Stratford-happening 1964
Al heeft in Nederland iedereen na 23 april van dit jaar Shakespeare’s naam snel en opgelucht uit de mond genomen, in Engeland wordt de bard nog steeds intensief herdacht.
In Stratford heeft men tegenover het Royal Shakespeare Theatre, waarin men uitstekend toneel kan zien, een enorm tentencomplex opgebouwd, waarin Richard Buckle – bijgestaan door een peloton schilders, beeldhouwers en ontwerpers – de Shakespeare-tentoonstelling heeft ingericht. Natuurlijk zijn er meer exposities, maar deze wordt kortweg aangeduid als DE tentoonstelling.
In 1954 heeft Richard Buckle in Edingburgh een Diaghilevexpositie gemaakt, compleet met lichtjes, geluiden, trapjes op, trapjes af, geuren en trucs. Trots zegt hij nu, dat de Amerikanen zijn idee verder hebben ontwikkeld tot de happening ontstond, zodat wij Buckle kunnen beschouwen als de grondlegger van dit
religieus gebeuren. Zijn Shakespeare-panorama heeft hij op dezelfde wijze opgezet onder het motto ‘by a devious (even perverse) employment of the nonliterary arts a new light may be thrown on aspects of the master’s work’.
Een dergelijke uitspraak maakt nieuwsgierig en met de catalogus in de hand betreden wij vol verwachting de tent.
Een blik in dit fraaie boekwerk leert ons dat de bezoeker wordt beschouwd als een reiziger, weliswaar niet naar de eeuwigheid, maar langs een wat beperkter traject: van ‘the traveller arrives through Time back to the year of Shakespeare’s birth’ tot en met ‘the Traveller considers how the work of Shakespeare, the child of Stratford, survives him’.
En wat heeft de reiziger aan het einde van zijn reis dan wel gezien? Het kind William S. als een kolossale kindermeel-baby, het gelukkig landleven in doeken à la douanier Rousseau, een kermis, de Getemde Feeks als Wild West-strip, een uit het lood hangend Globe-theatre met kosmisch reciterende stemmen, raadselachtige verkeerslichten, wat pop art en temidden van dit alles echte schilderijen (these paintings are genuine, please do not touch), prachtige miniaturen van Nicholas Hilliard, boeken en documenten.
Het geheel wordt gelardeerd met orgelmuziek, clavecymbelmuziek, vioolmuziek, luitmuziek, fluitmuziek, de ‘streetcries’ van Gibbons, en meergenoemde kosmische stemmen.
De aangekondigde geuren vallen wat tegen: er hangt eigenlijk maar één geur, die de reiziger de catalogus doet raadplegen of hij wellicht ‘Shakespeare’s stable’ passeerde.
Misschien kunnen in een volgende tentoonstelling wat feelings worden toegevoegd.
W.J.S.