Marita Mathijsen
Vijand tijd
De tijd, daar heb ik grote bezwaren tegen. Hoeveel aangenamer zou het leven zijn als die niet bestond. Hij gaat me te snel of te langzaam, maar nooit neemt hij het tempo dat ik wil. Het grootste mankement van de tijd is dat hij niet in z’n achteruit kan. Stel je voor dat de tijd een voorwerp zou zijn, een schoen bijvoorbeeld, of een fiets. Wat moet je met iets wat geen enkele andere functie heeft dan doorgaan? Met een schoen kun je lopen, je kunt hem poetsen of in een andere kleur verven. Op een fiets kun je vooruitkomen, als je er niet op zit kun je achteruit, je kunt er een bel op vastschroeven en je kunt de banden doorprikken. Probeer dat maar eens met de tijd. Nu is het vergelijken van een abstract begrip met een concreet voorwerp niet fair. Dus laat ik de tijd eens vergelijken met iets uit dezelfde categorie. Met deugdzaamheid bijvoorbeeld, met bureaucratie, met honger. Voor deugdzaamheid kun je kiezen. Je kunt die verwachten van je medemens. Maar kun je voor de tijd kiezen en die verwachten? Ik zou niet weten hoe. Van bureaucratie kun je je afkeren, je kunt er een snel akkoordje mee sluiten, je kunt er plezier in hebben om die te verstoren door een deugdzame ambtenaar smeergeld aan te bieden. Probeer de tijd maar eens smeergeld aan te bieden, of zelfs maar een akkoordje ermee te sluiten. Honger kun je stillen. Probeer de tijd maar eens te stillen.
Toen mijn tante van 104 wist dat ze dood ging, vond ze dat haar tijd er nog niet opzat
Toen mijn tante van 104 wist dat ze dood ging, vond ze dat haar tijd er nog niet opzat. Er gaat zoveel tijd verloren in het leven, zei ze, aan boodschappen, aan slapen. Maar waar is die verloren tijd? Is er een bureau voor gevonden voorwerpen waar je verloren tijd kunt terughalen? Het is lang geleden dat ik bij het politiebureau voor gevonden voorwerpen was, en keek naar immense rekken met sleutelbossen, rekken met tassen die na roof gevonden waren. Maar een rek met gevonden tijd was er niet.
Een klok, dat is nog eens wat anders dan de tijd. Die kun je stilzetten, kapot-
maken, vooruitzetten, verdrinken, weggooien, er een kunstwerk van maken, negeren. Er is geen intieme relatie tussen een klok en de tijd. De tijd gaat nooit kapot en heeft altijd gelijk.
Ik vind tijd schaars goed. Het zou me zo goed uitkomen als hij er eens een paar maanden niet was. In 1582 werd de juliaanse kalender vervangen door de gregoriaanse. Er waren toen tien dagen te veel. De dag na 4 oktober was het opeens 15 oktober. Dat zou ik ook willen, maar dan andersom. Ik zou de kelder opruimen en sla gaan planten.
Marita Mathijsen (1944) is emeritus hoogleraar moderne Nederlandse letterkunde, gespecialiseerd in de negentiende eeuw en het oeuvre van Harry Mulisch. Binnenkort verschijnt haar nieuwe cultuurhistorische boek Historiezucht (Uitgeverij Vantilt).