Marte Kaan
Damesleed
Voor een vrouwenblad schreef ik een stuk over moederschap. ‘De baby als accessoire’ was de werktitel. Het was me te doen om de wijze waarop het krijgen en hebben kinderen inmiddels volledig lijkt te zijn ingekapseld in de onverminderd om zich heen grijpende life style-dictatuur waarin al het menselijke wordt vermarkt en het hele leven een keuze is.
Het stuk lag te wachten toen ik met mijn man en onze twee dochters naar New Delhi, India, vertrok. Een paar maanden later werd het geplaatst. Inmiddels was ik bezig te wennen aan het feit dat straatkinderen een hongerige baby tegen mijn autoraam duwen.
Toen beviel er een poes in onze tuin. Een paar dagen na de geboorte van haar kittens vertrok moeder. Ze nam twee van haar drie baby’s mee. Een babypoes bleef hulpeloos achter in het stof van onze tuin. Haar gekrijs ging door merg en been.
Rond die tijd vernam ik per mail dat er hommeles was over mijn stuk. Een hoofdredacteur van een tijdschrift voor moeders was beledigd door iets wat ik over haar geschreven had.
Vier dagen krijste het poesje onafgebroken, maar omdat de moederpoes zich af en toe nog liet zien durfde ik haar niet weg te halen. Soms ging het krijsen over in piepen om dan een paar uur later weer aan te zwellen. ‘s Avonds zette ik muziek op om haar even niet te horen, al had dat geen enkele zin, het gekerm van het diertje had zich in mijn hoofd vastgezet. Het enige wat een evenredige hoeveelheid van mijn aandacht opslokte was de damesblad-fittie.
Het katje begon schor te worden en was sterk aan het vermageren. Mijn pogingen om een dierenambulance of asiel te vinden liepen op niets uit.
Na een week vond ik een oppasmoeder voor het weeskatje. Samen met mijn dochter bracht ik het beestje weg. We belden aan bij een groot, donker huis. De deur werd opengedaan door een jonge Indiase met een Brits accent. Ze zette het katje in haar handpalm en controleerde het geroutineerd en liefdevol. Opgelucht
omdat we eindelijk iets hadden kunnen doen om het lijden van het katje te verlichten keerden we huiswaarts. Nu klonk weer alleen het getoeter van het verkeer en gekwetter van vogels in de tuin.
Het debacle met het damesblad leidde tot een vermelding in een ander blad. Ik werd met naam genoemd en kwam er niet al te florissant uit naar voren. Het stoorde me. Ondanks mezelf. Ondanks alles.
Het debacle met het damesblad leidde tot een vermelding in een ander blad
Bas Heijne citeerde de Schotse schrijfster Pat Barker in een column: ‘It’s the hardest thing in the world to go on being aware of someone else’s pain.’ Pijn van anderen op je eigen leven betrekken is menselijk. Blijvende betrokkenheid bij de pijn van anderen is een reusachtige opgave, voegde Heijne toe. Nog geen halve kilometer van mijn tuin wonen kinderen op een vluchtheuvel. Pas als er iets levends luidkeels ligt te sterven in my own backyard kom ik in actie.
Marte Kaan (1977) studeerde psychologie en volgde de opleiding aan de Schrijversvakschool Amsterdam. Werkt als freelancejournalist en woont met haar man en hun twee dochters in New Delhi, India. Bij Ambo verscheen haar eerste boek Lang leve de liefde – essays over destructieve liefde. Begin volgend jaar verschijnt de verhalenbundel De Saboteur (Ambo). Momenteel werkt ze aan een non-fictieboek over India.