Over dit hoofdstuk/artikel

Ronald Spoor

over E. du Perron


1.
Menno ter Braak/E. du Perron, Briefwisseling 1930-1940, I, ed. H. van Galen Last, Amsterdam, 1962, p. 37. Verder aangehaald als: BW.
2.
Bijvoorbeeld J.W.F. Werumeus Buning in De groene.
3.
Menno ter Braak, Het schoone masker, De vrije bladen, 1927, jrg 4, nrs 6-7, juni-juli; Afscheid van domineesland, Verzameld werk, I, Amsterdam, 1950, p. 214. Verder aangehaald als: VW.
4.
Menno ter Braak, Ondergang. Over persoonlijkheid en woord, De stem, 1927, jrg 7, nr 3-4, maart-april; Afscheid van domineesland, VW I p. 179.
5.
Menno ter Braak, Anti-thesen, De vrije bladen, 1926, jrg 3, nr 2, februari.
6.
Menno ter Braak, Het opium der vormen. De vrije bladen, 1927, jrg 4, nr 1, januari; Man tegen man, VW I, p. 362-370.
7.
Menno ter Braak, Waarom ketters?, De vrije bladen, 1930, jrg 7, nr 10, oktober; Man tegen man, VW I, p. 356-361.
8.
idem, loc. cit., p. 286.
9.
Jan Engelman, Aveuglement du coeur, De vrije bladen, 1930, jrg 7, nr 11, november, p. 305-315.
10.
Menno ter Braak, Het carnaval der burgers, een gelijkenis in gelijkenissen, VW I, p. 137.
11.
In de Cahiers van een lezer gedateerd Brussel, 4 september; Den gulden winckel, 1930, jrg. 29, nr 9, 20 september; Tegenonderzoek, p. 9-16; VW II, p. 212-217.
12.
BW I, p. 11.
13.
P.N. van Eyck, Verschijningen en verschijnselen IX, Jan Engelman, Sine nomine, Leiding, algemeen tweemaandelijksch tijdschrift, 1931, jrg 2, nr 6, 15 december, p. 274; Verzameld werk, V, Amsterdam, 1962, p. 392.
14.
Anthonie Donker, Jong-katholieke po?zie, in: De schichtige Pegasus, critiek der po?zie omstreeks 1930, Standpunten & getuigenissen, Brussel, 1932, p. 57.
15.
Victor E. van Vriesland, Bedwelmende zanger, Nieuwe Rotterdamsche courant, 1931, jrg 88, 9 mei; Onderzoek en vertoog, Verzameld critisch en essayistisch proza, I, Amsterdam, 1958, p. 253.
16.
Janus [Mathieu Smedts], Uit het zakboek van een twijfelaar, Vrij Nederland, onafhankelijk weekblad met JM – De stem, 1970, jrg 30, 12 september.
17.
Manuscrit trouv? dans une poche. Chronique de la conversion de Bodor Guil?, ?tranger. Publi? tel quel par Eddy du Perron. Avec un portrait du converti par Creixams; et un certificat m?dical du Dr. L. Grattefesces. [Bruxelles, 1923].
18.
E. du Perron, Herinneringen aan ?modern? Vlaanderen, Verzameld werk, VII, Amsterdam, 1959, p. 500-502. Verder aangehaald als: VW.
19.
Het Gebed bij de harde dood werd in 1928 in Brussel in een oplage van 50 stuks voor de vrienden van A.A.M. Stols gedrukt als nr 15 der serie ?To the Happy Few?.
20.
E. du Perron, Autobiografisch overzicht, VW VII, p. 503-504.
21.
E. du Perron, Cahiers van een lezer, VW II, p. 24.
22.
E. du Perron, Gebed bij de harde dood, De gids, 1928, jrg 92, nr 9, september, p. 320-323.
23.
E. du Perron, Cahiers van een lezer, 3 maart 1927, VW II, p. 176.
24.
Letterkundige almanak Erts, Amsterdam, 1929, p. 201-206.
25.
E. du Perron over proza, po?zie, kritiek. Met een portret door Creixams, Den gulden winckel, ge?llustreerd maandschrift voor boekenvrienden, 1930, jrg. 29, nr. 5, mei, p. 107-110; hier geciteerd naar de versie in Cahiers van een lezer, VW II, p. 194.
26.
BW I, p. 7.
27.
VW II, p. 192.
28.
Brief van Jan Engelman d.d. 2 november 1930 aan A.A.M. Stols, aanwezig in het Letterkundig museum en documentatiecentrum te Den Haag.
29.
Jan Engelman, Parlando, De nieuwe eeuw, 1931, nr 714, 30 april, p. 961.
30.
BW I, p. 51.
31.
Jan Engelman, Vergeelde papieren, Maatstaf, maandblad voor letteren, 1960-61, jrg 8, september, p. 545, tekst gekorrigeerd naar het typogram dat zich in het Letterkundig museum bevindt.
32.
E. du Perron, Tegenonderzoek (Cahiers van een lezer)*** Brussel, 1933, p. 93-94; niet in VW II.
33.
idem, p. 143; niet in VW II.
34.
Jan Engelman, Vergeelde papieren, loc. cit., p. 545; het vermogen van de familie Du Perron was bij de Nederlandsche Handelsmaatschappij te Amsterdam in zuidamerikaanse papieren belegd. Ook Gistoux – met een hoge hypotheek bezwaard – blijkt onverkoopbaar.
35.
Jan Engelman d.d. 19 juni 1937 aan Alexander Cohen.
36.
G.H. ‘s-Gravesande, E. du Perron, herinneringen en bescheiden, ‘s-Gravenhage, 1947, p. 73.
37.
Jan Engelman, Vergeelde papieren, loc. cit., p. 545.
38.
Jan Greshoff, Du Perron treedt binnen, in Voli?re, ‘s-Gravenhage, 1956, p. 32.
39.
Dit velletje bevindt zich evenals de andere dokumenten in het Letterkundig museum. Zie in dit nummer, p. 191. Aantekening: r. 1.: vloeit
40.
BW III, p. 10.
41.
Janus [Mathieu Smedts], Uit het zakboek van een twijfelaar, loc. cit.
42.
E. du Perron, Ons deel van Europa, VW II, p. 723.
43.
E. du Perron aan Jan Engelman op 16 april 1934.
44.
loc. cit. p. 724.
45.
G. Stuiveling, Wegen der po?zie, beknopte beschouwingen over de Nederlandse dichtkunst sinds de oorlog, Serie tijd en taak, Amsterdam, 1936.
46.
Jan Engelman aan Alexander Cohen, 29 april 1937.
47.
De eerste aflevering van ?Forum?. Wat Ritter in ?Forum? ziet, De nieuwe eeuw, 1931, nr 744, 26 november.
48.
De nieuwe eeuw, 1932, nr 755, 11 februari, p. 621.
49.
idem.
50.
De nieuwe eeuw, 1932, nr 759, 10 maart, p. 749.
51.
idem; bedoeld is H. Marsman, De aesthetiek der reporters, Forum, maandschrift voor letteren en kunst, 1932, jrg 1, nr 3, maart, p. 141-150; ook Verzameld werk, Amsterdam, 1960, p. 403-413.
52.
Jan Engelman, Hampton Court, De nieuwe eeuw, 1931, nr 748, 24 december, p. 396-397. Jan Engelman merkte daarin over Ter Braaks Carnaval op: ?Het Carnaval der Burgers’ (een boek, overigens, dat mij bijna zoo lijfelijk pijn doet als het krassen van een te steenachtig stuk krijt langs een schoolbord).?
53.
Jan Engelman, Vlaanderen’s verfvermaak, De nieuwe eeuw, 1932, nr 763, 7 april, p. 876.
54.
Jan Engelman aan Jan Greshoff op 4 december 1932. Aanwezig in het Letterkundig museum.
55.
Jan Engelman, September-nummer van Forum. Een Legende zonder grond, De nieuwe eeuw, 1933, nr 839, 21 september, p. 1883.
56.
Anton van Duinkerken, Neocynisme, De gemeenschap, 1932, jrg 8, nr 4, april, p. 233-236; het citaat op p. 235.
57.
Jan Engelman, Over ?Forum?. Antwoord aan Anton van Duinkerken, De nieuwe eeuw, 1933, nr 847, 16 november, p. 250.
58.
idem.
59.
De nieuwe eeuw, 1933, nr 851, 14 december, p. 410.
60.
BW I, p. 157.
61.
Theun de Vries, Proefbalans 1934, Den gulden winckel, 1934, nr 395, januari, p. 1-3 en p. 9.
62.
BW II, p. 295.
63.
Jan Engelman, Parlando, De nieuwe eeuw, 1931, nr 714, 30 april, p. 961.
64.
Jan Engelman, Aan Albert Plasschaert, De gemeenschap, 1934, jrg 10, nr 5, mei, p. 334.
65.
De nieuwe eeuw, 1933, nr 851, 14 december, p. 540.
66.
De nieuwe eeuw, 1933, nr 834, 17 augustus, p. 1084.
67.
Jan Engelman, Beslag op geweten, De nieuwe eeuw, 1934, nr 856, 18 januari, p. 610.
68.
Jan Engelman, Antipoden, De nieuwe eeuw, 1934, nr 897, 1 november, p. 136-137.
69.
Jan Engelman op 14 juni 1933 aan A.A.M. Stols. Aanwezig in het Letterkundig museum.
70.
E. du Perron, VW II, p. 691.
71.
Menno ter Braak, De eeuwige jeugd, geproclameerd door ?De Nieuwe Gemeenschap?. Tragedie van het gezag, Het vaderland, 1934, jrg 66, 3 juli, p. 1, avondblad C.
72.
J.E., In Duitschland, De gemeenschap, 1934, jrg 10, nr 6, juli, p. 484-485.
73.
Victor van Vriesland in de rubriek Tijdschriften van de Nieuwe Rotterdamsche courant, 1933, jrg 90, nr 246, 5 september, avondblad B.
74.
REDCEL ELF, Embarquement voor de Vriendschapseilanden, De nieuwe eeuw, 1933, nr 847, 16 november, p. 250.
75.
BW III, p. 362; Door nieuw historisch onderzoek van L.R. Wiersma is gebleken dat de uiteenzetting van H. van Galen Last (in de noten bij de Briefwisseling) over de oprichting van het komitee korrekt is. ?Er kan dus geen twijfel over bestaan?, schrijft Wiersma in de Bijdragen en Mededelingen betreffende de Geschiedenis der Nederlanden, deel 86 (1971), p 126, ?dat Du Perron naar Nederland kwam om zelf de stoot tot de oprichting van een Waakzaamheidscomit? te geven. Hij was het die in feite het initiatief nam.? Het stuk van Wiersma betekent tevens een korrektie op de geschiedschrijving van L. de Jong, die Jan Romeins mededeling dat hij de initiatiefnemer was, had overgenomen.
76.
E. du Perron, VW II, p. 729.
77.
BW III, p. 365.
78.
?Forum? gaat verdwijnen. Welkom afscheid, De tijd, 1935, jrg 91, nr 28422, 10 oktober, avondblad, [p. 5].
79.
Jan Engelman, Noodweer, Amsterdam, 1942, p. 21; VG, 134.
80.
Jan Engelman, Een nieuwe generatie, De gemeenschap, 1940, nr 3, maart.
81.
Tegenonderzoek, p. 168; H. Marsman, VW, 1960, p. 485.
82.
Stendhal, Correspondance, 1800-1821, I, ?d. Henri Martineau et V. del Litto, Biblioth?que de la Pl?iade, Parijs, 1962, p. 236.