[Vervolg In Gods naam]
Tatsachen, wir brauchen euch keinen Extrabericht zu geben! Helft Ungarn! Helft den Ungarischen Schriftstellern, Arbeitern, Bauern und unserer Intelligenzschicht! Helft! Helft! Helft!’-‘Das Manifest’, staat bij mijn tekst, ‘wird auf englisch, deutsch und russisch zweimal wiederholt’. – Ach wat, wij verstaan immers geen Russisch!
Gevoel voor humor hebben we wel, wij wel! De volgende week hebben we al onze PEN-grapjes in de Kleine Krant, en de 8e december ons ‘Boelganin-Bok-Bier’. – En historisch besef: gesticht lezen we de dialoog van de Atheners en Meliërs van Thucidides: ‘Het recht der zwakken en de macht der sterken’ (17/11/57). Dijkstra bedoelt het natuurlijk omgekeerd. Die lieden wisten nog eens van motiveren voordat ze sloegen. – En de noodzaak, vergeten we dat niet. Het was ‘misschien voor Rusland onontkoombaar’, schrijft prof. Duverger in Le Monde, die de Groene graag eens plundert. Laat dat misschien maar weg, professor. ‘Bij de toestand zoals hij thans is, is het ondenkbaar dat de Sowjet-Unie de vestiging van een Westerse democratie binnen het ijzeren gordijn kan aanvaarden’, schrijft Thomas Schreiber (15/12/56). Waar hebben we ons eigenlijk druk om gemaakt, de Russen moesten wel, de toestand was te verward – kardinaal Mindszenty deed trouwens ook dom. Radio Free Europe was eenvoudig fataal – en zwijgen we nu van de RIAS, die het blijkbaar goed deed – dat weet iedereen nu wel behalve Hofland van het Alg. Handelsblad, die haar deskundig dorst te verdedigen: shame!
Eigenlijk is het Westen de schuldige, zoals een Jugand ons duidelijk heeft gemaakt (24/11/56), met zijn propaganda die ‘deel uitmaakte van een psychologische oorlog die vaak genoeg, in Frankrijk en elders (juist!) aan de kaak gesteld door mensen van links (ja, dat zijn wij) die dan meteen voor crypto-communisten werden uitgemaakt door de specialisten van de ophitsing’. – O God, hoe zijn wij miskend – hier zinkt Dijkstra wenend aan de boezem van Davids: O Sem, belasterd ben ik, die specialisten! – ‘De “specialisten” van de zenuwenoorlog hebben er misschien hunnerzijds niet aan gedacht dat de opgehitstheid der geesten… er een heel volk toe zou kunnen brengen zelfmoord te plegen door op te stormen tegen Russische tanks’. – Mijn God – Uw Naam – en onze handen! Mien, de karaf!
Anderzijds valt een zeker juridisch gelijk aan Russische kant niet te ontkennen. Immers, ‘om maar iets te zeggen (sic): zuiver formeel geschiedde de Russische interventie in Hongarije op verzoek van de – blijkens de positie van de minister van buitenlandse zaken Horvath in de Assemblee der V.N. ook door de wereldorganisatie erkende – regering van Hongarije. En die rege-ring was tot haar verzoek bevoegd; wat er gebeurde, mag nog zo afschuwelijk zijn, volkenrechterlijk was het moeilijk aantastbaar. In Egypte stond de zaak anders…’ (1/12/56) – Weliswaar was de chef van die delegatie de Rus Leo Konduktorow, omgedoopt in Peter Koos, weliswaar werd het verzoek gedaan door de regering Hegedüs vlak voordat deze de macht overgaf aan Nagy, weliswaar beval diens regering de Russen voortdurend het land te ontruimen – maar zuiver formeel – om maar iets te zeggen, als het maar iets is – zat de zaak wel goed met dat volkenrecht – het ‘wordende’ heet het ergens, het ‘huidig’ elders – dat b.v. aan Israel weer ongelijk gaf bij hun ‘stoot tegen Egypte’, en hun later weer vertelde, dat het ‘geen voorwaarden kan stellen voor de ontruiming van de strook van Gaza’ (2/2/57) – tevoren door Rusland zo informeel volgestopt met wapens. Vindt U overigens Nasser als politiek leider ook zo ‘rijp’? (8/12/ 56) – Tenslotte kunnen we de Russische interventie eigenlijk nog het beste begrijpen door haar te vergelijken met die van de USA in Korea. (1/12/56)
Hoofdzaak is echter dat de spanningen weer afnemen. (22/12/56 – 12/1 – 2/2/57). Het dooit weer lekker, het heeft eigenlijk nooit anders gedaan voor de Groene-lezer. En – o idylle – ‘in Boedapest zijn met Kerstmis (natuurlijk met Kerstmis, U leest toch ook Uw Dickens weer?) sneeuwbalgevechten geleverd tussen Russische soldaten en Hongaarse kinderen’. (12/1/57) De wereld is weer goed, er zijn weer brave Russen – en ook de AVO werkt weer. Men sneeuwbalt en men martelt weer zo wat, en in de Uraniummijnen gaat het straks ook weer beginnen. Kortom, het gaat overal weer subtiel toe, zoals de Groene van 26 jan. duidelijk maakt: ‘Een veel (bedoeld is: nóg) subtieler en vooral een veel genuanceerder geheel van relaties (!) was nodig geworden… een politieke en in vele gevallen ook (!) militaire samenhang tussen staten, die zich als het om hun interne structuur ging op Marx en Lenin beriepen. Tsjoe En-Lai is er bij gehaald om dat genuanceerder geheel te helpen vlechten (!)’ Het zal wel moeten, ‘Rusland is immers militair en economisch overmachtig geworden’ (intimidatie), ook al zijn dan tegelijk ‘de wapens in de neer’ (ontspanning): hoe doen ze het, zo tegelijk: de dialectiek! (2/2/57)
Overigens is ‘militaire macht… niet langer het afdoende argument’: dit ne-
men we als epitaaf voor de Hongaarse vrijheid.
We beginnen weer met een schone lei, we zijn niet zo onverzoenlijk als Victor van Vriesland, die weer zo veel soepeler is dan Wiessing en iets gaarder dan Donkersloot. – Twee debet-postjes schrappen we nog even. De vluchtelingen? Niet te druk over maken, er zit van alles bij, b.v. een hele gymnasiumklas, die eens chocola wilde eten – ach gut. Verder lieden die niets te verliezen hadden, gewone misdadigers en zelfs gewezen SS-ers – vandaar de antijoodse incidenten in het kamp Siezenheim. (9/2/57) Dat zal dan wel, antisemitische communisten zijn onvoorstelbaar. Maar waarom zijn dan toch die 17000 joden gevlucht, ‘ongeveer 14 à 15% van de totale joodse bevolking van Hongarije’, volgens een NRC-artikel van 25 jan., dat nog enige onbehagelijke achtergronden geeft. Die oorlogshitsers!
Van deportaties weten we uiteraard niets zeker – of toch… In elk geval: Cabot Lodge zei van wel, ‘met aplomb’, Sjepilow ontkende, ‘met evenveel aplomb’, en dus: non liquet. Dijkstra vindt deze truc zo aardig, dat hij hem twee maal herhaalt, bijna woordelijk. (24/11 en 8/12/56) Een symptoom van presenilitas pseudo-ideologica? – Maar wat kunnen wij weten? Communisten deporteren immers niet, ze hebben het nooit gedaan!
We weten het niet, we willen het ook niet weten. We willen alleen maar rust, we willen iets van die opium die andere geloven zo kwistig geven, en die Dijkstra ons zo mondjesmaat doseert. Iedere week één klein lepeltje, is een warhoofd in het jaar.
Dank Dijkstra, je bent de moraaltheoloog van het communisme, je bent de ideologische biechtvader van ons geestelijk ontheemde intellect, je bent, kortom, de meest typische rode jezuiet die ik me kan denken. Maar je verslapt man, je vervalt in herhaling, je wordt te doorzichtig, al je medewerkers krijgen het vroeg of laat door – het wordt dus hoog tijd voor je weer eens een klein rubriekje te gaan uitwisselen met je wit-gele confraters van de Linie. Liefst dan met een klein rood-wit-groen randje er om, van de Hongaarse vlag: het groen van je schutskleur, het rood van je wezenlijke tint en het wit van de onschuld van je lezers.