Over dit hoofdstuk/artikel

Ronald Havenaar

over Jacques de Kadt


*
Dit artikel behandelt een aantal thema’s uit het eerste hoofdstuk van een dissertatie die ik voorbereid over het politieke denken van Jacques de Kadt en de historische wording daarvan. Een geannoteerde verantwoording van de in dit artikel voorkomende citaten en verwijzingen zal aan dat boek worden toegevoegd.
1.
In de literatuur over het werk van Marx is veel te doen over de kwestie in hoeverre het wetenschappelijke socialisme in diens werk deterministisch van aard is, resp. welke plaats daarin voor de vrije keuze blijft ingeruimd. Echter, zelfs indien het juist is dat de plaats die Marx aan deze keuze toekent aanzienlijk is en dat het deterministische moment in het wetenschappelijke socialisme vooral door Engels en latere marxisten is geaccentueerd, dan nog blijft ook in het werk van Marx zelf dit determinisme in essentie aanwezig doordat hij deze vrije keuze definieert als uiteindelijk wetenschappelijk voorspelbaar. Over deze problematiek: Isaiah Berlin, Karl Marx. His Life and Environment. Oxford University Press, 1978, p. 98-104. Zie ook: Leszek Kolakowski, Main Currents of Marxism. Its Rise, Growth and Dissolution, Volume I. The Founders. Clarendon Press, 1978, p. 223. Op die plaats zegt Kolakowski over dit aspect van Marx’ denken: ?Socialism is the effect of history in the sense that history gives birth to the revolutionary consciousness of the proletariat, but it is the effect of freedom inasmuch as the act of revolution is free, so that, in the revolutionary’s workers movement, historical necessity expresses itself in free action.?
2.
Lenins bewering dat hij met zijn voorhoedetheorie aan kon sluiten bij de opvattingen van Marx, omdat deze na de revolutionaire gebeurtenissen van 1848 gedurende enige tijd artikelen schreef waarin de Jacobijnse revolutionaire traditie van het putschisme wordt gesteund, lijkt moeilijk houdbaar. Marx keerde zich spoedig van de inhoud van deze publikaties af, juist omdat die gebeurtenissen hem tenslotte leerden dat een leidende elite geen rol kan spelen zonder het proletariaat, en daarom allereerst de taak heeft dat proletariaat bewust te maken van zijn revolutionaire opdracht.
3.
Later, in het in 1935 verschenen Van Tsarisme tot Stalinisme doorzag hij die consequenties w?l. Dat blijkt bijvoorbeeld uit de volgende passage (p. 235): ?… het waren de resultaten van het bolsjewistische, het leninistische partijsysteem, dat zonder een Lenin aan het hoofd, gehanteerd door anderen dan geniale wijzen, een alle karakter en verstand vernietigende, militaire kerk wordt. En m?t Lenin aan het hoofd maakt het de mensen klaar, om straks, door kleine opvolgers, onteerd en geknecht te worden. Een absolute veroordeling van het systeem is dus nodig.?
4.
Rosa’s eerste kritiek op het Leninistische partijconcept dateert al van 1906 en men mag aannemen dat de veellezende en Rosa bewonderende De Kadt er kennis van heeft genomen. De suggestie die ligt opgesloten in De Kadts inleiding bij een vertaalde selectie uit de brieven van Rosa Luxemburg als zou hij al tijdens zijn communistenjaren deze kritiek hebben gedeeld, is onjuist. Zie: Rosa Luxemburg, Brieven (Inleiding), in het bijzonder p. 66/7.