daan met eierenlopen, – niet opnieuw was begonnen toen het ei viel). hij had een excuus ik weet niet meer wat, dat goed klonk. ik trok mijn beschuldiging in. toch heeft hij die ‘beschuldiging’ eerder gewaardeerd dan afgekeurd. hij was geweldig op me. ik moest hem wel tienmaal opvangen als hij omhoog sprong, en hem dan omhoog heffen, helemaal uit de ‘school’ van zijn broer de middelste. constant onder de wedstrijd in het eierenlopen zijn dingetje vasthoudend ook al gebaarde men hem dat hij dat laten moest: ‘nee, ik ga niet plassen, dat gaat vanzelf over. later stond hij toch achter een bosje, maar kwam onmiddellijk daarna bij me terug. ik zei dat alles weer goed was tussen ons, als ‘t bij hem ook weer goed was. hij was enorm. dat optillen. het was een uitbarsting van lang verdrongen verlangen om met mij te spelen. steeds weer rende hij op mij toe en moest ik hem optillen, in het openbaar.