In ‘Mind as Passion’, een essay in Under the Sign of Saturn van de onvergelijkbare Susan Sontag vraagt zij zich over Elias Canetti onder meer af of hij een ‘intellectuele dandy’ is. ‘Want inderdaad is de grootste beperking van Canetti’s gevoeligheid de afwezigheid van maar het geringst aspect van een estheet. Canetti toont geen liefde voor de kunst op zichzelf. Hij heeft zijn lijst van Grote Schrijvers, maar geen schilderkunst, theater, film, dans of een van de andere gebruikelijke vormen van humanistische cultuur figureren in zijn werk. ‘ Het is een betrekkelijk eenmalige niet te plaatsten opmerking in een verder zeer enthousiasmerend essay.
In het elders door haar geciteerde The Tongue Set Free, het eerste deel van zijn memoires lees ik immers net: ‘Ik was 19 toen ik ineens voor Breughels schilderijen stond. Onmiddellijk herkende ik de vele kleine mensen van die brand in mijn jeugd. De schilderijen kwamen me zo vertrouwd voor alsof ik altijd onder hen geweest was. Ik voelde een geweldige aantrekkingskracht van ze uitgaan en kwam er elke dag naar kijken. Breughel werd mijn belangrijkste schilder, ik absorbeerde hem niet, zoals bij veel dingen later door beschouwing en reflectie. Ik ervoer hem als aanwezig in mijzelf alsof hij al lang op me wachtte, zeker dat ik naar hem toe zou komen.’
Sontag beweert zeker genoeg zeer raaks over Canetti in haar essay, vind ik. Zo is haar waarneming van een afwezigheid van ironie bij Canetti naar mijn smaak iets waar je betekenis uit kunt halen, het is misschien wat hem zo aantrekkelijk maakt. Ironie is natuurlijk geen kwaad in zichzelf, maar functioneert bij veel kunst als verontschuldiging op voorhand, het inbouwen van een vluchtweg, ironie is minder recht door zee, minder diep gemeend. Het is angstig, in zekere zin.
Bij Canetti herkende ik onmiddellijk ‘de kunstenaar van wie het lijkt dat die op je wacht.’ Voor mij is dat bijvoorbeeld Frans Masereel. De verzameling houtsneden in Mon Livre d’Heures, maar vrijwel al zijn werk lijkt recht door zee, eeuwig fris, steeds een nieuw op je leven passend verhaal te vertellen. Ik kan ernaar blijven kijken. Vitaal is het. Net zo vitaal als Canetti in zijn jeugdherinneringen die van een enorme serieuze kracht zijn. Of zoals Sontag schrijft:
‘ Zijn werk verdedigt welsprekend spanning, inspanning, morele en amorele ernst.’
—-
Menno Hartman (1971) is uitgever bij Van Oorschot. Hier iets anders over Susan Sontag.
En hier nog een over Sontag en fotografie.