in memoriam
Barber van de Pol (1944-2036) Vrouw en kwek, door Desideria Güzel
Naar eigen zeggen was ze zeven keer getrouwd. Ze noemde zich achtereenvolgens mevrouw Cervantes, mevrouw Borges en mevrouw Melville, en ten slotte almaar mevrouw Erasmus. Met hem had ze ‘twee jaar echt en daarna voorgoed’ verkering.
Over de tijdloze humanist schreef ze Lieve Erasmus. Het kreeg een cultstatus, nadat via psychisch DNA-onderzoek was aangetoond dat de Rotterdammer van alle schrijvende denkers het best de waarheid heeft gesproken.
De anderen heeft Van de Pol vertaald en onvermoeibaar aan de man gebracht, zelfs in die zwarte jaren dat literatuur alleen nog voor geuzen via sensoren van gevels en muren kon worden gehaald. Ze heeft met hen geleefd; het valt niet te ontkennen.
Gisteravond is Barber van de Pol op 91-jarige leeftijd in haar woonplaats Amsterdam-Groot overleden. Ze had verdere lichaamsreparatie afgewezen; het was genoeg. Ze leed onder de toenemende verchipping van de mens, met name die van haar huisgenoten in de bejaardencommune De Doorstart, opgericht door haar maat Piet Meeuse, schrijver van de bestseller Sta jij met je mond vol tanden?
‘Die weet wat ze doet,’ zei Meeuse in reactie op Van de Pols zelfgekozen dood.
Het typeert Van de Pol dat ze zich graag via anderen afficheerde. ‘Ik heb niets te zeggen,’ zei ze. ‘Ik heb gevoel voor wat iets waard is en dat heeft mij gelukkig gemaakt.’
Iedereen herinnert zich haar weigering van de eerste Eretak van de Nieuwe Republiek der Nederlanden. Naar verluidt kwam die voort uit ontzag voor de manier waarop de verzamelde Oranjes alsnog de helft van hun kapitaal aan onze zieltogende kunsten hebben geschonken. Van de Pol, fel anti-royaliste, had op zo’n laatste koninklijk gebaar aangedrongen.
Uit het enige huwelijk dat Van de Pol echt is aangegaan had zij drie tastbare kinderen, van wie de voetbaldichteres Jor haar decennialang in faam heeft overvleugeld. Moeder en dochter waren niet van de screens te slaan. Je vermoedde gezonde competitie.
De familie laat sowieso sporen na. Kleindochter Nino, van de balletband Degas, benadrukte vorige week nog hoezeer ze de warrigheid van grootmoeder Obar als norm had genomen. ‘Ze schurkte als een hond tegen de dingen die haar bevielen. En ze praatte veel, dat vond ik leuk ouderwets.’ Vooral over Van de Pols standaardwerk Het merelgevoel (2012) kan de zingende ballerina vol liefde spreken. ‘Ik lijk op haar, zei mamma al vroeg.’
Van de Pol hoorde nergens bij. Toch heeft zij zich vaak verbonden aan bladen, kranten en commissies, voordat die markt voorgoed inzakte. Zij was een kind van haar generatie, dol op denken en praten. Dat Het merelgevoel zo’n succes kon worden, heeft te maken met het daarin geëtaleerde dierlijke in ons wezen, dat zich bij verwaarlozing wreekt. Dat het ook een boek over zingen en, ik herhaal het, praten is, wordt inmiddels wel eens vergeten. Toen de oude Storm Van de Pol onlangs een babbelkous noemde, gloeide ze publiekelijk van voldoening.
Ik heb haar één keer ontmoet en verbaasde mij oprecht over het vrolijke kwekgehalte in haar présence. Dat wij op dat soort dingen zijn gaan letten, komt door haar.
President Groenteman vroeg na het horen van het nieuws een minuut stilte in de Hof van Afgevaardigden, waarna hij voorging in een dierlijke kreet van rouw. Tegenover de pers memoreerde hij Van de Pols titanenstrijd voor de vertalerij, die haar glans verloor nu verfijnde digitale omzetmogelijkheden de moeilijkheid tot een minimum hebben teruggebracht.
De laatste prijs die Van de Pol heeft aanvaard, is de Migranten-plak van de Geïnstitutionaliseerde Anti-populistische Kleurenpartij. Zij was een arbeiderskind en moest haar eigen wereld uitvinden, een situatie die ze steevast vergeleek met die van de stromen migranten nu, bijvoorbeeld in haar tweeluik Zo is het denk ik.
We zullen haar merelige persoonlijkheid missen.