Caroline Lamarche werd geboren in Luik, 1955, waar zij haar studie Romaanse filologie voltooide. Zij publiceerde haar eerste werk, een dichtbundel getiteld L’arbre rouge (De rode boom), in 1991. Daarna richtte zij zich voornamelijk op het schrijven van proza. In 1996 verscheen Le jour du chien, gevolgd door onder andere La nuit l’après-midi in 1998 en J’ai cent ans in 1999. Voor De dag van de hond, verschenen in onze Franse Bibliotheek, ontving zij de Belgische staatsprijs voor literatuur ‘Victor Rossel’, ook wel de Belgische Prix Goncourt genoemd.
De dag van de hond
Vertaald door Rokus Hofstede
Wat hebben een brieven schrijvende vrachtwagenchauffeur, een parochiepastoor op het platteland, een vrouw die op het punt staat haar geliefde te verlaten, een homoseksuele jongen die zijn baan opzegt en een energieke moeder met een zich vol etende dochter met elkaar gemeen? Alle zes hebben zij op een dag in maart langs de middenberm van een snelweg een hond zien rennen. De aanblik van de zwervende hond en de angst dat die een ongeluk kan veroorzaken laten hen niet los. In zes soms grappige, soms schrijnende, maar steeds verrassende monologen blijken de toeschouwers net zo verlaten, net zo op zichzelf teruggeworpen als die hond. Maar de bewustwording daarvan lijkt voldoende kracht te geven om hun levens verder te leven. De stem die over dat leven vertelt is zuiver en onontkoombaar: de schoonheid van de poëtische taal, ook in de Nederlandse vertaling, maakt het lezen tot een genot voor de zintuigen.