in memoriam
Peter Terrin
Maandag jongstleden, 3 januari 2021, is de Vlaamse auteur Peter Terrin overleden. Dat heeft zijn Nederlandse uitgever gisteren bekendgemaakt. Terrin was 48. Zijn levenloze lichaam werd door zijn dochter, Renée, aangetroffen in een hotelkamer in Manhattan. Een onderzoek is geopend, maar voorlopig zou niets erop wijzen dat hij geen natuurlijke dood is gestorven.
Peter Terrin was de auteur van 6 romans en 2 verhalenbundels. Naar eigen zeggen besliste Terrin om schrijver te worden in de nacht van 18 op 19 september 1991. In kamer 28 van het Greenwich Hotel te Londen, op een steenworp van de nulmeridiaan, las hij De donkere kamer van Damokles van W.F. Hermans – een epifanie. De volgende ochtend, nog steeds volgens Terrin, telefoneerde hij naar zijn Vlaamse werkgever en diende zijn ontslag in. In Londen verkocht Terrin marmerproducten aan architecten.
Pas in 1998 verscheen zijn debuut, De code, een bundeling verhalen. In de volgende 11 jaar publiceerde hij Kras, Blanco, Vrouwen en kinderen eerst, De bijeneters (verhalen) en De bewaker. Tot dan toe mocht hij steeds rekenen op een lovende ontvangst in de pers, nominaties en af en toe een prijs.
Alles veranderde ingrijpend in 2014, bij het verschijnen van Wachten op de vorst. De tweedelige roman over de bloedige burgeroorlog in Belgie, met als climax de onthulling van de ware toedracht van de gruwelmoord op de Vlaams-nationalistische politicus Bart De Wever, was een nooit gezien succes, en steekt in literair belang Het verdriet van België van Hugo Claus naar de kroon. Nadat Terrin ternauwernood aan een doodseskader ontsnapte, ging de roman in drie maanden tijd drie miljoen keer over de toonbank, om vervolgens aan een internationale carrière te beginnen.
Terrin dook onder. Zijn vrouw, dochter en zoon (Willem) verhuisden naar Parijs, waar zij sedertdien leven onder permanente politiebescherming. Tot 2017 werd algemeen aangenomen dat Terrin zich schuilhield in het schrijfatelier van zijn goede vriend Dirk van Weelden te Amsterdam. Van Weelden is de schrijver/filosoof die hem in 2009 de liefde voor typemachines bijbracht (oud schrijfinstrument, van oorsprong mechanisch, dat met hamertjes letters op een vel papier slaat) en die voor hem het woord voerde op het proces te Brussel, waar Terrin terechtstond voor landverraad en aanzetten tot daden van terreur. Hoe Terrin erin geslaagd is al die jaren onopgemerkt te blijven, is evenwel een raadsel. Van Weelden heeft de geruchten altijd ontkend.
Anderen beweren daarom dat hij sedert ’14 in Ierland verbleef, bij zijn vriend Michel Houellebecq, met wie hij verscheidene uitgevers deelde. Berichten en foto’s in de schandaalpers van vakanties in Wales van Terrins vrouw en kinderen lijken deze vermoedens te bevestigen. Feit is dat Houellebecq uitdrukkelijk wordt bedankt in K67, de roman die in ’17 wereldwijd verscheen. K67, een allegorisch verhaal over een man die kleiner is dan een vlieg en in een luciferdoosje leeft, en het niettemin tot de machtigste man van de wereld schopt, vermocht zelfs massaal Chinese en Russische lezers te bekoren, niet in het minst na het monstersucces van de verfilming door Steven Spielberg. De toekenning van de Nobelprijs voor Literatuur in 2018 maakte Terrin, na Kipling en Camus, de jongste laureaat ooit.
Reacties op zijn overlijden van Vlaamse, Nederlandse en Amerikaanse collega’s klinken unisono: Terrin moet worden ondergebracht bij de allergrootsten uit de literatuurgeschiedenis. De terminaal zieke Philip Roth bekende in een radio-interview zijn afgunst en stelde dat Terrin, Coetzee én Kafka én Melville in één geniaal oeuvre verenigde.
Samenscholingen van de wereldpers en rouwende fans hebben het verkeer in Manhattan, Amsterdam en Parijs kort na het bekendworden van zijn dood compleet in het honderd gestuurd. Bloemen zijn in bovenvermelde steden niet meer te krijgen. Inmiddels gaan stemmen op om zijn post mortem live te verslaan op televisie, dit om het gevaar op onregelmatigheden tegen te gaan en tegelijk de complottheorie te ontkrachten dat Terrin reeds bij de aanslag in ’14 om het leven kwam en K67 geschreven werd door zijn getalenteerde vrouw Tereza Radulescu, laatste erfgename van roemruchte Slavische adel.
Waar en wanneer de teraardebestelling zal plaatsvinden is nog niet bekend.