Schip
De rhetoriek van het schip
verheldert de zee.
Laverend tussen vissen en meeuwen
vaart het handtastelijke schip
over de huid van de rillende zee.
De mensen aan boord
besturen het schip met starende handen.
Zij vullen de dag met het vlechten
van woorden tot een kleed,
dat zij meter na meter vergeten.
Zij werpen behendig het net
van betekenissen over de nieuwe minuten.
Voor hun werk hebben zij
de beste arena gekozen:
de zee biedt geen weerstand.
Totdat een glinsterend moment
door de mazen ontsnapt,
hun denken verstoort
en druppelend geniet
van de man die stokt
in zijn woorden.
Het harmonisch stramien
rafelt weg in de wind.
De praters zin bang,
ontdekken het schip
en hun handen.
De rhetoriek van het schip
verduistert hun taal.
Laverend tussen orde en chaos
vaart het handtastelijke schip
over de huid van de willige zee.
K.L. POLL