[p. 504]
Wiel Kusters
Veertje
Je was net wakker en daar zat
een veertje in je haar.
Had je onrustig geslapen?
Had je in dromen gewoeld?
Een veertje uit je slaap geslopen,
een veertje uit je sloop gekropen,
een veertje uit je kussen.
Jij ging weer liggen en ik zag
een veertje in je haar.
Een stukje van een vleugel?
Een vleugje van een engel?
Een vonkje van ons vuurtje,
een seconde van ons uurtje,
een veertje. Van het kussen.
[p. 505]

Julius Knipl