"A happy vicar I might have been Two hundred years ago To preach upon eternal doom And watch my walnuts grow" ... mijmert Orwell in zijn essay Why I write. In plaats van een happy vicar werd hij schrijver, zoals hij altijd al had geweten dat hij zou worden, zelfs toen hij zich tegen dat idee verzette. Alle schrijvers zijn verwaand, egocentrisch en lui, schreef Orwell, en het is een mysterie waarom ze eigenlijk schrijven. Het schrijven van een boek is een 'verschrikkelijke, uitputtende strijd', en niemand zou daaraan beginnen die niet door de een of andere demoon bezeten was. Wat voor demoon dat is? Misschien niet zoveel anders dan wat een baby bezielt die om aandacht schreeuwt. En tegelijkertijd vereist het schrijven van iets leesbaars het bijna volledig uitwissen van de persoonlijkheid; een goed boek is een venster op de wereld.
Eerste zwaluw
Vanuit het ruim kijk ik op. Door een van de dekramen zie ik de mast in de avondzon; het zonlicht schijnt op de nog ingepakte witte zeilen. Het is voorjaarslicht dat ik zie. ‘Voorjaarslicht’, zeg ik, ‘maatje’. We zijn weer thuis op de klipper in Middelburg, ons andere schip. We schilderen het dek dat het...
Lees verderLeven en laten leven – wat we kunnen leren van de BaMbuti
Larousse 18 Er zijn veel wonderlijke zaken die Colin Turnbull beschrijft in zijn prachtige boek over de pygmeeën in de Congo. Door algemene depressie aangaande de toestand in de wereld merk ik een vergaande neiging tot escapisme in mijzelf op. Het werkelijk naar-binnen-drinken van antropologische studies als The Forest People van voornoemde Turnbull is er...
Lees verderEigen mensen
Ik wil wat elke ouder wil: dat mijn kinderen mensen om zich heen verzamelen die mijn taak uiteindelijk over kunnen nemen; vrienden bij wie ze zichzelf mogen zijn en zich veilig voelen, maar die hen ook stimuleren om de wereld te ontdekken en zich verder te ontwikkelen. Hoe meer ik hierover nadenk, hoe moeilijker de...
Lees verder
Blog archief