Hugo Claus op het ‘heilig aanrecht’
door Rudy Bremer
Blunders en misvattingen in Onder Het Melkwoud
Het is lang niet eenvoudig om een werkelijk goede vertaling in het Nederlands te vinden. De heer H.A. Gomperts meent daar echter toch in geslaagd te zijn. Op 18 november 1957 schreef hij in Het Parool over de vertaling van Dylan Thomas’ Under Milk Wood: ‘De vertaling van Hugo Claus staat vrijwel op dezelfde hoogte als het origineel. Thomas’ exuberante met de taal spelende dichtwijze is op een wonderlijk exacte manier in het Nederlands overgebracht. Het geheel klinkt alsof de dichter zelf onze taal had gebruikt.’
De heer Gomperts is een autoriteit en er was geen enkele reden tot wantrouwen, vooral niet toen de heer D. Koning zijn mening bleek te delen. Deze sprak in het Haarlems Dagblad van ‘… de geweldige verdienste van Hugo Claus …’ en ‘… volkomen heldere, onmiddellijk aansprekende equivalenten …’ Na deze recensies van bevoegde critici leek het alsof Nederland eindelijk een meester-vertaler gevonden had.
De recensies van de heren Gomperts en Koning zijn gedeeltelijk afgedrukt op de achterkant van de in 1958 bij De Bezige Bij verschenen editie van Onder Het Melkwoud, een editie waarin de namen Dylan Thomas en Hugo Claus in hetzelfde lettertype op de voorpagina staan. Bij een nauwkeuriger onderzoek naar de kwaliteiten van de vertaling – ‘vrijwel op dezelfde hoogte als het origineel’ – bleek de deskundigheid dezer recensenten echter slechts schijn.
Vooropgesteld zij dat min of meer ernstige vertaalfouten en misvattingen in dit geval niet verdedigd kunnen worden met de dooddoeners ‘dichterlijke vrijheid’ en ‘herschepping’. Claus grendelt zelf deze achterdeur der slechte vertalers in zijn voorwoord: ‘Wat het waagstuk van een vertaling betreft: in mijn equivalenten heb ik minder gezocht naar een gelijklopende, Nederlands-aandoende beeldvorming, dan naar een zo getrouw mogelijke vertaling. De zeer zeldzame passages, die een betekenis te meer of te duidelijker hebben in het Engels, verliezen hierdoor niet zo zeer. Het rhythme is er, de weerklank is er,’ zegt Claus.
In hoeverre hier sprake is van ‘equivalenten’, van ‘rhythme’, ‘weerklank’ en ‘een zo getrouw mogelijke vertaling’ moge uit de rest van mijn beschouwing blijken. De ‘passages, die een betekenis te meer of te duidelijker hebben in het Engels’ zijn in Under Milk Wood niet ‘zeer zeldzaam’ maar zeer talrijk, en ik meen dat ze onder Claus’ behandeling wel degelijk verloren hebben.
Om aan te tonen dat een vertaling slecht is, dient men natuurlijk feiten aan te voeren, misvattingen en absurditeiten op te sommen. Dat is in dit geval gemakkelijk. Moeilijker is echter te bewijzen hoezeer Under Milk Wood geleden heeft door Claus’ gebrek aan kennis van het Engels, gebrek aan taalbeheersing in het Nederlands en gebrek aan dichterschap. Daartoe moet men beide versies in hun geheel lezen of horen.
De interpunctie is bij Dylan Thomas van groot belang, het plaatsen of weglaten van komma’s heeft wel degelijk betekenis. Door het gebruik van een meer dan belachelijke interpunctie weet Hugo Claus bruisende stukken proza te degraderen tot dode opsommingen. Erger nog wordt dit misbruik van komma’s wanneer het gepaard gaat met wanbegrip van het Engels en onbekendheid met het Nederlands. In Under Milk Wood, editie 1957, Dent & Sons (in het vervolg aangeduid als Thomas) vinden we op blz. 55: ‘the smoked herring brown window’ (het bokkingbruine raam). Hugo Claus vertaalt dit op blz. 58 van Onder Het Melkwoud, editie 1958, De Bezige Bij (in het vervolg Claus) met: ‘het gerookte, haringbruine raam’. Iemand die weet wat gerookte ramen zijn en die bovendien regelmatig bruine haring eet, zal dit misschien een ‘wonderlijk exacte’ vertaling vinden, of een ‘volkomen helder, onmiddellijk aansprekend equivalent’. Claus zelf vindt het blijkbaar ‘een zo getrouw mogelijke vertaling’.
Thomas, blz. 66, zegt: ‘The sea lolls, laps and idles in, with fishes sleeping in its lap’ (De zee luiert, likt en lummelt binnen, met vissen slapend in haar schoot). Dit wordt in Claus, blz. 69: ‘De zee ligt, likt en luilakt met vissen, die slapen in haar lijf.’ Tot zover de voorbeelden van Claus’ misvattingen omtrent interpunctie.
Dat ‘het rhythme is er’ misschien waarheid zou zijn als Claus meer gezocht had ‘naar een gelijklopende, Nederlands-aandoende beeldvorming’ dan naar zijn idee van ‘een zo getrouw mogelijke vertaling’ is met één voorbeeld