- A. Alberts Herinnering aan A. Koolhaas
- Robert Anker Grensliederen
- Hans van den Bergh Het Ware dieren-verhaal
- T. van Deel Ik zou nog tuimelen
- Een zee van eieren Juryrapport P.C. Hooftprijs 1992
- Doeschka Meijsing A. Koolhaas
- Willem Jan Otten Onbezonnen volmaakt
- Leo Vroman Brief
- Vonne van der Meer Nachtgoed
- Pieter A. Kuyk
- H. Brandt Corstius Het geweer
- Herman Coenen
- Willem Jan Otten Het innerlijke schip Over Arthur van Schendel: het fregatschip
- L.F. Rosen
- Poëziekroniek
[p. 75]
Hij kruiste verzen voor mij aan. Las ze voor.
Vette klei dat oude testament. Drommen doden.
Het nieuwe was een marteling voor het oor.
Een openbaring sloot het af waar ik van schrok.
Hij was op een leven na de dood gestoten
en wist nu van het hoe en wat. Zijn gezicht vertrok.
Alles was anders. Niets was zichzelf genoeg.
Verbanden werden almaar groter, vertakten zich meer
en meer, tot in het laatste dat ons samenbracht.
Een sterke broer. Bij elk hoofdstuk dat hij opensloeg
zag hij de dingen die duiden op een ommekeer.
Er kwamen beelden binnen van een winternacht.
Van wind die ‘t plastic lostrok van de akker.
Van het verstuiven van wie daar lag, zij aan zij.
Fossiele grootheid die weer losbrak uit de takken.
Van grond die gaat glanzen, verwarrend licht
dat langs de velden trekt. Nu alles vloeit, zegt hij,
is er geen bindmiddel dat het houdt in dit gericht.
[p. 76]
Je gaat naar ‘t wad. Je hebt de waterdichter in je meegenomen.
Met dat extra oor voor stilte trek je door een restgebied
en krijgt een volle maag van wat de zee aan leegte achterliet.
Ook krijg je ‘t snel al koud, maar vreest zijn woord,
zijn stem als vriesweer. Een schraler dichter is er niet.
Jij hebt de huizen lief, wil niets van wat zijn oog je biedt.
Hij raapt en keurt, verwerpt je dromen.
Hij is er voor de scherpte in het beeld
en kent de waterzangen die de ruimte roemen, het verschiet.
Steeds verder gaat hij voor je uit. Een Jezus die zijn wadden kent,
die ziende blind als zee zijn armen om je sluit.
Je loopt hem achterna maar van hem houden doe je niet.
[p. 77]
Zo’n schakeldag met aan beider eind de volheid van een seizoen.
Er fluit een weerbericht doorheen. Tweeslachtig. Geen op-
waartse, geen neerwaartse lijn. Vandaag nog niet.
Haast een dag waarop je kiezen kan: Dus ben je bijna jarig
en sta je morgen aan een voeteneind als ridder van katoen
met puntig plastic zwaard in liefde aangegord.
Zo’n doorwaakte droomdag, van wensen mooi. Jariger
kan je niet hoe het morgen ook de elfde wordt.
[p. 78]
‘t Was om die ene streep, om zijn bleekheid bad je hem lief,
dat je de ochtend inging met een volkomen
hersenloos geloof. Het hielp je door de eerste uren heen.
Een naam hoefde je niet. Je raadde instinctief
wiens staart het was. Welk baken dit fabelteken zond.
Dat éen daar wakker was hield je op de been.
Heel die lange stroperige dag
hield je ‘n half oog op de lucht gericht
of ‘t zich nog voor de avond toonde
wat beenwit achter laatste woorden ligt.
Eerste zwaluw
Vanuit het ruim kijk ik op. Door een van de dekramen zie ik de mast in de avondzon; het zonlicht schijnt op de nog ingepakte witte zeilen. Het is voorjaarslicht dat ik zie. ‘Voorjaarslicht’, zeg ik, ‘maatje’. We zijn weer thuis op de klipper in Middelburg, ons andere schip. We schilderen het dek dat het...
Lees verderLeven en laten leven – wat we kunnen leren van de BaMbuti
Larousse 18 Er zijn veel wonderlijke zaken die Colin Turnbull beschrijft in zijn prachtige boek over de pygmeeën in de Congo. Door algemene depressie aangaande de toestand in de wereld merk ik een vergaande neiging tot escapisme in mijzelf op. Het werkelijk naar-binnen-drinken van antropologische studies als The Forest People van voornoemde Turnbull is er...
Lees verderEigen mensen
Ik wil wat elke ouder wil: dat mijn kinderen mensen om zich heen verzamelen die mijn taak uiteindelijk over kunnen nemen; vrienden bij wie ze zichzelf mogen zijn en zich veilig voelen, maar die hen ook stimuleren om de wereld te ontdekken en zich verder te ontwikkelen. Hoe meer ik hierover nadenk, hoe moeilijker de...
Lees verder
Blog archief