[p. 567]
Invitation au voyage
kom, laten we de trein nemen
naar jij mag het zeggen
als er maar veel bier is en nu en dan
een potige whisky-soda
zon of regen, dat hindert niet:
als wij samen zijn
sta ik toch boven het klimaat
de ellebogen op het bedenkelijke pluche
de pijp tussen mijn koninklijk-wuivende tanden
vreemde woorden, bloembakken als gezichten
gezichten als bloembakken: hier stappen we uit
kijk de zon eens heerlijk regenen
voel de regen eens lekker schijnen!
en jij hebt je mond bij je en een tas vol detectives
als we willen kunnen we de weg zelfs vragen!
kom, laten we vlug de trein nemen, vlug:
op de perrons één, vier en vijf
groeit als mos tussen de tegels
C. Buddingh’