E. (Eduard) du Perron (1899–1940) stamde uit een adellijk Frans geslacht dat generaties lang in Nederlands-Indië gevestigd was. Hij groeide op op Java en verhuisde na de Eerste Wereldoorlog naar Europa, waar hij verbleef in Parijs en Brussel. In 1922 trok Du Perron naar Montmartre waar hij een tamelijk bohémien bestaan leidde en kennismaakte met schilders en schrijvers van dat moment. In 1923 verscheen zijn eerste boek, Manuscrit trouvé dans une poche (1923). In Antwerpen ontmoette hij Paul van Ostaijen, Gaston Burssens en de schilder Willink, en was hij een van de oprichters van het tijdschrift De Driehoek. Hij raakte meer en meer georiënteerd op de Nederlandse literatuur en in 1931 schreef hij het geruchtmakende essay Uren met Dirk Coster. Hij richtte het tijdschrift Forum op, dat door zijn invloed en die van Menno ter Braak toonaangevend werd in de Nederlandse literatuur van voor én na de Tweede Wereldoorlog. In 1932 trouwde hij met Elizabeth de Roos aan wie hij zijn grote roman Het land van herkomst (1935) opdroeg.
Als dichter publiceerde Du Perron verscheidene bundels, waarvan Parlando (1930) de bekendste werd. Zijn poëzie en poëzieopvattingen inspireerden een hele generatie, zoals de hele latere Criterium-groep waaronder Gerard den Brabander, Jac. van Hattum en Ed. Hoornik.
Zie ook de website van het E. du Perron Genootschap.