J.A. Emmens (1924–1971) was hoogleraar kunstgeschiedenis te Utrecht. Hoewel hij in 1945 een aantal jeugdverzen publiceerde onder de titel Chaconne, wordt zijn bundel Kunst- en vliegwerk uit 1957 toch als zijn debuut beschouwd. Hierna volgden de bundels Autobiografisch woordenboek (1963) en Een hond van pavlov (1969). Zijn poëzie is sterk betrokken op zijn persoonlijk leven en laat zich daarom plaatsen in de traditie van Forum, Libertinage en Tirade. Als kunsthistoricus trok Emmens de aandacht met zijn ontmythologiserende proefschrift Rembrandt en de regels van de kunst (1964), waarin hij de schilder in zijn historische context plaatste. In 1971 maakte Emmens een einde aan zijn leven. Tussen 1979 en 1981 verscheen zijn Verzameld werk in vier delen: voornoemd proefschrift, twee delen Kunsthistorische opstellen en een deel Gedichten en aforismen, dat veel meer materiaal bevat dan de drie kleine, tijdens zijn leven gepubliceerde bundels.
Overkomst dringend gewenst
Wie een gedicht kan schrijven over het ruime landschap dat de reiziger uit het aangeharkte Nederland bij het binnengaan van Noord-Frankrijk overweldigt, over de al te herkenbare verlatenheid van die éne mens in dat landschap, en over het pijnlijke verlangen naar iemand die er niet is en op wie het – natúúrlijk – vergeefs wachten is, zoals het volgende gedicht laat zien:
r e p e t e r e n d e b r e u k
Waar ik ook ben, soms ben ik ineens weer
bij de Belgische grens, aan het liften naar Frankrijk.
De weg is de hoofdweg, maar lijkt op een zijweg,
één, twee, drie huizen staan braaf in hun tuinen.
In de bocht wuift een boomgroep. Het is doodstil.
Ik wacht op haar. Drie vogels landen.
In de heggen beweegt zich een ruisende wind.
Overkomst dringend gewenst.
Zo iemand is een groot dichter. Des te betreurenswaardiger is het dat van alle naoorlogse dichters Jan Emmens nog altijd onbekend is bij het overgrote deel van het publiek. Nu zijn verzameld dichtwerk, het in 1980 verschenen Gedichten en aforismen dat wij koppig leverbaar hebben gehouden, bijna uitverkocht is, zeggen we met déze bloemlezing, gemaakt door Emmensbewonderaar Wim Brands, opnieuw tegen jongere generaties poëzieliefhebbers: maak nu voor een krats kennis met het werk van een van onze grootste dichters.