Gabriel-Joseph de Guilleragues (1628–1685) was een edelman uit Gascogne, een man met een zeer gedegen klassieke opvoeding die verschillende officiële functies bekleedde. In Parijs verkeerde hij in de kringen van auteurs, zoals Molière, Boileau en Racine was vaste bezoeker van de salons van onder meer Mme de Sévigné en Mme de Sablière. In 1669 kocht hij het ambt van ‘secrétaire ordinaire de la chambre et du cabinet du roi’, een functie die min of meer overeenkomt met die van particulier secretaris van de koning. Hij verliet Parijs op 19 juli 1679 om zich naar Constantinopel te begeven, waar hij tot ambassadeur was benoemd en waar hij in 1685 stierf. Vooral in de tijd dat hij in dienst was van de hertog van Foix (omstreeks 1666–1669) schreef hij veel literair werk. De zogenaamde Minnebrieven van een Portugese non, in onze Franse Bibliotheek verschenen als Portugese brieven, worden aan hem toegeschreven. Een portret is niet van hem overgeleverd.
Portugese brieven
Vertaald door Frans de Haan
‘Als het me mogelijk was uit dit ongelukkige klooster weg te komen, zou ik niet in Portugal op het resultaat van uw beloften wachten: zonder enige maat te houden zou ik u gaan zoeken, u volgen en u over de hele wereld beminnen.’ Deze hartstochtelijke toon kenmerkt de Portugese brieven die in 1669 te Parijs verschenen en groot opzien baarden. Dat ze anoniem verschenen was voor die tijd heel gewoon, maar dat de schrijfster een Portugese non leek te zijn die op onmiskenbaar erotische toon uiting gaf aan haar liefde voor een Franse edelman, was ronduit een sensatie. Hoezeer het de gemoederen bezighield, bleek toen nauwelijks een jaar later een uitgebreide versie verscheen, waarin – al even anoniem – een Franse edelman uit Grenoble de non uitvoerig antwoordde.
Tot op de dag van vandaag vinden de Portugese brieven steeds nieuwe lezers. Destijds reageerde het Franse publiek verwonderd, bewonderend of ronduit afkeurend: zij gaven een scabreus beeld van de liefde en qua stijl braken zij met alle conventies van toen. Maar de hedendaagse lezer stelt juist met instemming vast dat in deze liefdesbrieven gevoelens en emoties, van wanhoop, verlangen, spijt, woede en eenzaamheid zonder remmingen op het papier lijken te zijn gegooid.
Lange tijd wist niemand wie zich achter deze prachtige liefdesbrieven verborg. Inmiddels staat wel vast dat Gabriel-Joseph de Lavergne, bekend geworden als graaf van Guilleragues, de schrijver van de Portugese brieven is. Maar wie de schrijver is van de ‘réponses de Grenoble’, die aan deze uitgave werden toegevoegd, is altijd een raadsel gebleven.