Hoofdpijn

Onlangs een boekpresentatie van een collega. Spontaan medelijden, want het is geen feest als schrijver, het is alleen maar:

– zenuwachtig zijn

– nog zenuwachtiger worden

– zien dat de angstvallig voor je ouders verborgen vrienden met het alcoholprobleem ondanks de kater meteen de weg naar je ouders vinden

– zien dat je uitgever met het alcoholprobleem eveneens de weg naar je ouders vindt

– tig keer de microfoon uitproberen totdat hij het na de tiende test niet meer doet

– je stem schor moeten schreeuwen omdat de microfoon het niet doet

– ter plekke tientallen opdrachten moeten verzinnen en vervolgens de teleurgestelde blik verdragen van mensen die hun gesigneerde exemplaar inkijken met een blik: is het dit maar?

– je exen elkaar te lijf zien gaan, maar dan niet zoals het in je natte dromen gebeurt

– opmerken dat je nog minder vrienden hebt dan gedacht

– vaststellen dat die paar vrienden niet aanwezig zijn

– dronken naar huis gaan nadat je tegen je ouders hebt gezegd: schrijven is een eenzaam beroep

– eenzaam in je bed kruipen en weten: schrijven is een dronken beroep

 

Nee, boekpresentaties zijn niet leuk. Het zijn gevaarlijke sociale experimenten waar je hoofdpijn van krijgt.

 

Avatars

Twee Nederlandse seksuologen pleiten voor virtuele kinderporno. Beide heren, die in hun behandelkamer praktijkervaring met pedofielen hebben, menen dat dit tot een daling van het kindermisbruik zal leiden. Zo kunnen de patiënten immers hun seksuele gevoelens reguleren.

Het doet me denken aan mijn oma die onlangs zei: ‘Altijd maar dat gedoe over kinderporno. Wat is nou het probleem als die mensen achter hun computer naar die dingen willen kijken?’ Waarop een snugger en qua leeftijd maar net boven de doelgroep uitstijgend nichtje repliceerde: ‘Maar oma, daarvoor moet die kinderporno wel eerst gemaakt worden. Met echte kinderen.’ Dat antwoord trof duidelijk doel en ontlokte oma een zuinig ‘O ja, dat is ook waar.’

Maar nu dus de oplossing voor het dilemma: virtuele kinderporno. De vraag blijft natuurlijk wat we in hemelsnaam onder dat ‘virtuele’ moeten verstaan. Porno met schattige kinderrobots, die een boertje laten als je je vinger iets te diep in hun digitale anus steekt? Te verkrijgen met schattige kleertjes, verstelbare gezichtsuitdrukking en drie pruiken gratis? Of toch maar een soort van stoute Disney-versies, animatiefilmpjes met heel realistisch getekende of per computer gemodelleerde kindpornosterretjes? Avatars, maar dan lekker fout. Dan kunnen we die ook liken, een rating geven en stemmen op het meest populaire filmpje. Het wordt stilaan tijd voor een app, toch?

En als u denkt dat ik het in het belachelijke trek, dat doen de heren zelf wel, o.m. door te verklaren: ‘Het moet wel op een cleane manier gemaakt worden en van een soort keurmerk voorzien zijn.’ Nee, het is niets voor amateurs, de kinderporno is zonder meer het koninginnenstuk van de seksindustrie. In de keurcommissie mogen dan ook alleen zeer ervaren pedofielen zitten, de werkelijk harde jongens, type Robert M., die toch enige adelbrieven kan voorleggen. Erkend door de Meester (nu weten we meteen waar die ‘M.’ voor staat) lijkt me een ideale slogan.

Bestelling van al dat lekkers kan bij uw plaatselijke seksuoloog, die er dan uiteraard een percentje aan overhoudt. Voor wat, hoort wat, iedereen heeft kinderen te voeden. Zeker nu die voor hun bijbaantje in de porno-industrie weggeconcurreerd worden door hun avatars.

48 hours

Een hoogbejaard stel bracht 48 uur door op een vastgelopen motorboot in het Gooimeer. Geen voedsel, geen water, geen verwarming, niks. Alleen elkaar. Het zou het scenario voor een toneelstuk kunnen zijn, maar dat is het niet. Een 82-jarige man en 75-jarige vrouw overkwam het echt.

Waar zouden ze het in die twee etmalen over gehad hebben? Hoe lang heeft het geduurd voor het gesprek niet meer over praktische zaken – lees: hoe raken we in godsnaam van deze klereboot weg – maar over andere zaken. De kinderen, het huis, de buren, de onderhuidse huwelijksproblemen, de herinneringen, de roestende liefde.

Na hoeveel uren sluipt voor het eerst de gedachte aan de dood binnen? Aan de dood als realistisch einde van het motorboottochtje. Voelt die gedachte dan nog even vertrouwd als in de huiskamer, waar elke gepensioneerde wel eens op die gedachte kauwt?

Hebben de twee oudjes de balans opgemaakt van hun leven? Hoe voelt het om dat met z’n tweeën te doen in plaats van alleen? Hoeveel invloed heeft dat op de eindconclusie? En kan die balans nog verstoord worden als de andere vóór jou overlijdt? Of erger nog, wanneer de andere sterft en jij twee uur later gered wordt door een boot of vliegtuig die met haken in de vorm van vraagtekens je letterlijk uit het slijk halen. Glimlach je dan?

Ach ja, een gek kan meer vragen stellen etc. Een ding is in ieder geval duidelijk: hier is een nieuw televisieconcept in de maak. Dat die twee oudjes maar gauw een patent nemen.

No no Silvio

La bella Italia, land van pasta, Vespa en bunga bunga. Of dat was het toch. Nu kreunt het onder financiële, economische, seksuele en andere crises. Een saaie technocraat aan het roer gaat die boel ook niet gauw verhelpen, zodat de flamboyante Italianen in het diepst van hun gedachten – die meestal maffiosogewijs samenspannen met hun libido – stiekem al terugverlangden naar hun vorige premier, de man met de melodieuze naam Silvio Berlusconi. (Zeg nou zelf: als u kon kiezen tussen een Italiaans snoepje met de naam ‘Monti’ of ‘Berlusconi’, is het toch wel duidelijk wat u neemt?)

Helaas, Silvio had er geen zin in, hij stelt zich definitief geen kandidaat meer bij de volgende verkiezingen. Geen laatste ritje dus voor Il Cavaliere – bijnaam die met de jaren steeds meerduidiger werd. Italië en Europa blijven dus verstoken van extra schandalen, politiek incorrecte grapjes en seksuele escapades waar elke regeringsleider van droomt.

Erger nog is het natuurlijk voor de Italiaanse bevolking. De man die de prostitutiesector de ene na de andere boost gaf, bewees dat bejaard worden niet per se saai hoefde te zijn, en op de koop toe aan de lopende band werkgelegenheid creëerde voor kappers, plastische chirurgen en niet meer in Hollywoodfilms aan de bak komende maffiosi, is verleden tijd. Een mens zou van minder depressief worden.

De financiële markten denken daar hetzelfde over, nu men hen te lijf gaat met competente leiders. Frau Merkels gezicht wordt er ook niet vrolijker op, en ook Mario Monti, Herman Van Rompuy en andere bekwame jongens lijken last te hebben van zeer plaatselijke zure regen. Competentie? Bingo bingo, dachten ze, terwijl hun gedachten dag na dag verder zinken in bunga bunga.

Tijgers blijven

Een mens zou haast vergeten dat hij schrijver is, dus een beetje actieve literatuur mag ook. Of waarom zelfs niet de combinatie, literatuur over literatuur, dolce e utile etc. In concreto: straks is Hugo vijf jaar dood, en sommige verslaafden raken hem echt niet kwijt.

 

Tijgers blijven

 

Tijgers blijven, krekels spitten

in onze spieren. Niemand slaapt

je uit.

 

Want in ons vel laaien nog je lianen,

het oerwoud dat in de jongen speelt

met vuur.

 

Wij hebben nodig: een vonk,

een wijf,

een tijd

die een touw aan ons kan vastknopen.

 

Maar we hangen alleen

in je taal van boekweit

en klaroenen, van zinnen

vol apinnen, zoekend als blinden

naar het braille van onze navels.

 

Tijgers blijven, krekels spitten.

De vroege moeders huilen ons

wakker vannacht.

Elle est morte

Elle est morte. Qui? Emmanuelle… Sinds twee dagen vertoef je niet meer onder ons, d.w.z. dat je, in mediatermen, al oud nieuws bent. Ik ga dan ook geen in memoriam aan je wijden, dat deden de kranten, televisiejournaals en een hoop publicisten al voldoende. Een gedichtje wil ik wel maken, later, als je dood een beetje uitgeregend is in mijn hoofd.

Nu houd ik het bij een bedenking. We zullen je herinneren als Emmanuelle, d.w.z. als Sylvia in de iconische rieten stoel, met je masker van naaktheid. En daarbij denken we alleen aan jou. De mannen in je leven zijn je nooit gaan overheersen, je bent geen Marilyn Monroe, bij wie altijd meteen de schimmen van Joe DiMaggio, Arthur Miller en JFK opduiken, of, om het even literair te houden, een Kristien Hemmerechts bij wie we altijd de rokershoest van Herman in de nek voelen.

Ondanks je relaties met Hugo Claus, Freddy de Vree en de Amerikaanse acteur Ian McShane, blijf je onze puberfantasie Emmanuelle. Je bent geen aanhangsel geworden van bekende mannen. Wij zijn het aanhangsel geworden van jouw tweeëntwintigjarige lijf.

Je was onze artistiek niet altijd verantwoorde poëzie, ons biertje voor het slapengaan, onze vermoorde onschuld, onze Borsten des Vaderlands. Wij blijven aan je denken. Rust zacht, heb vrede, drink een neut met God. En hopelijk voelen die rieten stoelen in de hemel fijn aan je kont.

Losers

Lezend in een voor de AKO genomineerde roman, valt het me weer op: wat houden we toch van losers. Of het nu gaat om een schlemiel die in de penarie raakt, een onhandige, lichtjes emotioneel gehandicapte vader die het contact met dochter en realiteit verliest, of gewoon een berooide klootzak die zichzelf nog meer de vernieling in gokt, we love them. Op papier welteverstaan. De exemplaren van vlees en bloed moeten niet in onze vuilnisbak komen rommelen, laat staan hun geldtekort aanvullen met de inhoud van onze portemonnee. Zo ver gaat onze liefde voor kunst nou ook weer niet.

Maar op papier is het bingo. Menig literatuurvorser beweert dat er dan een soort van identificatie met de protagonist optreedt, de lezer zoekt immers ‘herkenning’. Hoewel dat zeker ten dele waar is, geloof ik nog sterker in het feit dat mensen een houvast wensen. Een ijkpunt om hun eigen verwachtingen te kunnen plaatsen en, bij voorkeur, naar beneden bij te stellen.

De loser geeft de lezer daarbij een handig mikpunt. Doet hem, wanneer hij zijn eigen leven in ogenschouw neemt, denken: het kan nog veel erger. Niet dat de lezer zich per se beter hoeft te voelen dan het hoofdpersonage, het draait meer om de idee: als dit – te weten de situatie van de loser – de norm is, dan kan ik daaraan beantwoorden. Meer nog, dan hoef ik eigenlijk niet zo veel te doen om een tikkeltje beter te zijn. Papieren losers verantwoorden de eigen gemakzucht. Zeker omdat wanneer we, in het slechtste geval, zelf zo’n loser zouden worden, we dan eigenlijk, zoals uit al die boeken blijkt, best nog wel een toffe peer kunnen zijn.

Het enige probleem daarbij is: die papieren losers hebben lezers. Onze levens niet. Wij zijn maar afkooksels van losers. De echte loser leeft in permanente staat van literaire genade.

Alleen maar Bijlmermensen

Tijd voor wat literatuur. Die mag dan wel op sterven na dood zijn, enkele heethoofden willen de zaak nog wat bespoedigen. Eerste doelwit is Robert Vuisje, auteur van de prijswinnende en zonet verfilmde roman Alleen maar nette mensen (Jood die er uitziet als een Marokkaan en samen met zijn pik op zoek gaat naar ‘de intellectuele negerin’, u kent als ervaringsdeskundige het verhaal wel.)

Wat daar allemaal fout of leuk aan is, kunt u ongetwijfeld zelf bedenken, maar de kans dat het spontaan moordgedachten bij u naar boven spit, lijkt me klein. Niet zo voor een paar luisteraars van de illustere Amsterdamse zender ‘Radio Mart’, die het plan hadden opgevat om Robert Vuisje om zeep te helpen. Ze spraken daarbij zelfs expliciet van ‘vuurwapens’ en ‘doodschieten’.

Wat de reden daarvoor was? In de gelijknamige film zou een verkeerd en stereotyperend beeld worden gegeven van de Bijlmer en zijn bewoners. Wat het ‘juiste’ beeld van de Bijlmer is, blijft daarbij in mist gehuld, maar het punt is natuurlijk dat boek noch film ooit pretendeerden van een realistische weergave aan te bieden van de betrokken wijk. Het is fictie, een verzonnen verhaaltje dat zo grappig en artistiek mogelijk op het papier of het beeldscherm wordt gebracht. En wat is er grappiger of meer literair verantwoord dan liegen? Liegen (vooral tegen hun partner) is trouwens ook wat al de bewoners van de Bijlmer doen in Alleen maar nette mensen.

Tijd om dat tegen te spreken dus, want wat denkt die joodse Marokkaan wel, die lustig op zijn boekomslagen poseert met een uit de kluiten gewassen vrouwenkont naast zich? Als tegenoffensief werd dan ook het waarheidsgetrouwe statement uitgebracht dat niet nader genoemde mensen Robert Vuisje zouden omleggen. Resultaat was dat het radio-interview alvast niet in de studio werd opgenomen vanavond, al willen de programmamakers het wel laten doorgaan. Indien Robert Vuisje vanavond nog leeft natuurlijk. Of zouden mensen uit de Bijlmer toch liegen?

O zo nobel (bis)

Mo Yan won de Nobelprijs voor de literatuur. De eerste echte Chinees, aangezien de eerste (Gao Xingjian in 2000) door de Communistische Partij liever weggezet wordt als een tot fransoos ontaarde pseudoscribent. Een salonfähige Chinees dus zowaar (naar verluidt zelfs met partijkaart), geheel tegen de Nobelprijstraditie in. Al waren vele commentatoren er als de kippen bij om te benadrukken dat kameraad Mo toch ook wel sociaal kritische lagen in zijn geschriften steekt, kwestie van toch niet al te veel te pluimstrijken bij de trotse apparatsjiks in Peking. Vriend Mo moest wel een beetje rebels blijven.

Dat leek hij zelf ook aan te voelen, want gisteren kreeg hij plots de behoefte om een goed woordje te doen voor de iets dissidenter dan hemzelf schrijvende Liu Xiaobo. Die laatste kreeg twee jaar geleden de Nobelprijs voor de vrede, iets wat in de hoge kringen in Peking niet meteen op eenstemmig gejuich werd onthaald.

Nu is er gelukkig Mo die oproept om Liu vrij te laten. Dergelijke oproep rolt natuurlijk vlotter van de tong wanneer de hele wereldpers over je schouder meekijkt en het toch een beetje zou opvallen als er drie dagen later plots vreemde bloeduitstortingen op Mo’s lichaam zouden verschijnen. De Chinese overheid blijft dus ook na de oproep lachen (zij het een beetje als een boer met kiespijn) en onze laureaat poetst meteen zijn rebelse imago een tikje op, zodat ook het weldenkend deel van het journaille tevreden naar huis gaat. En Liu natuurlijk, die kirt van plezier in zijn cel om deze nobele oproep. Iedereen tevreden en Mo is de koning te rijk.

Angela’s petticoat

Gisteren meldden enkele kranten een diplomatieke blunder of zelfs provocatie van onze geliefde Frau Merkel. De olijke Duitse dame had immers hetzelfde schreeuwlelijke jasje aan als tijdens de kwartfinale Duitsland-Griekenland op het afgelopen EK. De wedstrijd eindigde toen op 4-2, m.a.w. de boodschap van Merkel zou dezelfde zijn als die van Gary Lineker: aan het eind winnen de Duitsers.

Op basis van dat EK weten wij echter beter dan wie dan ook dat voetbal en realiteit weinig met elkaar te maken hebben, zodat deze journalistieke interpretatie me toch wat ver lijkt te gaan. Meer nog, ik zou zelfs een tegengestelde opinie aanhangen: Merkels jasje was een daad van mededogen. Kijk eens, zei Angela, ook wij Duitsers lopen er lelijk gekleed bij, ook wij zijn maar arme sloebers. Na vier maanden zit ik immers reeds door mijn kleerkast heen en moet alweer in hetzelfde outfitje opdraven. Ook dat is besparen. En zoals u ziet is er voor die facelift ook geen geld. Nee, Angela kwam duidelijk in vrede.

Ondertussen deden de Grieken ook hun best en verwelkomden Frau Merkel volstrekt niet provocatief met vlaggen vol hakenkruisen. Spontaan, warm en ludiek volksprotest, toch? Misschien kunnen beide partijen volgende keer op voorhand wat afspreken om de boel nog gezelliger te maken. Dan doen de Grieken hun lelijkste groene jasjes aan en komt Angela met swastika-armband en potloodsnorretje. Ze vallen elkaar dan ongetwijfeld onmiddellijk in de gestrekte armen.

I’m a Barbie girl in a Barbie world

De verkiezingen zijn alweer bijna een maand achter de rug, waarbij alle aandacht naar Rutte, Samsom en de achterkamertjes gaat, zodat de SGP het tijd vond om nog eens van zich te laten horen. Dat God nooit zo’n snoodaard zou kunnen zijn dat Hij verkrachtingen tot zwangerschappen zou doen leiden – hoogstens is die kans ‘heel klein’, bv. wanneer God even indommelt tijdens de speeches van Van der Staaij – dat wisten we nu wel. Tijd dat de SGP ons iets nieuws leerde, doch liefst zonder dat het zoveel stennis zou veroorzaken als de vorige keer.

Tijd voor een andere aanpak dus. Men stak de gereformeerde hoofden bij elkaar en besloot dat men, om dichter bij de Heer te komen, ook dichter bij Henk en Ingrid moest staan. Gods en Geerts wegen kruisen elkaar soms onvermoed. Weg dus even met het hogere, tijd voor de realiteit. Probleem was dat realiteit voor de SGP-leden zoiets is als dronkenschap: het bestaat alleen bij anderen. Het werd dus een moeilijke zoektocht, maar na enig vertwijfeld hoofdschudden vond één slimmerik het antwoord: de realiteit is te vinden in reality-tv, de naam zegt het immers zelf.

Zo gezegd, zo gedaan. Dus gingen ze met z’n allen een beetje Barbie’s baby kijken. Dat daarin olijk over kontneuken en lullengtes werd gepraat, terwijl schoenmaat en IQ van de hoofdrolspelers een spannend duel uitvochten, kon de SGP niet zo veel schelen. Het ging hen om de Mammon, de geldduivel die in tv-land was gevaren. De baby uit de titel van het programma werd immers commercieel uitgebuit. Het arme kindje was bij voorbaat verloren.

Maar misschien is dat ook wel de bedoeling, want bij de SGP weten ze goed genoeg dat dit alles een straf van God is voor het rondhoereren van de moeder. Dood en verderf zullen het lot van het kind zijn, tot schande van die hoer van Babylon.

Barbie doorzag dat echter snel: als haar kind dan toch gedoemd was, kon ze er beter voor zorgen dat het eerst vetbetaald op de tv kwam. Bovendien gaf ze het de naam ‘Angelina’. Op die manier zorgt Barbie ervoor dat haar kind zal worden wat zij wil: een engeltje met een zakcentje. En God zag dat het goed was.

O zo nobel

Donderdag is het weer zover. Misschien. Want het blijft altijd een goed bewaard geheim – behalve voor het bejaardentehuispersoneel – op welke donderdag in oktober de academieleden in Stockholm fit genoeg zijn om hun krent op te heffen en te verkondigen wie volgens hun nobele inzichten een miljoentje bij mag schrijven op zijn of haar bankrekening.

Weddenschappen floreren, schrijvers krijgen cijfers achter hun naam, ijdelheid wordt geprikkeld en teleurstelling regeert immer. Niet zozeer omdat het Nederlandse taalgebied alwéér over het hoofd gezien zal worden – wat willen we, met het doodzieke aapje N. en een pensioengerechtigde alcoholicus uit Vlaams Limburg als onze twee inzendingen –, maar omdat er opnieuw een ‘geëngageerde’ schrijver bekroond zal worden. Iemand die wat zegt over ‘de maatschappij’, en liefst nog iets politiek corrects (waarbij het heel politiek correct is om iets politiek incorrects te zeggen in politiek incorrecte staten – volgt u nog?).

Natuurlijk is dit wat overtrokken, en laat er geen misverstand over bestaan dat ons allitererend koningskoppel Nooteboom-Nolens waardevolle schrijvers zijn, maar net daarom gun ik het hun dat ze de prijs niet krijgen. Voor een keer heeft Mulisch gelijk (niet eenvoudig als je een tijdsgenoot van Hermans bent en de neiging hebt alles letterlijk te interpreteren): het groepje schrijvers dat hem niet gekregen heeft is kwalitatief selecter dan zij die hem wel gekregen hebben. Proust, Nabokov, Joyce, Kafka, Woolf, Musil, dat rijtje alleen al is indrukwekkender dan het meer dan honderdkoppige Nobellijstje.

Jammer is vooral dat de kwaliteit er op achteruit gaat. Waar we vroeger nog Hesse, Mann, Gide en T.S. Eliot hadden, moeten we het nu veelal met losgeslagen feministes en in eigen land vervolgde jongens doen (en zoals Reve zou zeggen: dat heeft vast wel een reden!). Nee,  laten we hopen dat Cees en Leonard net als Harry en Hugo veilig kunnen sterven.

Miljard

Eén miljard FB-gebruikers sinds gisteren. Eén miljard alter ego’s om ons eenzaam te voelen. Geweldig. Laten we juichen alsof we een miljard zenuwcellen hebben en die allemaal in intiem contact staan met wie we zijn. Eén miljard mensen die ons niet zijn. Ook dat is een geruststelling. Liken die handel, we zijn bijna gered.

Carrièreplanning

Willem Holleeder, veroordeeld en – veel belangrijker – notoir crimineel, krijgt na een column in Nieuwe Revu nu zendtijd in het programma College Tour. Half Nederland steigert meteen. Een podium voor een misdadiger, nota bene aangeboden door een publieke omroep. Ons belastinggeld geïnvesteerd in spreektijd voor Holleeder, terwijl die zelf nog zo’n slordige 18 miljoen aan justitie moet terugbetalen. Totaal onverantwoord. Of net niet.

Als we de mond vol hebben over het goed begeleiden van ex-gedetineerden en hun optimale re-integratie in de maatschappij, dan kan Willem Holleeder wel als voorbeeld tellen. In plaats van weer op het criminele pad te gaan, lanceert de man een uitgekiende mediacarrière. Spannende verhalen over Freddy Heineken, een goed getimede verfilming, wekelijkse column, strategische fietstochtjes in de Jordaan naast Matthijs Van Nieuwkerk, elke volgende stap is een voltreffer. Een carrièreman, noemen ze dat.

Nu mag hij dat alles gaan uitleggen aan de studenten. U hoeft daar niet ongerust over te zijn, hij zal die jongens en meisjes heus niet leren hoe een auto open te breken of wat nou de meest efficiënte afpersingstechniek is. Integendeel, hij zal het hebben over carrièreplanning, over flexibele werkuren, over jezelf omscholen en aanpassen aan de tijdgeest. Competitief zal hij deze jongeren maken. Want ook criminaliteit is hard werken. Meer hebben we niet nodig in crisistijden.

Antikreuncampagne

Weer een leuk nieuw woordje in de krant: ‘antikreuncampagne’. Voor uw door internet geperverteerde fantasie op hol slaat: het gaat over vrouwelijke tennisspelers. Of nee, sorry, de gedachte aan zwetende vrouwen in kortgerokte outfits hitst u natuurlijk alleen maar meer op. Als daar dan nog gekreun bij komt waar het muizengepiep van pornoactrices bij verbleekt, ja, dan dient er ingegrepen te worden. Dat hebben ze nu eindelijk ook begrepen bij de vrouwentennisorganisatie WTA.

Een heuse antikreuncampagne is het resultaat. Men zal voortaan het vrouwengekrijs genadeloos dempen. Zo zijn de tegenspeelsters minder afgeleid, hoeven de oren der toeschouwers geen honderd decibel meer te verwerken en wordt er werk gecreëerd voor de goeroes in ademhalingstechnieken die al die kreunsters hun kunstje moeten afleren. Maar vooral: zo wordt de murw geseksualiseerde mannenfantasie eindelijk eens met rust gelaten. Een kuise maatregel it is. Niet meer dan logisch dat hij gesteund wordt door Maria.