. | Alles moet weg! |
artikel 2. | Niemand is belast met de uitvoering van deze wet. |
Totdat de generatie van de provo’s de macht heeft overgenomen is dat mijn persoonlijke grondwet. Het zal ons in de komende jaren economisch steeds beter gaan. Wij zullen vrij tegen de oorlog in Vietnam mogen protesteren. Het gemeentebestuur zal steeds meer speelweiden aan de provo’s aanbieden. De bouwvakkers zullen hun twee procent krijgen. De nozems zullen uit krotten blijven komen. De politie zal steeds openlijker terreur kunnen uitoefenen. De ministers zullen er steeds minder van begrijpen. Het gezag zal steeds belachelijker worden.