in memoriam
Minke Douwesz (1962-2010)
In de nacht van 29 december is bij een verkeersongeluk schrijfster Minke Douwesz om het leven gekomen. Zij laat twee poezen en twee romans na. Klein in aantal, mag haar oeuvre in omvang, bijna 1500 dundrukbladzijden, groot genoemd worden. Uitgever Van Oorschot reageerde bij monde van redacteur M. Hartman verslagen op het bericht: ‘Haar arbeidsethos lijkt haar fataal geworden. Hoewel ze vorig jaar aankondigde dat er vanwege drukke werkzaamheden geen volgend boek van haar hand zou komen, waren wij ervan overtuigd dat zij het schrijven ooit weer op zou pakken.’ Minke Douwesz was een pseudoniem. In het daagse leven was de schrijfster werkzaam als psychiater. Omdat zij dienst had, is zij in de fatale nacht, ondanks sneeuw en gladheid, na een oproep uitgerukt. Een politieagente memoreert dat uit het autowrak muziek opklonk toen men op de plaats des onheils arriveerde.
Het zou Douwesz tot troost zijn geweest dat de winterse omstandigheden van haar dood in een verhaal van Tsjechov niet misstaan zouden hebben.
Haar debuutroman Strikt verscheen in 2003, het vervolg Weg zes jaar later. Waar het eerste boek over de ontwikkeling van een liefde handelt, staat in het tweede de teloorgang van een relatie centraal. In deze zin vormen beide boeken een tweeluik. Ook is in beide boeken de hoofdpersoon arts. Dit maakt het aannemelijk hen als alter ego’s van de schrijfster op te vatten. Douwesz deed er niet geheimzinnig over dat de verhalen die ze vertelde voortkwamen uit eigen ervaringen. Vaak werd haar werk, realistisch en gedetailleerd van aard, met dat van Voskuil en Vogels vergeleken, ook al omdat het bij dezelfde uitgeverij werd uitgegeven. Gemakzuchtige recensenten gingen er van uit dat haar methode van schrijven gebaseerd was op dagboeken. Dit was echter geenszins het geval. Zelf omschreef ze haar werkwijze als volgt: ‘Ik heb de soep van mijn leven als het ware teruggebracht tot de ingrediënten en daarvan een ander soepje gekookt.’ Ook uitgever Wouter van Oorschot doorzag bij eerste lezing van het manuscript van Strikt niet dat er sprake was van een geraffineerd proces van componeren,
het middels minutieuze beschrijvingen en het terugkeren van daagse routine scheppen van een zo feitelijk beschreven wereld dat de lezer niet anders kon menen dan dat het zo gebeurd moest zijn. Realisme als middel om een doel te bereiken: gretige interesse. Haar debuut vielen zowel positieve als uiterst negatieve recensies ten deel. Het inzicht in die in de Trouw (Van Deel) deed Douwesz deugd: ‘Misschien geeft de titel een aanwijzinghoe de roman gelezen moet worden, namelijk als een nauwgezette rapportage van een jaar uit het leven van Idske Wolters, de vierendertigjarige hoofdpersoon en vertelster van het verhaal (…) Strikt sluit de cirkel met een laatste hoofdstuk dat naar het eerste terugverwijst. Dat is mooi gedaan, zoals zoveel herhalingen in dit boek. Ze bouwen een wereld op die, als je eenmaal binnen bent moeilijk is te verlaten. (…) De greep op de stof en de structuur is uitzonderlijk, en de stijl is adequaat. Wat wil men meer?’ Daarentegen oordeelde Het Parool (Van Eeden) dat ‘het leven stomweg te kort is om honderden bladzijden door te werken van een boek als dit.’ De schrijfster troostte zich na deze recensie in een emailtje aan Van Oorschot met de gedachte dat het boek na dertig jaar vast nog met rode oortjes door hockeymeisjes gelezen zou worden.
Het was echter zeker niet alleen de bedoeling geweest de schaarse literatuur waarin homoseksuele personages lezers een bron van identificatie bieden, met een flink aantal bladzijden te verrijken. De inzet van Strikt was ambitieuzer: licht te doen schijnen in bij het grote publiek minder bekende hoeken van de wereld zoals de gang van zaken in een psychoanalyse, de ontwikkeling van een begaafd meisje tot een hardwerkende vrouw, de innerlijke overwegingen van een psychiater in de omgang met patiënten.
De totstandkoming van haar tweede boek Weg werd mede gedreven door de wens een gevoel van miskenning te bestrijden. Opnieuw was sprake van verschillende verhaallijnen die door elkaar heen geweven een hecht bouwwerk vormden. De recensies na verschijning waren overwegend positief. Ook werd het boek bekroond met de Opzij Literatuurprijs 2009.
Waar in Strikt op tamelijk blijmoedige toon geschreven wordt over volwassenwording, het zoeken naar een eigen plek in de wereld, is Weg grimmiger van inhoud. Door de ogen van de hoofdpersoon Edith, een gynaecologe, zien de lezers haar relatie met vriendin Norma, die zich vooral om het lot van dieren in de bio-industrie bekommert, verzanden. Een tweede verhaallijn betreft het artikel dat Edith over anorexia nervosa schrijft: wat is er met tienermeisjes aan de hand die niet meer willen eten? Door de keuze van het beperkte perspectief ontstaat een beklemmende sfeer. Juist omdat Edith vast loopt moet zij het voor een oplossing hebben van het groeiende contact met mensen buiten de door angst en
agressie gedomineerde interactie met Norma, die weigert hun gezamenlijke woning te verlaten: vriendinnen, de bibliothecaresse op haar werk, haar vader. ‘Tjokvol als Weg zit met triviale details (…) is dit ook een roman die speelt met verwachtingen en aannames van wat een roman precies is. Niets blijft onopgemerkt en dus zal alles wel een betekenis hebben. Quod non (…) Misschien is dat nog wel het meest fascinerend aan Weg: de suggestie van volledigheid en waarheid, die je bijna doet vergeten dat alles je wordt ingefluisterd met de afwisselend wanhopige, geestige, nuchtere en cynische stem van protagoniste Edith.’ (Pruis, De Groene Amsterdammer). Er is echter ook kritiek op het effect van het gekozen perspectief (Eugelink, De reactor): ‘Douwesz lijkt met de door haar getekende strijd tussen Edith en Norma de vraag op te werpen op welke wijze wij ons moeten, ons kúnnen verhouden tot de wereld. (…) Door het onaangename portret van het onaangepaste gedrag van Norma valt de beantwoording in Weg uit ten faveure van de “aangepasten”. Dat is een gemiste kans voor Douwesz om een interessante, maatschappijkritische vraag werkelijk uit te diepen.’
Grappig genoeg is de boodschap aan het eind van Weg, zowel voor de hoofdpersoon als voor de anorectische meisjes die zij tracht te begrijpen, dat kritisch nadenken, onder woorden brengen van en in contact treden over dingen die in je omgaan een uitweg bieden uit de beperkte beleving van jezelf en anderen.
Zowel in haar werk als psychiater, psychotherapeut en onderzoeker (Douwesz is zich na de publicatie van Weg aan het schrijven van wetenschappelijke artikelen gaan wijden) als het schrijven lijkt Minke Douwesz begeesterd te zijn geweest door een zelfde streven: woorden vinden voor de complexe processen die zich in en tussen individuen afspelen. In haar onderzoek naar hechting bjj patiënten met anorexia of bulimia nervosa werkte zij met het Adult Attachment Interview, een instrument waarin niet zozeer wat, maar hoe men vertelt over zijn ervaringen, tekenend is voor zijn gemoedstoestand. Qua inhoud lijken mensenlevens op elkaar, het is de vorm die bepaalt of men het met anderen vinden kan of niet. Zowel in Strikt als in Weg speelt het spanningsveld tussen aanpassing en autonomie, beschikbaarheid versus vrijheid een rol, de vraag hoe onderdeel te vormen van een groter geheel met voldoende ruimte voor een eigen stem. Douwesz heeft met haar originele bijdrage aan Nederlandse literatuur de meerstemmigheid ervan vergroot. Helaas is haar stem nu verstomd. Door hun omvang, gelaagdheid en meeslependheid zijn haar boeken gelukkig zeer geschikt voor herlezing