Frits Abrahams werd in 1946 geboren in Nijmegen. Hij bracht zijn jeugd in Venlo door, waar hij als twintiger ook zijn eerste stappen in de journalistiek zette. Daarna werkte hij als redacteur voor onder meer De Volkskrant, Vrij Nederland en – de laatste drieëntwintig jaar – NRC Handelsblad. Hij schreef reportages, interviews, een rechtbankrubriek en tv-recensies voor hij in 1998 aan zijn dagelijkse column begon.
Sinds vijftien jaar schrijft Frits Abrahams een veelgelezen, dagelijkse column voor NRC Handelsblad. Evenals illustere voorgangers als Renate Rubinstein, Nico Scheepmaker en Henk Hofland behandelt hij een breed scala aan onderwerpen, variërend van politiek tot kunst en sport. Zijn toon is luchtig en humoristisch, maar ook de ernst schuwt hij niet. Voor hem is een mengeling van genres en stijlen de beste manier om zo’n dagelijkse rubriek vitaal te houden. Een essentieel deel van Abrahams’ columns bestrijkt het dagelijks leven.
Hij observeert als stadsmens zijn omgeving, ontmoet anderen en beschrijft met veel empathie hoe mensen met elkaar omgaan. Ook over de mensen in zijn directe omgeving – vrouw, kinderen, kleinkinderen – schrijft hij regelmatig. De politieke dialogen met zijn vrouw zijn voor veel lezers een running gag die ze nooit overslaan. Eerder verschenen verzamelbundels als Familie, wat moet je ermee?, Katten & ander gespuis en Mijn vader vond het mooi geweest. Alles loopt altijd anders bevat een selectie van negentig nooit eerder gebundelde columns uit de jaren tussen 2006 en 2012.
‘Iemand die elke dag zo’n goeie column schrijft, dat is een wonder!’
– Maarten ’t Hart
‘Je hebt altijd in de krant vaste plekken, waar je naartoe wilt, zoals Frits Abrahams en Fokke & Sukke in NRC Handelsblad.’
– Ronald Plasterk
‘Het is Abrahams als geen ander gelukt de dagelijksheid tot kunst te verheffen.’
– Marja Pruis