Leven, hoe lang nog?

Toen het gisteren eindelijk begon te regenen haalde ik opgelucht adem. Ik lees dan ook een doodenge thriller die heet De toekomst van het leven, geschreven door bioloog en Harvard professor Edward O. Wilson. Het vermoedelijk aanstaande zoetwatertekort is een van de scenario’s die buitengemeen beangstigend zijn in dit boek. Geen thriller dus in eigenlijke zin maar een verontrustend toekomstperspectief in ecologisch opzicht.

Als ik zelf dit stukje zou lezen, zou ik al niet meer tot deze witregel zijn gekomen. Doemscenario’s zijn betrekkelijk onappetijtelijk en onplezierig om te lezen. Wilson heeft daar in zijn boek ook een fraai biologische verklaring voor. ‘De betrekkelijke onverschilligheid voor het milieu komt, zo meen ik, diep uit de menselijke aard. De hersenen hebben zich duidelijk zo ontwikkeld dat ze zich emotioneel slechts kunnen binden aan een klein stuk van de geografie, een beperkte groep verwanten en een of twee generaties in de toekomst. Het is een grondbeginsel in de zin van Darwin om niet te ver in de toekomst en niet te ver om ons heen te kijken. […] Honderden millennia lang leefden degenen die hun kortetermijnbelang voor ogen hielden binnen een kleine kring verwanten en vrienden, langer en kregen meer nakomelingen, zelfs als door hun collectieve streven hun stammen en rijken om hen heen instortten.’

Kortetermijndenken is een geselecteerde eigenschap in de meesten van ons! We zijn dus opgezadeld met een intelligentie die de wereld zo veranderde dat door een te grote groei van de bevolking de natuurlijke habitat van veel soorten moet wijken voor landbouwgrond om ons te voeden – met desastreuze gevolgen – en te weinig echt realisme om dat te gaan voorkomen.

Want realisme is waar het Wilson om gaat. Zo ver uitzoomen dat je werkelijk ziet wat er aan de hand is en dat economische groei alleen op de heel korte termijn leuk is, zeg tot de volgende verkiezingen.

Het fraaie van het boek van Wilson is dat hij geen somberaar is, maar elk besef aangrijpt om een beweging in de goede richting te maken. Vegetarisme, of minstens reductarisme, minder vlees eten, is een goed stap in het hanteerbaar houden van het voedselprobleem van rond 2051 – als ik 80 kan zijn – en er  wellicht al 10 miljard mensen te voeden zullen zijn. Ik had het tien jaar terug niet voor mogelijk gehouden, maar mijn contra-intuïtieve langetermijndenken heeft me die kant alvast opgedreven. Per dag geen vlees eten bespaar je 1366 liter water. Bye bye biefstuk.

Het boek richt zich verder specifiek op soortenafname, onder meer door op Hawaï te kijken hoe vlug dat ging door een vaste combinatie van factoren: habitatvernietiging, invasieve soorten, milieuvervuiling, meer mensen en overmatige exploitatie. Dit vijftal doet overal ter wereld zijn werk. We wandelen bijziend naar een intense verarming van de planeet, er zullen langzaam dingen uitvallen. Nee vrolijk word je er niet van. Om echt vrolijk te worden moet je goed naar Thierry Baudet kijken, dan valt er echt wat te lachen.

Waar ik tien jaar geleden eveneens voortdurend mopperde op elke druppel regen die viel, haal ik nu bij elke bui dus opgelucht adem, dat werkt nu in ieder geval nog. Zo lang het duurt.

——-

 IMG_6285Menno Hartman (1971) is uitgever bij Van Oorschot.

 

 

Foto van Menno Hartman
Menno Hartman

Menno Hartman (1971) is uitgever bij Van Oorschot.

Een ooglid dat knippert

Het eponieme eilandje Block Island, zie ook klik op plaatje

Stop Robin Hood, Robinson Crusoe en Superman in een blender en je krijgt de Netflix-serie Arrow. Waarom ik het in godsnaam dan toch kijk wordt binnen het bestek van dit tekstje niet opgelost. Eén aspect dan: de hoofdpersoon heeft zijn krachten op gedaan door vijf jaar op een verschrikkelijk eiland te overleven. Het woord ‘eiland’ is eigenlijk al voldoende om mijn aandacht te krijgen. Deels is het de Boudewijn Buchachtige verzamelwoede: welke zag je al en welke wil je nog.

Een eiland biedt net als een boek de illusie de wereld overzichtelijk terug te brengen tot een zelfgekozen essentie. De zee de boekomslagen. De begrenzing is letterlijk concentratie. Zoals een muziekstuk dat is, een schilderij, een gedicht; overzicht door beperking. De zee alomtegenwoordig, het eiland een samengevouwen kuststrook.

 

Hoe de zee er die dag

zou kunnen bijliggen,
wordt niet vermeld.
Zo er iets beweegt

is dit eerder een siddering
die door het gras gaat,
of een ooglid dat knippert
tegen zoveel licht.

Hetzelfde: voor altijd hetzelfde,

al zijn veranderingen ten spijt –

Als moest ik mij steeds opnieuw
in éen enkel woord kunnen uitputten,
mij vasthoudend aan alles waarin ik
al ontbonden scheen, en sindsdien

voorgoed voortvluchtig bleef.

 

(Hans Faverey)

 

Een wereld in een enkel woord, klankplezier ook: Alcatraz, Andros, Bunaken, Camiguin, Curaçao, Fårö, Gili Meno, Gulangyu, Hainan, Lofoten, Malapascua, Marettimo, Naoshima, Omotepe, Perhentian, Putuoshan, Sifnos, Serifos, Stromboli, Vlieland, Te Waipounamu. Exil: voorgoed voortvluchtig. Voor $34,967,623 koop je het Caraïbisch eilandje Baliceaux. Hier meer aardigs te koop. (Of even watertanden bij deze: Pepin Island bij New Zealand, $10,826,172:

Het is niet zo dat er nooit wat aan de hand is op zo’n eiland. Als er maar eenmaal twee mensen wonen heb je ruzie: ‘Tourism Council Director Jessica Willi recommended the Tourism Board take legal action for what Willi felt were slanderous statements made by the former President of the Block Island Chamber of Commerce about her and members of the Tourism Council.’ Lees lekker door op De krant van Block Island: de Block Island Times.

Dan toch maar liever alleen.

——-
 IMG_6285Menno Hartman (1971) is uitgever bij Van Oorschot.

Foto van Menno Hartman
Menno Hartman

Menno Hartman (1971) is uitgever bij Van Oorschot.

Sleeper cell

shopping bag

Geen van mijn Nederlandse vrienden heeft me nog op de man af durven vragen hoe het met me gaat nu het erop lijkt dat Robert Mueller geen criminele samenzwering tussen Trump en de Russen heeft aangetoond en niet oordeelt over belemmering van de rechtsgang. Die vrienden wil ik bedanken voor hun hartverwarmende radiostilte omtrent dit gevoelige onderwerp; jullie tactvolle aarzeling om erover te beginnen is aan deze kant van de oceaan luid en duidelijk overgekomen en wordt op waarde geschat.

Het gaat nu wel weer een beetje. Ik kom weer onder de mensen. Ik scheer me weer. In dit land moet je altijd alles zelf doen, dus het heeft geen enkele zin om in bed te blijven liggen. Sinds afgelopen donderdag ben ik weer begonnen met roeien om conditie op te bouwen, want dit is een kwestie van de lange adem en mijn rol in het verzet is nog lang niet uitgespeeld. Hannie Schaft werd ook pas later in de oorlog actief.

De belangrijkste taak van een sleeper cell, nadat die zich succesvol heeft genesteld in vijandelijk gebied, is het ontwikkelen en cultiveren van geruststellende gedragspatronen, voorspelbare geografische bewegingen en onschuldige sociale contacten, zodat je de vijand langzaam in slaap sust.

Ondertussen bereid je je Daad van Verzet voor.

Iedere dag pak ik een Überfiets naar de Whole Foods, zodat de instanties mijn route via de ingebouwde gps tot op de meter kunnen volgen. Big Brother is mijn alibi. Een paar blokken zuidelijker drink ik een latte macchiato in de hippe nieuwe buurt rond de oude energiecentrale. Niet omdat de koffie daar echt acht dollar waard is, maar omdat dit soort pintransacties wordt verwacht van mijn type sleeper cell.

Bij de diverse veiligheidsdiensten – die me honderd procent zeker in de gaten houden –zouden alle alarmbellen afgaan als ik een gemiddelde week doorkom zónder impulsaankoop, dus is het niet meer dan prudent dat ik inderdaad alweer een nieuwe bril heb. Op Amazon bestel ik een zesdelige set ovenschalen en karwijzaad; allemaal herbevestigende datapunten in de wolk van het statistische expatvrouwtje dat de leegte in haar leven probeert op te vullen met Ottolenghi-recepten, want precies daar mik ik op. Mijn M. – die onze financiën beheert – weet ook: dit is allemaal een dekmantel voor mijn missie om een despoot neer te halen, dus het mag wat kosten.

Ze zeggen wel eens dat je als verzetsheld in de menigte moet kunnen opgaan, dat je jezelf onzichtbaar moet kunnen maken. Dat is een misvatting. Althans, mijn type sleeper cell kan het zich niet veroorloven om twee keer in dezelfde outfit langs dezelfde beveiligingscamera te lopen. Als mijn Daad van Verzet straks op tv komt, wil ik dat de nieuwsprogramma’s kunnen beschikken over een gevarieerde showreel van hoogwaardige surveillancebeelden, inclusief close-ups. Achteraf is het toch handig dat ik zo lang in de media heb gewerkt: als voormalig professional kun je veel constructiever meedenken over je eigen daderprofiel.

‘s Nachts, offline, werk ik verder aan mijn Daad van Verzet, die uiteraard geweldloos zal zijn, maar wel impact moet hebben. Ik sleutel verder aan het ontwerp, plan de productie en rekruteer op tuinfeestjes en dakterrassen useful idiots die me straks moeten helpen met de uitvoering.

Wat er gaat komen kan ik nog niet zeggen. Wanneer het gaat komen ook niet. Maar als het komt, dan is het in opdracht van niemand. Mijn type sleeper cell is een lone wolf, geheel zelfstandig op de creditcard van een ander. Daarom alvast een waarschuwing aan de autoriteiten: mijn M. treft geen enkele blaam. Laat hem met rust. Hij is allang blij dat ik iets om handen heb.

____________________

Arjen van Lith (1971) is schrijver en journalist. De meeste maanden van het jaar woont hij in Austin, Texas, waar hij op onregelmatige basis voor Tirade verslag doet van de Amerikaanse politiek. Daarnaast werkt hij aan een brievenbundel en een roman over zijn opgroeien in dorpsmetropool Krommenie.

 

Arjen van Lith

Arjen van Lith (1971) is journalist, schrijver en kunstenaar. Sinds acht jaar woont hij in de Verenigde Staten, eerst in Austin en nu in Pittsburgh, waar hij werkt aan zijn sleutelroman en andere projecten

The Durrells in Corfu

Het mirakel blijft natuurlijk dat zo’n kleurrijke wereld zich kan ontvouwen vanuit zo’n stoffige Penguinpocket uit 1960. De indruk die het boek op me maakt moet wel iets te maken hebben met de veelheid van aspecten die aan het eigen leven raken, een verdubbeling ervan vormen, rijm. Zo is de oudste broer in het onderhavige boek My Family and other animals van Gerald Durrell, Larry, net als mijn eigen broer vroeger een soort belezen professor die overal bovenuit torent, zich mild ergerend aan de stroom onnozele kinderen onder hem. Maar hij is ook degene die – moe van het verschrikkelijke weer in augustus in Engeland – het gezin suggereert te verhuizen, naar Corfu. De familie stamt uit de Raj, de kinderen zijn in India geboren, de geselende koude zomerregen zijn ze niet gewend. In Larry herken je vervolgens al snel Lawrence Durrell, de auteur van het door mij intens bewonderde Alexandria Quartet over een vriendengroep in de Egyptische stad, rond de Tweede Wereldoorlog.

De hoofdpersoon in de familiegeschiedenis op Corfu is uitsluitend geïnteresseerd in alles wat met de natuur te maken heeft. Die verdubbeling werkt op mij al heel snel zeer sterk. Tochten over het eiland zijn speurtochten naar torretjes, spinnen, vlinders, libellen, schildpadden, vogels etc. lijken in veel op mijn tochten in de jaren ’80 met dezelfde voor sommigen onbegrijpelijke verzengende begeerte: beesten zien: kruipende, sluipende, vliegende, lopende.  Het begint in de tuin en waar eindigt het? In de bibliotheek van het Roland Holsthuis in Bergen trof ik begin 2005 mijn eerste Durrell aan, Encounters with Animals, een vreemde eend in de bijt van die bibliotheek, wie had dat boek gelezen daar, de oude dichter zelf, of zijn laatste minnares Didia de Boer?

Gerald krijgt thuisonderwijs van een erudiete eilander. De rij curieuze personages die het boek bevolken is al even onthutsend als de schilderachtige flora en fauna. De keverman is een fraaie, die met een hoed rondloopt waaraan draadjes die om levende kevers gebonden zijn, die vliegend als een soort planeten om de zon van zijn hoofd bewegen. Zoiets verzin je niet, die man heeft rondgelopen op Corfu in 1936.

Als Larry een groep groep vrienden uitnodigt en de (geweldige) moeder verbaasd reageert dat ze daar in hun kleine huisje helemaal geen ruimte voor hebben komen ze al kibbelend tot de conclusie dat er maar een oplossing is: verhuizen naar een grotere villa.

En net als je denkt: wat een geweldig verhaal, hier zou je eigenlijk een serie van moeten maken, blijkt die te bestaan:

‘Maar eerst het boek:’This is the story of a five-year sojourn that I and my family made on the Greek island of Corfu. It was originally intended to be a mildly nostalgic account of the natural history of the island, but I made a grave mistake by introducing my family into the book in the first few pages. Having got themselves on paper, they then proceeded to establish themselves and invite various friends to share the chapters. It was only with the greatest difficulty, and by exercising considerable cunning, that I managed to retain a few pages here and there which I could devote exclusively to animals…

En dan verder

 

——-
 IMG_6285Menno Hartman (1971) is uitgever bij Van Oorschot.
Hier valt in een heel vreemd verband de naam Durrell ook al een keer.
Foto van Menno Hartman
Menno Hartman

Menno Hartman (1971) is uitgever bij Van Oorschot.

Voorbije werelden

Het is hoe dan ook een beetje langzaam afbouwen op deze planeet*, de planten gaan het eerst, wegens een tekort aan kooldioxide, de dieren volgen, de zon wordt eerst te heet, de platentektoniek valt stil, het magnetisme houdt op. Alles tussen 600 miljoen en vijf miljard jaar. Ik raad je van harte aan deze pagina maar eens te lezen het is echt wetenschappelijk griezelen op macroniveau, hier kan geen Hollywood rampenfilm-blockbuster tegenop.

Dus een algemeen gevoel van verlies is alleen om die reden al onvermijdelijk. Maar Michael Bywater somt in Lost Worlds een veelheid van zaken op die al lang voor die tijd, en eigenlijk nu al, verdwenen zijn, voorgoed voorbij. ‘Yet we understand little about the quiet storm of loss which blows about our lives and histories.’ Televisieseries, gereedschappen, beroepen, kleding, gerechten, vaders, planten, dieren, vrienden, bibliotheken, steden, landen, koninkrijken, beschavingen, betaalbare huizen, hobby’s, treinkaartjes, roken in het vliegtuig, tante Henny, poste restante, zelfkritieksessies, Dolle Mina, suffragettes, de pest, koude winters, Xanadu, twee tortelduiven in 1979, Atlantis.

Bywater verzamelt ze, erudiet en geestig, zonder de ‘voorbij, voorbij o, en voorgoed voorbij’ connotatie. Maar vanuit de eenvoudige (?) aanname dat alles in chaos zal eindigen.

9780192505323In Twenty years a-growing roept Maurice O’Sullivan (Muiris Ó Súilleabháin) de wereld van Great Blasket op, het uiterst westelijk gelegen Ierse eilandje dat tot 1953 door maximaal 160 mensen bewoond werd, en daarna niet meer. Het is eigenlijk het soort boek dat de meeste mensen wel in de familie hebben: opa vertelt hoe het vroeger was, verwacht geen literaire brille dus, maar wat een schitterende voorbeeld van een verdwenen wereld. Muiris wordt op zijn 8ste van het vasteland naar naar het eiland gehaald door zijn vader en wat tantes, hij spreekt dan Engels en geen woord Iers. Op de tocht naar beneden is hij bang voor de grote kevers die hij in het landschap naar zee ziet lopen. Het zijn, als op het omslag, mannen die met de lokale boten naar zee wandelen, lichte houtcontsructies met een koeiehuid omspannen, een curragh.

Muiris heeft een vreselijke hekel aan tantes, want die zoenen, hij houdt van zijn opa die hem Iers leert, hij wordt dronken op zijn 10e met een vriendje tijdens een grote botenrace, hij haalt papagaaiduikernesten leeg, luistert naar het zingen van de cicades in de schoorstenen.

De wereld van verloren zaken wordt groter en groter en voller, en wekt eerder verwondering en bewondering dan melancholie in deze twee boeken die het gegeven niet dramatiseren, maar vastleggen.

 

——-
 IMG_6285Menno Hartman (1971) is uitgever bij Van Oorschot.
Hier schreef ik ook een stukje over verloren beschavingen.
* Langzaam afbouwen op deze planeet is de geweldige titel van een verhalenbundel van Nico Dros.
Foto van Menno Hartman
Menno Hartman

Menno Hartman (1971) is uitgever bij Van Oorschot.