Slaapdeprivatie is een wonderlijke martelmethode. De eerste dagen kun je je erg moe voelen, maar werken en bier drinken gaan eigenlijk nog best.
Bij mij is het zelfs zo dat een beetje slaaptekort mijn humeur ten goede komt. Zie het als werken in de tropen: je accepteert dat de omstandigheden je ertoe dwingen heel langzaam te bewegen. Het onthaast. Gewoon lopen, ademen en een beetje op tijd antwoorden als iemand je iets vraagt is al heel netjes.
Na een aantal weken wen je er zelfs aan steeds maar moe te zijn. Autorijden en het bedienen van een kettingzaag laat je gewoon aan anderen over. En na acht maanden is het zoals Hubert Koundé zo mooi zei in de film La Haine (Mathieu Kassovitz, 1995):
C’est l’histoire d’un homme qui tombe d’un immeuble de cinquante étages.
Le mec, au fur et à mesure de sa chute, se répète sans cesse pour se rassurer:
Jusqu’ici tout va bien, jusqu’ici tout va bien, jusqu’ici tout va bien.
Mais l’important c’est pas la chute, c’est l’atterrissage.
Gisterenavond liep ik een rondje met Otis de Hond. Toen ik thuiskwam en de voordeur opendeed vond ik Otis op de mat. Hij had wel heel graag mee gewild.
Ik liet Otis nog een keer uit – nu mét Otis – en ontdekte halverwege de wandeling dankzij een stapel vuilniszakken dat ik met mijn ogen dicht aan het lopen was. Het werd tijd dat Nadim een nachtje doorsliep. Het werd heel erg tijd.
* Gozer dondert van een hoge flat en onder het vallen blijft hij maar zeggen dat alles tot nog toe eigenlijk verrassend goed gaat.
** http://www.youtube.com/watch?v=CseO1XRYs9I