Hans van Pinxteren (1943) publiceert al meer dan vijftig jaar gedichten en prozagedichten. Ze verschenen sinds 1965 in literaire tijdschriften als Soma, Maatstaf, Raster, en De Revisor. Hij vertaalde Montaigne, Voltaire, Flaubert, Rimbaud, Artaud, Lao Tse. Zijn ervaringen als dichter-vertaler beschrijft hij in De hond van Rabelais.
Voor Vogels, vlinders & andere vliegers maakte Van Pinxteren een selectie uit zijn negen eerdere dichtbundels. Maar niet om een chronologisch geordende bloemlezing samen te stellen. Als motto voor zijn ‘opus tien’ koos hij Jan Luykens’ gezegde ‘Droom is ‘t leven’. In dit perspectief koos hij uit zijn vroegere werk de gedichten waarin hij zich nog kon vinden en vulde ze aan met een handvol ongebundelde teksten. Om een zo groot mogelijke eenheid van vorm te brengen in de over een periode van ruim 50 jaar ontstane gedichten, herzag hij veel van deze teksten qua interpunctie, opbouw en regelval, en gaf de veelal titelloze verzen een titel.