In Tirade 487 een veelheid aan poëtische stemmen, van gelauwerde dichters als Ad Zuiderent en Delphine Lecompte, tot Tirade-bekenden als Rogier de Jong en Lars Ruben. En natuurlijk ook veel beginnende dichters: Joshua Snijders, Sasha Popowycz, Ka(a)te Dejonckheere en Senna Felius. Verder een verhaal van Omar Ghaly over een ontmoeting met een fabeldier bijvoorbeeld. En in het verhaal van Liesbeth Immink treffen we een iets alledaagser beest aan: de mol. In de kantoortuin waar Pieter Kranenborgs verhaal zich afspeelt, leven weer andere wezens. Kees Verheul geeft een rondleiding door een roman in aanbouw, Sander Kollaard schreef een essay over De jaren van Virginia Woolf, en onze eigen Lodewijk Verduin brengt een saluut aan de betreurde Jan Fontijn. De illustraties zijn van de hand van Iris Lam.
Nr. 487, 2022 |
Eerste zwaluw
Vanuit het ruim kijk ik op. Door een van de dekramen zie ik de mast in de avondzon; het zonlicht schijnt op de nog ingepakte witte zeilen. Het is voorjaarslicht dat ik zie. ‘Voorjaarslicht’, zeg ik, ‘maatje’. We zijn weer thuis op de klipper in Middelburg, ons andere schip. We schilderen het dek dat het...
Lees verderLeven en laten leven – wat we kunnen leren van de BaMbuti
Larousse 18 Er zijn veel wonderlijke zaken die Colin Turnbull beschrijft in zijn prachtige boek over de pygmeeën in de Congo. Door algemene depressie aangaande de toestand in de wereld merk ik een vergaande neiging tot escapisme in mijzelf op. Het werkelijk naar-binnen-drinken van antropologische studies als The Forest People van voornoemde Turnbull is er...
Lees verderEigen mensen
Ik wil wat elke ouder wil: dat mijn kinderen mensen om zich heen verzamelen die mijn taak uiteindelijk over kunnen nemen; vrienden bij wie ze zichzelf mogen zijn en zich veilig voelen, maar die hen ook stimuleren om de wereld te ontdekken en zich verder te ontwikkelen. Hoe meer ik hierover nadenk, hoe moeilijker de...
Lees verder
Blog archief