Chrétien de Troyes werd waarschijnlijk geboren in het midden van de twaalfde eeuw. Hij trok rond als troubadour en verbleef op verschillende vorstenhuizen in Vlaanderen en Frankrijk. Hij was de schepper van de middeleeuwse ridderroman. Tussen 1165 en 1185 ontstonden zijn epen Lancelot, Yvain en Perceval, die later door onder andere Wolfram von Eschenbach bewerkt werden. Chrétien de Troyes stierf omstreeks 1190.
Vertaald door C.M.L. Kisling
Ywein, de ridder met de leeuw is vermoedelijk rond het jaar 1180 geschreven. Het belangrijkste thema van dit boek is de strijd om de liefde: eerst het winnen van de liefde, dan, moeilijker, het behouden ervan. Ywein zal een aantal beproevingen moeten doorstaan om zijn geluk te verdienen en zichzelf te vinden: een eeuwige strijd die altijd actueel zal blijven. Vandaar dat deze roman modern aandoet, zelfs met een ridder als hoofdpersoon, vechtend tegen draken en duivels. In Ywein heeft Chrétien de Troyes oude Keltische mythen tot een roman omgevormd, in een stijl die rijk is aan retorische trucjes, ironie en vrolijke humor.
Het gaat de hedendaagse lezer misschien niet zozeer om de slangen, de leeuwen, de dwergen en de reuzen, maar om de symbolische waarde die deze tegenstanders op de levensweg vertegenwoordigen. Wat telt, is dat Chrétien de Troyes, onbezwaard door acht eeuwen literatuurgeschiedenis, de grote levensvragen rechtstreeks en ongekunsteld aan de orde stelt: liefde trouw, leven en dood, zin en waanzin.