Vijf gedichten
Van der mollenfeeste+
Rondeel
Eenander
Een ander
Nog een ander
Anthonis de Roovere behoorde tot de rederijkers. Zijn betrekkelijke onbe-kendheid buiten vakkringen is alleen maar te verklaren uit de slechte reuk waarin de rederijkerij lange tijd heeft gestaan. Overigens ten onrechte zoals tegenwoordig blijkt. De Roovere wordt nu als één van de belangrijkste middeleeuwse dichters erkend, maar voor iemand als Menno ter Braak was De Roovere’s poëzie in 1937 nog een verrassing en een openbaring. De hieronder afgedrukte dodendans ‘Van der Mollenfeeste’, noemde hij één van de meest obsederende gedichten die hij kende. Over de andere poëzie zweeg hij, vermoedelijk omdat hij die niet kende. Hij was ‘Van der Mollenfeeste’ in een bloemlezing tegengekomen.
De Roovere leefde in de vijftiende eeuw (hij stierf in 1482) in Brugge, waar hij het ambt van aannemer of architect uitoefende. Wat hij gebouwd heeft, weet niemand meer. Als dichter was hij in zijn tijd welbekend.
- +
-
Anthonis de Roovere
De dood als een feest is een ongebruikelijke voorstelling, maar komt elders toch voor. De mol treedt in talrijke zegswijzen op die betrekking hebben op het sterven en de dood.
- +
- de Dood met een piek uitgerust als Gods bode
- +
- dodenrijk
- +
- zeker, beslist (stopwoord)
- +
- morren
- +
- dodenrijk
- +
- overal
- +
- naar zijn aardse verdienste
- +
- kerkelijke ambten
- +
- Franciscanen, Carmelieten en Augustijnen.
Meesters wijs: geleerden
- +
- karthuizers, ?reguliere kannunniken?
Mannelijke begijnen; broeders van barmhartigheid
Fratres: broeders (samenvatting van de voorafgaanden) ?klopjes?, bedelnonnen
- +
- onverwijld
- +
- De adel wordt opgeroepen in hi?rarchische volgorde
- +
- allerlei namen van bestuursen rechterlijke ambtenaren
- +
- opzichters
- +
- (begrijpt het goed!) met woordspeling (Koks en Smaken)
- +
- koffers
- +
- lakenwevers
- +
- koopwaren
- +
- stijf en sterk: met klem
- +
- zorgen voor
- +
- oproepen
- +
- flink
- +
- korte overkleden, lange puntschoenen
- +
- houten sandaal
- +
- vechtersbazen
- +
- Franse dolken
- +
- binnenkort
- +
- vlechten behoeven zij volstrekt niet te hebben
- +
- fluit- of doedelzakspelers, ook minnaars
- +
- bewegen
- +
- rei- of rondedans uitvoeren
- +
- pluimstrijken
- +
- rijk worden
- +
- nakijken
- +
- overal verstoten
- +
- slagen
- +
- vol steken, gaten; met bijbetekenis van bedrog
- +
- onschuldig (ironisch!) als de Joden
is hij er slecht aan toe
- +
- slapende met bijbetekenis lui, gemeen, gluiperig
- +
- twee bekende spreekwoorden
- +
- zulk: menigeen
- +
- tegenwoordig; tegelijk: d.w.z. mild genoemd worden en nooit geven
- +
- met verschillende tongen spreken
- +
- loochenen (nl. de waarheid)